My Morning Jacket @ Trix

My Morning Jacket wordt niet bepaald grijsgedraaid op de radio, maar de groep uit Louisville, Kentucky blijkt in ons land wèl over een trouwe fanbase te beschikken. In een uitverkochte Trix leidde dat tot een tweeënhalf uur durend marathonconcert dat menigeen tuitende oortjes bezorgde.

DA GIG: My Morning Jacket in Trix, Antwerpen op 10/11.

IN EEN ZIN: Een bevlogen, energiek en soms iets te langdradig concert, dat het midden hield tussen bucolische folk, southern boogie en uit de kluiten gewassen arenarock.

HOOGTEPUNTEN: ‘Steam Engine’, ‘Touch Me, I’m Going to Scream’, ‘Butch Cassidy’, ‘Circuital’, ‘Golden’…

DIEPTEPUNTEN: ‘First Light’, ‘Holdin’ On to Black Metal’.

BESTE QUOTE: Jim James richtte zich pas tot het publiek nadat zijn groep haar eerste, twee uur durende set had afgerond. Dat leverde echter geen uitspraken op die het optekenen waard waren.

Elf jaar was het al geleden dat My Morning Jacket nog in Antwerpen had gespeeld. Ten tijde van hun concert op De Nachten waren zanger-gitarist Jim James en zijn vrienden nog een stel bedeesde debutanten, die pas negentien keer op het podium hadden gestaan. Donderdagavond vierde het gezelschap zijn zevenhonderdste optreden en het verschil was opmerkelijk: My Morning Jacket is intussen een gesmeerde machine geworden, met muzikanten die blaken van het zelfvertrouwen. De band kwam in Europa zijn jongste cd ‘Circuital’ promoten, maar zijn vijf andere platen werden bij de samenstelling van de setlist zeker niet over het hoofd gezien.

Spilfiguur en blikvanger van de groep is uiteraard Jim James, die, het gezicht verborgen achter een dik haargordijn, de hele avond als een wildeman tekeer ging op allerlei gitaren en met zijn in echo gedrenkte stem vaak de hoogste sporten van de toonladder verkende. Maar ook Carl Broemel, afwisselend actief op gitaar, lapsteel en saxofoon, drukte zijn stempel op de muziek, die het midden hield tussen bucolische folk, southern boogie en flink uit de kluiten gewassen arenarock. My Morning Jacket graaft naar de roots van de Amerikaanse muziek, maar schuwt ook de elektronica niet. Dat maakt zijn werk tegelijk traditioneel en modern.

Live klinkt de groep opvallend energiek en gedreven. In ‘I’m Amazed’ werden rinkelende decibels, spectaculaire solo’s of exuberante poses niet geschuwd. In de gruizige reggae van ‘Off the Record’ kwamen de heren dan weer opvallend catchy en poppy uit de hoek, maar zelfs tijdens het relatief rustige ‘At Dawn’ bouwden ze nog altijd een stevige wall of sound. Dat ze hun klassieken kennen, bleek onder meer uit de meerstemmige samenzang in ‘Outta My Sytem’ en ‘Heartbreakin’ Man’, geïnspireerd door die van The Beach Boys. En tijdens de intro van het trage maar potige ‘Slow Slow Tune’ gaf Jim James aan dat hij goed naar de seventiesplaten van Joe Walsh had geluisterd.

‘Wonderful’ werd sober en afgemeten gebracht. Alleen jammer dat het nummer werd ontsierd door dat a capellastukje aan het eind, waarin James zich in de rol van een mannelijke sirene probeerde in te leven. Over the top? Reken maar. Soms, vooral wanneer James zijn Flying V bovenhaalde, bezondigde My Morning Jacket zich bovendien aan al te primaire rock, zoals in ‘First Light’. En de kitscherige synths in ‘Holdin’ On to Black Metal’ gaven bij ondergetekende vooral aanleiding tot tandengeknars.

Gelukkig vielen er minstens evenveel onvergetelijke piekmomenten te noteren. Het epische ‘Steam Engine’, bijvoorbeeld, waarin James met zoveel overgave de snaren geselde dat je zou hebben gezworen dat er een uit te drijven duivel in zijn instrument huisde. ‘Smokin’ From Shootin” begon knagend, haast funky en mondde uit in een jam zoals we er sinds de seventies geen meer hadden gehoord. ‘Touch Me, I’m Going to Scream’, waarin de zanger aanvankelijk een klein draagbaar keyboard bespeelde, had iets van een aanzwellende storm en in ‘Magheetah’ poogde een pompend orgeltje manhaftig weerwerk te bieden tegen een tsunami van gitaargeweld. Bovendien had de groep enkele van haar mooiste nummers tot het einde bewaard: het pianowalsje ‘Movin’ Away’, het ingehouden ‘Butch Cassidy’ (een song uit haar debuut-cd ‘The Tennessee Fire’ die later de blauwdruk zou vormen voor de sound van Fleet Foxes) en het bijzonder fraaie ‘Golden’. Zelfs de wiegende falsetsoul van ‘Wordless Chorus’, waarin toetsenman Bo Koster vrij spel kreeg, viel niet uit de toon.

Tijdens het slotkwartier dreef My Morning Jacket de opwindingsgraad nog verder de hoogte in met een wervelend ‘One Big Holiday’, dat door de toeschouwers luidkeels werd meegebruld. Een gedroomd einde voor een soms iets te langdradig maar uiterst bevlogen concert, van een groep die stilaan is uitgegroeid tot het hedendaagse equivalent van Lynyrd Skynyrd en The Allman Brothers Band.

Dirk Steenhaut

DE SETLIST: Victory Dance / Circuital / Off the Record / I’m Amazed / It Beats 4 U / At Dawn / Wonderful (The Way i Feel) / Heartbreakin’ Man / Outta My System / Slow Slow Tune / Steam Engine / First Light / Holdin’ On To Black Metal / Smokin’ From Shootin’ / Touch Me I’m Going To Scream Pt. 2 / Movin’ Away / Mahgeetah // Butch Cassidy / Golden / Wordless Chorus / Phone Went West / One Big Holiday.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content