Meuris @ AB, 01/04

Exit Monza? Enter Meuris! Om die reïncarnatie te vieren bracht de zanger zopas de cd ‘Spectrum’ uit, waarop hij een aantal klassiekers uit het Noordkaap- en Monzarepertoire van een facelift voorzag. De nieuwe versies kregen donderdag hun vuurdoop op het podium van de AB.

De carrière van Stijn Meuris verloopt blijkbaar in cycli van tien jaar. Daarbij is de Brusselse rocktempel telkens het ankerpunt. Het is de plek waar hij in 1990 met Noordkaap de Rock Rally won en waar hij die groep, precies een decennium later, ten grave droeg. Nu ook Monza zachtjes is weggedeemsterd, is het tijd voor fase III. Even voor de duidelijkheid: Meuris is een band. Beetje vreemd toch dat de frontman zichzelf als merknaam naar voren schuift, terwijl de muziek altijd werd aangeleverd door de muzikanten die hem omringden. Maar het signaal is duidelijk: Meuris wil af van de groepsdemocratie en haalt voortaan het laken naar zich toe. ‘Spectrum’ ontstond uit onvrede met de oerversies van songs die, volgens hem, het resultaat waren van compromissen. Daarom noemt hij zijn nieuwe collectie reprises ook “een muzikale director’s cut.”

Sommige nummers werden drastisch herwerkt, andere kregen een minder ingrijpende opfrissingsbeurt. Al dat gepruts aan liedjes die al jaren in het collectieve bewustzijn zijn gegrift, is overigens niet zonder gevaar. Sommigen zullen het wellicht als een vorm van geschiedvervalsing beschouwen. Wat ons betreft hebben de verschillende uitvoeringen zeker bestaansrecht, al valt, in het geval van ‘Druk in Leuven’ bijvoorbeeld, de vergelijking in het voordeel van het origineel uit. Maar goed, live kregen we sowieso een greatest hits-set geserveerd, waarin de herkenning vele malen groter was dan de verrassing. Op zich hoefde dat niet te verbazen, omdat de ‘nieuwe’ groep op het podium eigenlijk Monza was, met toevoeging van toetsenman Ad Cominotto. Mirko Banovic was al langer bassist ad interim bij het gezelschap.

‘Ramsj’, ‘Panamarenko’ en het bloedstollende ‘Alles half’ deden qua sound meteen vertrouwd aan. Stijn Meuris wilde zijn oude songs net restaureren omdat Noordkaap en de eerste incarnatie van Monza zich vaak verloren in bombast, maar gek genoeg bouwde de band ook nu weer een wall of sound van het type waar je als automobilist beter niet tegenaan zou knallen. Wel werden af en toe de teugels gevierd: ‘Hoopvol’ vertrok nu meer vanuit de bas, ‘Van God Los’ kreeg een R.E.M.-behandeling en werd niet toevallig aangekondigd als ‘Losing My Religion’. ‘Een heel klein beetje oorlog’ had aan soberheid gewonnen en ‘Satelliet S.U.Z.Y.’, dat we altijd een draak hebben gevonden, kon ons, ook in zijn nieuwe akoestische kleedje, niet vermurwen.

Daarmee willen we echter geenszins suggereren dat Meuris, de band, niet overtuigde. De muzikanten speelden strak en ’to the point’ en Meuris, de zanger, bleef een bevlogen performer die de songs veeleer beleefde dan zong. Het knagende ‘Verloren dag’, het broeierige ‘Gigant’, dat als vuurwerk openspatte, en het ronduit pakkende ‘Soms Schrik’, waarin de twee gitaristen alle zeilen bijzetten en Cominotto inventieve geluidjes uit zijn klavieren toverde, waren grote klasse. Ook het druilerige, van Raymond van het Groenewoud geleende ‘Wat een fijne dag’, dat naadloos overging in ‘Het zou niet mogen zijn’, klonk even doorvoeld als afgemeten. Tijdens de toegiften gooide de groep er nog een explosief ‘Wie danst er nog’ bovenop, maar de Turacover ‘Arme Joe’, door Banovic nu voorzien van de basriff uit Led Zeps ‘Immigrant Song’, vertoonde duidelijk slijtageverschijnselen. Hoewel er nog wat aan te schaven valt, was dit al bij al een uitstekend concert. Alleen klonk het meer als iets dat werd afgerond dan als een Nieuw Begin. Benieuwd dus of ook Meuris het tien jaar vol zal houden.

DIRK STEENHAUT

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content