Matige Xavier Rudd etaleert veelzijdigheid in Rivierenhof

© DR

Xavier Rudd streek met een arsenaal aan Aboriginalgezangen, frêle folk en stampende roots in het Antwerpse Rivierenhof neer. De Australische multi-instrumentalist ondervond echter moeite om ons in een stevige wurggreep te houden.

DA GIG: Xavier Rudd in het Openluchttheater Rivierenhof in Deurne op 2/8.

IN EEN ZIN: Xavier Rudd sprong een hele avond van tedere folksongs naar aangrijpende Aboriginalgezangen en hysterische didgeridoos, en terug.

HOOGTEPUNTEN: ‘Bow Down’, ‘Let Me Be’, ‘Spirit Bird’.

DIEPTEPUNTEN: ‘3 Roads’.

BESTE QUOTE: “Merci beaucoup to the beautiful trees. Merci beaucoup to grandmother earth.”

Ruim tien jaar geleden trapte Xavier Rudd zijn calvarietocht op gang. Intussen is de singer-songwriter met ‘Spirit Bird’ aan zijn zevende langspeler toe, een sardienenblik volgepropt met hysterische didgeridoos, kinderkoren en verstilde gitaren. De sfeer van Paul Simon echoot in ’s mans imperium, dat grotendeels aanleunt bij het klankenpalet van surfboys als Jack Johnson en Ben Howard.

Xavier Rudd verwierf voornamelijk naambekendheid door zijn meeslepende onemanshows waarmee hij excelleert en muzikale acrobatie tentoonspreidt. Toegegeven, het is indrukwekkend om zien hoe de Australiër plaatsnam achter imposante didgeridoos én tegelijkertijd zijn drums bestormde, maar Xavier Rudd ondervond al snel moeite om de vlam te blijven aanwakkeren.

Eens op de planken leek Xavier Rudd een gespleten persoonlijkheid te hebben. Enerzijds blies de multi-instrumentalist zichzelf in trance wanneer hij een gevecht aanging met zijn didgeridoos en Aboriginalgezangen wauwelde. Anderzijds waren er de momenten waarop hij simpliciteit boven een wijd instrumentarium verkoos.

When you feel life coming down on you like a heavy weight. When you feel this crazy society adding to the strain”, lispelde Rudd in ‘Follow The Sun’. De Aussie oversteeg zichzelf tijdens de tedere momenten die gepaard gingen met subliem gitaarspel. Even werd de tweestrijd tussen zijn maatschappijkritische teksten en songs in de put der vergetelheid gestopt.

Als een goeroe hield Xavier Rudd de eerste rijen in zijn macht. De oppeppende reggaemelodie van ‘Come Let Go’ zorgde voor algemene extase, terwijl de smerige roots van ‘Bow Down’ de nodige agressiviteit in het Rivierenhof losliet. Xavier Rudd miste echter een rode draad, hij vond geen constante in zijn set waardoor hij ons zelden in een wurggreep hield. Steeds weer opnieuw liet hij zich ringeloren door aanslepende gitaarwissels. Ook de slaapverwekkende – ellenlange – intro’s moesten het afleggen tegen het geroezemoes dat een hele avond over het Openluchttheater zweefde.

Wanneer Xavier Rudd met pedaalwerk tedere klanken omtoverde tot duivelse donderwolken, waande hij zich even een prins in het Rivierenhof. Het slotoffensief – met uitzinnig fans op het podium als gevolg – toonde de excellentie van de Australiër, maar stond in schril contrast met de houterige intro’s die de avond naar een dieptepunt leidden. De bloedmooie luisterliedjes waren aanwezig, enkel de bekroning ontbrak.

Elmo Lê van

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content