Low @ Trix: Traagheid is geen zonde

© gf

‘Duyster’, het intieme radioprogramma waarmee Studio Brussel iedere zondagavond het weekeinde begraaft, bestaat vijftien jaar. Dat werd gevierd in Trix met enkele livesessies en, vooral, een concert van Low, de groep die door Ayco Duyster en Eppo Janssen tot dusver het vaakst werd gedraaid.

DA GIG: Low op de vijftiende verjaardag van Duyster, in Trix, Antwerpen op18/1.

IN EEN ZIN: Low heeft ons nog nooit teleur gesteld en gaf ook dit keer een pakkend concert, waarmee het trio bewees dat traag en verstild niet per se tot saaiheid hoeven te leiden.

HOOGTEPUNTEN: ‘Pissing’ en ‘Especially Me’.

DIEPTEPUNTEN: geen.

BESTE QUOTE van Alan Sparhawk: “Het Belgische publiek heeft ons in de loop der jaren zoveel gegeven… Dank zij jullie kunnen we onze kinderen te eten geven. Much appreciated, dus.”

“Rustig maar ongedurig”. De muziek van Low past perfect bij de baseline van ‘Duyster’, waarin van oudsher “tomeloze weemoed” en “ooverdovende zoetheid” centraal staan. Het trio uit Duluth, Minnesota heeft zich, in de 22 jaar van zijn bestaan, nooit aangepast aan het publiek, maar zag desondanks zijn aanhang gestadig groeien. Niet vanzelfsprekend voor een band die lange tijd met ‘slowcore’ werd geassocieerd en zo verstild klonk dat wie te luid ademde zijn songs al dreigde te overstemmen. Maar zie, de discografie van Low omvat inmiddels tien langspelers, een live-plaat, een box met ‘rarities’ en een samenwerking met The Dirty Three en de groep wordt, door mensen die van nature niet al te hoog van de toren blazen, passioneel aan de boezem gedrukt.

De kern van Low bestaat uit zanger-gitarist Alan Sparhawk en drumster-zangeres Mimi Parker, een mormoons echtpaar dat tegenwoordig wordt aangevuld door Steve Garrington op bas en toetsen. In vocaal opzicht neemt Sparhawk doorgaans het voortouw, terwijl Parker voor de harmonieën zorgt (al gebeurt af en toe ook wel eens het omgekeerde). Hun partijen lijken daarbij dermate organisch met elkaar te versmelten dat je het resultaat als één enkele stem percipieert.

Alan Sparhawk is een gitarist van het Neil Young-type: doorgaans klinkt zijn spel behoedzaam en ingehouden om dan, vooral wanneer je het niet verwacht, plots als een steekvlam te ontbranden en giftige rook uit de versterkers te spuwen. Mimi Parkers drumstijl moet dan weer de meest minimalistische zijn die je in de popmuziek kunt aantreffen. De dame gebruikt vaker borstels dan stokjes, stelt het zonder basdrum of hi-hat en houdt de ritmen zo simpel dat ze bij de meeste bands hopeloos uit de toon zouden vallen. Maar bij de langzaam evoluerende liedjes van Low werken ze perfect.

Juweeltjes

Momenteel werkt de groep aan de opvolger van het anderhalf jaar geleden verschenen ‘The Invisible Way’. Niettemin heeft ze de opnamen even onderbroken voor een korte Europese tournee die haar ook naar Antwerpen bracht. Drie van de nieuwe songs waren zelfs al in de setlist geïnfiltreerd: het ingetogen ‘Spanish Translation’, het klank geworden misverstand ‘No Comprende’ en ‘Landslide’, een nummer waarin Alan Sparhawk zijn woede nauwelijks wist te onderdrukken. Voor het overige bracht Low en representatieve maar gelukkig niet voorspelbare dwarsdoorsnede van zijn hele oeuvre. Enkel de eerste drie cd’s werden in Trix buiten beschouwing gelaten.

Het trio maakt er een gewoonte van tijdens iedere tournee enkele oude juweeltjes op te delven die het al een poosje niet meer heeft gedragen. Tot die categorie behoorde het fraaie, op fluistertoon gespeelde ‘Soon’ (uit ‘Secret Name’), ‘Laser Beam’ (uit ‘Things We Lost In the Fire’) en het vaag naar gospel neigende ‘Point of Disgust’ (uit ‘Trust’). Naar goede gewoonte speelde Low weinig noten, maar iedere noot télde en alles klonk doorvoeld en gemeend: achter elk nummer ging een rijke wereld van emoties schuil.

Mimi Parker zong slechts een keer of vier de leadpartij, maar àls ze het deed, voelde je het in iedere vezel van je lichaam. ‘Holy Ghost’, op een strompelend ritme geplant, diende zich aan als onwaarschijnlijk helder en puur, terwijl het pakkende ‘Especially Me’ uitgroeide tot één van de hoogtepunten van de avond. Alan Sparhawks bindteksten waren warrig en cryptisch, maar wanneer de man zijn gitaar liet spreken, legde hij een eloquentie aan de dag waar heel wat redenaars jaloers op mochten zijn. Zo bezorgde hij ‘On My Own’ een grofkorrelige epiloog in de beste Dinosaur Sr-traditie, terwijl het broeierige, geleidelijk aanzwellende ‘Pissing’ iets leek aan te kondigen dat omineus maar onomkeerbaar was.

Eenvoud

Traag is mooi bij Low, zoveel is zeker. Statisch werd het echter nooit. Opener ‘Monkey’, één van de vier songs uit ‘The Great Destroyer’, was van een stuwende bas voorzien en ook ‘Dinosaur Act’ beschikte over afgetrainde spieren. Niet dat de groep Motörhead naar de kroon stak, maar er zat tenminste beweging in.

Eenvoud is voor Low allerminst een scheldwoord. Dat bleek onder meer uit ‘Death of A Salesman’, door Alan Sparhawk zo goed als in zijn eentje ten gehore gebracht. Maar de teksten zijn vaak gelaagder dan wordt aangenomen. Een goed voorbeeld daarvan was ‘Plastic Cup’, over hoe de mensheid dingen produceert die ook over duizend jaar de planeet nog zullen blijven vervuilen. Maar tegelijk maakte de zanger zich vrolijk over toekomstige archeologen die in de meest prozaïsche gebruiksvoorwerpen misschien ooit iets verhevens zullen zien.

Tijdens ‘When I Go Deaf’, de laatste bis, stuurde Sparhawk voor de laatste keer een noisegolf door de zaal. Hij bedankte Ayco en Eppo voor alle steun door de jaren heen en verdween van het podium, al bleef de muziek van Low nog zeker een vol uur nagloeien. Afspraak in 2025 voor een kwarteeuw ‘Duyster’? Save the date. En hopelijk is dat groepje uit Duluth er dan ook weer bij.

DE SETLIST: Monkey / Soon / Spanish Translation / No Comprende / Holy Ghost / On My Own / Death of a Salesman / Pissing / Dinosaur Act / Point of Disgust / Plastic Cup / Sunflower / Especially Me / Murderer / Landslide // Laser Beam / When I Go Deaf.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content