Lokerse Feesten – Dag 2: De koning der dandy’s

© Piet Goethals

De tweede dag van de Lokerse Feesten stond in het teken van de frontmannen. Arid zette op de Grote Kaai een (voorlopig) punt achter zijn carrière. Milow verkeerde in een slechte bui en moest het onderspit delven tegen de romantiek van Bryan ‘Dandy’ Ferry.

DA GIG: Arid, 20u00

IN EEN ZIN: Het ultieme afscheid van Arid met een greatest hits show.

HOOGTEPUNTEN: ‘Words’, ‘Broken Dancer’.

BESTE QUOTE: “Die Jasper is best knap”, aldus een enthousiaste tiener. “Bwa”, luidde het antwoord van haar vriendin.

EN U? Profiteerde van de situatie en ging zitten nu er nog voldoende ruimte was. Tegen het einde van de set gunde u Arid een oorverdovend afscheidsapplaus.

“This is the last show.” Woorden die voor sommigen verlossend klonken en anderen in treurnis achterlieten. Arid blikte namelijk voor de laatste keer terug op vijftien jaar carrière, één waarin popklassiekers met commercieel geweld werden afgewisseld. Ook nu was het balanceren tussen afgelikte popchansons en epische rocknummers. ‘At The Close Of Everyday’ flirtte met de hits van Keane, maar was in geen enkel opzicht opgewassen tegen ‘Words’ en ‘Broken Dancer’, de meeslepende klassiekers die een waardig afscheid van Arid inleidden.

Eigenbelang won de strijd van de cohesie. Jasper Steverlinck trok het laken naar zich toe en liet zijn metgezellen verweesd achter. Maar de – soms vreselijk irritante – egotripperij stond in schril contrast met de allerlaatste stormloop van Arid. ‘Broken Dancer’ bulderde en ‘Little Things Of Vernom’ sloeg een andere richting in, op zoek naar dramatiek en emoties. “Misschien tot ooit”, schreeuwde Steverlinck nog. U gunde Arid een aangrijpend en verdienstelijk afscheid. Adieu.

DA GIG: Milow, 21u30

IN EEN ZIN: De meezingmomenten waren onbegrijpelijk schaars.

HOOGTEPUNTEN: ‘No Surrender’, ‘You And Me’, ‘Ayo Technology’.

BESTE QUOTE: “Dit is mijn tribute aan hedendaagse hiphop.” (Milow over ‘Ayo Technology’.)

EN U? Uw motor sloeg pas op gang vanaf ‘No Surrender’. Véél te laat, intussen was het kalf al half verdronken.

Milow keek reikhalzend uit naar zijn ontmaagding op de Grote Kaai. Maar wat een triomftocht moest worden, draaide uit tot een matig schouwspel. Jonathan Vandenbroeck teerde op zijn melige – soms saaie – meezingers, en stalde regelmatig zijn trukendoos uit. De Leuvenaar schoot intiem uit de startblokken en eindigde imponerend, maar liet onderweg regelmatig cruciale steken vallen, mede door het publiek dat doorgaans als stoorzender fungeerde.

Er viel weinig verscheidenheid te bespeuren in het klankenpalet van Milow. Maar goed: Vandenbroeck wimpelde vlekkeloos zijn noten af, en zag zijn snedige band regelmatig voor keurige tempoversnellingen zorgen. Het woelige ‘Little In The Middle’ en ‘California Rain’ zetten de toon, maar werden uitgewist wegens een gebrek aan respons. Een uitgesponnen versie van ‘Ayo Technology’ – inclusief Jay-Z’s ’99 Problems’ – zorgde dan toch voor enige vervoering. Spannend werd het geenszins, maar Milow zorgde wél voor opwinding, in tegenstelling tot wankelende uitvoeringen van ‘Building Bridges’ en ‘She Might She Might’.

Milow piekte naar ‘KGB’, een ode aan zijn overleden vader én het kantelpunt dat in alle euforie overvloeide in ‘No Surrender’ van Bruce Springsteen. ‘You Don’t Know’ en ‘You And Me (In My Pocket)’ zorgde in extremis voor enkele pluspunten. Het mocht echter niet baten. Milow beschikt over de ideale festivalformule, maar werd genekt door het onophoudelijk gekeuvel op de Grote Kaai.

DA GIG: Bryan Ferry, 23u15

IN EEN ZIN: Bryan Ferry trommelde de jeugdherinneringen van het publiek op.

HOOGTEPUNTEN: ‘Don’t Stop The Dance’, ‘Like A Hurricane’, ‘Let’s Stick Together’.

BESTE QUOTE: “Die man playbackt toch? Nee? Waar staat hij dan?” (Een dronken toeschouwer zocht naarstig naar Bryan Ferry op het podium.)

EN U? Sloot al dansend uw ogen en constateerde achteraf dat de eerste rijen half waren leeggelopen.

Zesenzestig is Bryan Ferry inmiddels, maar nog steeds oogt hij als één brok testosteron, dartelend over het podium. Het boegbeeld van Roxy Music is immers dé verpersoonlijking van charisma, dé dandy première classe die in ieders hart een speciale plek krijgt toegewezen. De Brit streek met een repertoire van ruim veertig jaar op de Grote Kaai neer, en had een leger van twaalf sluipschutters rond zich gebouwd. Het was echter aan Bryan Ferry zelf om te bewijzen dat zijn vervaldatum nog niet is verstreken.

Driftig haspelde de zanger ‘Don’t Stop The Dance’ en ‘Slave To Love’ van zich af. Nostalgie en romantiek walsten hand in hand over het plein, en ijle elektronicawalmen sloten vrede met gierende gitaren en zoete saxofoonsolo’s. Tieners slaakten een diepe zucht, terwijl Bryan Ferry speels het oestrogeen van de vrouwen aan de leiband hield. Intussen trippelde de dandy naar zijn piano, waar hij in het oeuvre van Bob Dylan groef: ‘Make You Feel My Love’ plaatste een aanval op de emoties.

Toen Bryan Ferry in een gezapig middenstuk herviel, leek hij al zijn kruit verschoten te hebben. Neil Young’s ‘Like A Hurricane’ stribbelde in al zijn hoogdravendheid tegen, maar het was de Roxy Music klassieker ‘Avalon’ die de zanger nieuw leven inblies. Ferry haalde met ‘Love Is The Drug’ en ‘Let’s Stick Together’ een laatste keer zijn zeis boven om vervolgens iedereen omver te maaien. Amen.

Elmo Lê van

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content