Little Steven & The Disciples of Soul in De Roma: Vuurwerk en speelplezier

© Belga

Misschien kent u hem als de man-met-de bandana uit de E Street Band of als acteur in tv-reeksen als The Sopranos of Lilyhammer. Maar ‘Miami’ Steve Van Zandt heeft nog veel meer pijlen op zijn boog. Zo zette hij, als Little Steven, met zijn band The Disciples of Soul De Roma grondig op zijn kop.

DA GIG: Little Steven & The Disciples of Soul in De Roma, Borgerhout op 24/6.

IN EEN ZIN: Een twee uur durende, zinnenprikkelende show vol rock, soul, r&b en doowop, gespeeld door een briljante big band met een bevlogen frontman.

HOOGTEPUNTEN: Soulfire, The Blues is My Business, Love on the Wrong Side of Town, The City Weeps Tonight, Princess of Little Italy, I Don’t Want To Go Home….

DIEPTEPUNTEN: geen.

QUOTE van Little Steven: “Roots zijn belangrijk in het leven en vanavond graaf ik speciaal voor jullie de mijne op. Dit is de muziek die mij gekneed heeft tot wie ik vandaag ben.”

Wanneer Van Zandt op een willekeurige luchthaven de grenscontrole voorbij moet, heeft hij eigenlijk maar één vraag te duchten: ‘Wat is uw beroep?’ Dat laat zich namelijk niet in twee woorden samenvatten. De Amerikaan is zanger, gitarist, liedjesschrijver, producer, platenbaas, televisie-acteur, scriptwriter, regisseur en politiek activist en krijgt in één leven voor elkaar waar anderen er minstens negen voor nodig zouden hebben. Little Steven, vandaag 66, groeide op samen met Bruce Springsteen en Southside Johnny en in de vroege seventies was hij samen met hen verantwoordelijk voor de Jersey Shore sound: een rock-‘n-rollvariant met echo’s van soul, rhythm & blues en girl group pop, die uitermate geschikt was om op te dansen.

Vanaf Darkness of the Edge of Town werd hij één van de steunpilaren van Springsteens E Street Band en tussen 1982 en ’99 bracht hij vijf uitstekende soloplaten uit. De jongste twee decennia werd zijn aandacht opgeslorpt door andere bezigheden, maar vandaag keert hij, na een hiaat van achttien jaar, terug met het even vitale als sprankelende Soulfire, een langspeler die helemaal in het teken staat van de soul meets guitars-sound die hij, als producer, tijdens de seventies ontwikkelde met Southside Johnny & The Asbury Jukes. Een en ander leidt, voor het eerst in een kwarteeuw, ook weer tot spectaculaire liveshows, want Steve Van Zandt palmt dezer dagen de podia in met zijn vijftienkoppige Disciples of Soul. Zij die er in Antwerpen bij waren, kregen al snel in de gaten dat die combinatie garant stond voor vuurwerk en speelplezier.

Bruisend en tintelend

Little Steven laat zich vooral inspireren door de soulrevues uit de sixties, waarbij niet werd gekeken op een muzikant meer of minder. Tijdens zijn huidige tournee wordt hij dan ook in de rug gedekt door een hoogst beweeglijk zwart dameskoortje, geënt op The Ikettes, en vijf wakkere blazers, die allemaal bijdragen tot de spektakelwaarde van de set. In muzikaal opzicht zweert de man bij een organische mix van genres die zich én voor één laten associëren met een gouden tijdperk waarin spontane creativiteit en vakmanschap belangrijker waren dan imago. Anachronistisch? Bwa, zeg maar tijdloos. Want ook al klinken The Disciples of Soul een beetje retro, ze serveren levende en tintelende muziek die bruist als aspirine in een glas water en waarin altijd een hart klopt.

Het materiaal uit u003cemu003eSoulfireu003c/emu003evormde in De Roma de ruggengraat van een twee uur durende show, maar tegelijk was het een onderhoudende geschiedenisles.

Het materiaal uit Soulfire vormde in De Roma de ruggengraat van een twee uur durende show, maar tegelijk was het een onderhoudende geschiedenisles. Op zijn nieuwe cd herneemt Little Steven immers voornamelijk songs die hij in het verleden schreef voor Southside Johnny of voor pioniers als Gary U.S. Bonds en Darlene Love, die hij op hun oude dag nog een comeback bezorgde. Van Zandt, met een raspende stem die zowel herinnerde aan Bruce Springsteen als aan Tom Petty, toonde zich een bevlogen frontman, maar gunde ook zijn muzikanten consequent een plekje in de schijnwerpers. Op het menu: klassieke pop, zoals het samen met The Boss bedachte Love on the Wrong Side of Town; de veerkrachtige, aan Wilson Pickett schatplichtige soul van Until the Good Is Gone en de potige garagerock van Saint Valentine’s Day.

Standing in the Light of Fire was versierd met gitaartjes die weggelopen leken uit een spaghetti westernsoundtrack van Ennio Morricone: de galopperende ritmen en de trompet, die oneindige woestijnvlakten opriep, maakten het plaatje compleet. De ouderwetse doowopkoortjes in The City Weeps Tonight dompelden de toeschouwers dan weer onder in de straatromantiek van de jaren veertig van de vorige eeuw. Tussendoor waagden Little Steven en zijn vrienden zich ook aan enkele zeer geslaagde covers. In het van Etta James geleende Blues Is My Business hadden de toeters het voor het zeggen, al noteerden we ook een wiegende piano en een goedmoedig knorrend Booker T-orgeltje, terwijl de bij James Brown betrokken blaxploitation soul van Down and Out in New York City gestut werd door een wahwahgitaar, een onweerstaanbare percussiegroove en een kosmopolitische dwarsfluit.

Geen jicht in de vingers

Angel Eyes en het gebalde, gitaristiek flink uit de kluiten gewassen Salvation waren verzoekjes van fans. Opmerkelijk was overigens dat de intussen hoogbejaarde Lowell ‘Banana’ Levinger deel uitmaakte van de band. De man speelde ooit bij The Youngbloods, Little Stevens favoriete sixtiesband, en bewees met zijn swingende toetsenwerk dat er nog geen jicht in zijn vingers zat. In het prachtige Princess of Little Italy dat ook werd bijgekleurd met een accordeon, beroerde hij een mandoline, terwijl de frontman zijn gitaar door merg en been liet snijden.

Little Steven deed geen enkele moeite om trendy over te komen, maar trakteerde de aanwezigen op een opwindend concert.

Het laatste deel van de set stond in het teken van Little Stevens maatschappelijke en politieke engagement, dat zich blijkbaar het best liet verpakken in reggaenummers, type Leonard Peltier (over een indianenactivist die al veertig jaar in een Amerikaanse gevangenis zit voor een moord die hij niet heeft gepleegd), Solidarity en het door Jackson Browne en Pearl Jam gecoverde I am a Patriot. Bitter Fruit, over uitbuiting, werd aangedreven door een salsapiano en uitsmijter Forever gaf aanleiding tot een massale samenzang met het publiek.

Met het toepasselijke I Don’t Wanna Go Home en Out of the Darkness als toegiften, maakten The Disciples of Soul de cirkel méér dan rond. Little Steven deed geen enkele moeite om trendy over te komen, maar trakteerde de aanwezigen op een opwindend concert dat hen nog lang zal heugen. Dat de man beloofd heeft, tussen zijn tournees met Springsteen door, weer wat vaker van zich te laten horen, is dus fantastisch nieuws. De goede lieden van de Roma hadden zich echt geen mooiere seizoenafsluiter kunnen dromen. Feest! (D.J.M.)

DE SETLIST: Soulfire / Coming Back / Among the Believers / The Blues is My Business / Love On the Wrong Side of Town / Until the Good Is Gone / Saint Valentine’s Day / Standing in the Line of Fire / I Saw the Light / Angel Eyes / Salvation / The City Weeps Tonight / Down and Out in New York City / Princess of Little Italy / Solidarity / Leonard Peltier / I am a Patriot / Bitter Fruit / Forever // I Don’t Want to Go Home.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content