José González in het Koninklijk Circus: Een evenwichtskunstenaar vol blauwe plekken

© José González

Van opleiding is hij biochemicus, maar u kent José González vooral als de introverte indiefolktroubadour die ooit de harten veroverde met zijn fraaie akoestische versie van ‘Heartbeats’ van The Knife. Momenteel toert hij met een twintigkoppig orkest, dat zijn liedjes een barok jasje aanmeet.

DA GIG: José González & The Göteborg String Theory in Koninklijk Circus, Brussel, op 22/1.

IN EEN ZIN:Het concert in Brussel gaf aan dat ’s mans songs alleen een groot orkest kunnen verdragen, op voorwaarde dat de tussenkomsten zorgvuldig gedoseerd zijn.

HOOGTEPUNTEN: ‘Heartbeats’, ‘Crosses’, ‘Down the Line’, ‘Cycling Trivialities’…

DIEPTEPUNTEN: de momenten waarop het orkest zo nadrukkelijk aanwezig was dat het de songs dreigde te verstikken.

QUOTE: González is van nature zo timide dat hij zelden spreekt tot zijn publiek. Verder dan de aankondiging van een songtitel kwam hij ook dit keer niet.

Het eerste woord dat spontaan bij ons opkomt als we de muziek van José González moeten omschrijven, is ‘spartaans’. Veel méér aan een dunne fluisterstem en wat getokkel op een Spaanse gitaar hebben zijn songs immers doorgaans niet om het lijf. Toch kan de Argentijnse Zweed niet aan de verleiding weerstaan zijn karakteristieke minimalisme af en toe in te ruilen voor een maximalistischer aanpak. Dan laat hij zich begeleiden door The Göteborg String Theory, een multidisciplinair collectief dat de grenzen van de hedendaags klassieke muziek opzoekt en regelmatig met popmuzikanten aan de slag gaat. Met dat ensemble trad González in 2011 al eens aan in de AB en inmiddels is de samenwerking blijkbaar hernieuwd. Meteen een alibi om nog eens de hort op te gaan, want een nieuwe plaat heeft de 38-jarige zanger momenteel niet te promoten. Zijn jongste cd, ‘Vestiges & Claws’, dateert al van 2015.

Dat een artiest, die meestal in zijn eentje op het podium staat, zijn publiek ook wel eens met extra mankracht wil overdonderen, is niet onbegrijpelijk. Voor de fans kan het dan weer interessant zijn om de vertrouwde liedjes eens in een ander, rijker arrangement te horen. Maar draagt die weelderige verpakking bij tot de betekenis en de zeggingskracht van de nummers? In het Koninklijk Circus stelden we vast dat het antwoord op die vraag zeker niet eenduidig is. José González, wiens werk het midden houdt tussen dat van Nick Drake en het oeuvre van de Cubaanse nueva trova-zanger Silvio Rodríguez, heeft eigenlijk niet veel nodig om de luisteraar te hypnotiseren. Dat heeft alles met zijn rijke gitaarspel te maken, want zijn stem klinkt vrij vlak en reliëfloos en een erg charismatische performer is hij ook al niet.

Overdaad

In Brussel klonken de strijkers van The Göteborg String Theory, onder leiding van dirigent PC Nackt, eerst nog vrij behoedzaam. In ‘Every Age’ begonnen de blazers zachtjes te stotteren, maar al gauw merkte je dat het orkest geneigd was alle gaatjes en kieren in de songs op te vullen, zodat ze nauwelijks nog zuurstof kregen. In ‘How Low’ gingen de musici zo onheilspellend te keer dat we het gevoel hadden naar de soundtrack van een Hitchockfilm te luisteren. Te midden van al dat bombastische geweld dreigde de zanger bijkomstig te worden en verdween zijn gitaarspel in het geheel.

Bij ‘The Forest’ moesten we ons best doen om niet in te dutten en ook het van Massive Attack geleende ‘Teardrop’ was een slag in het water. Het overdadige arrangement, dat het midden hield tussen Keltisch en oriëntaals, stond haaks op het ingetogen karakter van de song. Mocht de dirigent een evenwichtskunstenaar zijn geweest, dan stond hij na afloop gewis vol blauwe plekken. Twee keer kreeg het orkest ook vrij spel tijdens instrumentale stukken waarin de percussie centraal stond. Er werd op gongetjes, belletjes, staalplaten en een droogrek gemept en op zich waren die uitspattingen best inventief. Alleen pasten ze niet echt bij de nummers en haalden ze de vaart uit de set.

Toch zorgden de tussenkomsten van The Göteborg String Theory soms voor sterke momenten. In ‘Cycling Trivialities’ slopen de violen haast ongemerkt de song binnen om er uiteindelijk een soort van waas over te leggen, al werd de coda zó lang uitgerekt dat we meer dan eens op ons uurwerk keken. ‘Down the Line’ (ooit nog gecovered door The Gutter Twins) werd van een zwierige vibe voorzien en in ‘Crosses’ kwamen de strijkers net zo ritmisch uit de hoek als in ‘Eleanor Rigby’ van The Beatles.

Boormachine

Ook in ‘Abram’ deed het orkest, met zijn verwijzingen naar musique concrète, je bloed wat sneller stromen. Op een bepaald moment werd zelfs een boormachine in stelling gebracht en leek het gehamer van de drummer en de percussionisten op een demonstratie in een zaak voor doe-het-zelvers. ‘Heartbeats’ werd voor de gelegenheid voorzien van een lange intro die nergens naartoe ging. Nog een geluk dat het nummer zelf een tamelijk sobere uitvoering kreeg en het zijn voordeel kon doen met enkele harmoniërende vrouwenstemmen.

De liedjes uit de jongste plaat (‘What Will’, ‘Let It Carry You’, ‘Stories We Build, Stories We Tell’…) moesten het vooral hebben van een aanstekelijke groove en herinnerden nog het meest aan de sound van Junip, de band waar José González regelmatig in onderduikt.

Het concert in Brussel gaf vooral aan dat ’s mans songs alleen een groot orkest kunnen verdragen, op voorwaarde dat de tussenkomsten zorgvuldig gedoseerd zijn. Maar zoals we al vaker hebben moeten vaststellen bij dergelijke allianties: méér is zeker niet altijd lekkerder.

Dirk Steenhaut

DE SETLIST: Instrumental Intro / Every Age / Down the Line / How Low / The Forest / Cycling Trivialities / Broken Arrows / Crosses / Abram / What Will / Heartbeats / Experimental Percussion Piece 1 / Teardrop // Leaf Off/The Cage / Let It Carry You / Experimental Percussion Piece 2 / Stories We Build, Stories We Tell.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content