John Mayall @ Muziekodroom

77 is hij ondertussen, en nog altijd on the road: John Mayall, samen met zijn Bluesbreakers de grondlegger van de ‘British Blues Boom’ in de jaren zestig. Verslag van zijn passage in Hasselt.

Hoogtepunt: ‘Checkin’ Up on My Baby’ van Sonny Boy Williamson, jolig meegezongen door het publiek

Dieptepunt: een aanvankelijk best opwindende bassolo die veel en veel te lang duurt – moeten we dat nu blijven zeggen?

Beste quote: “You were much rowdier in the other room. Just pretend this is the bar.” (het publiek is een beetje stilletjes)

77 is John Mayall ondertussen, en nog altijd on the road, met zijn ogen tot spleetjes geknepen en zijn grijze lokken wapperend in de wind, voortsnellend over de stoffige wegen van de uitgestrekte Amerikaanse landschappen die hij zich als Brit alleen maar levendig kan voorstellen – hij moet daarin geoefend zijn, ondertussen. Zijn concert in Hasselt begon zoals het vorige, twee jaar geleden in de AB, eindigde: Mayall, alleen aan zijn keyboard, zingt ‘Another Man Done Gone’ van Sonny Boy Williamson.

De roestvlekjes doen zijn stem geen kwaad, maar het gevoel kruipt duidelijk eerder in zijn vingers en zijn mondharmonica – zingen doet Mayall uit de losse pols, omdat de woorden daar nu eenmaal horen, maar dat er nu weer één van zijn vrienden onder de zoden verdwenen is weerklinkt niet in zijn stem. Dat is natuurlijk ook een beetje Britse bluesrock – de oorspronkelijke blues vormen de basis voor opwindende muzikale avonturen, als sterke verhalen met diepe wortels, maar het oorspronkelijke gevoel gaat al eens verloren – zie ook Eric Clapton, die overigens gitaar speelde op de plaat uit 1966 waarop Mayall deze song voor het eerst onder handen nam.

Clapton, Jeff Beck, Mick Taylor, Peter Green, het lijstje voortreffelijke gitaristen dat van Uncle John ooit een duwtje in de rug kreeg is genoegzaam bekend. Minder legendarisch, maar inmiddels ook vertrokken is Buddy Whittington, gitarist op de vorige tour, maar nu op zoek naar een eigen carrière en vervangen door een man met een naam voor een krachtpatser die gitaren opslokt zonder kauwen: Rocky Athas, die zichzelf minder op de voorgrond werkte maar zich verder voortreffelijk kweet van de gonzende gitaarsolo’s die soms al na enkele maten de song overnamen.

Verder geen verrassingen op dit concert (behalve misschien de uitgebreide, wendbare scat van Mayall): als een diskjockey koos de zanger de beste oude bluesklassiekers (al eeuwenlang dezelfde), die hij draaiend met zijn knokige torso en met zijn neus in de lucht van swingende pianoklanken voorzag en verder vrijliet in handen van een alweer min of meer voortreffelijke band, in wiens werkzaamheden hij zichtbaar plezier schepte. En aan het einde zei hij met een brede grijns dan toch dat we een fantastisch publiek waren geweest en kregen de eerste rijen allemaal een hand van hun held.

John Mayall is oud maar nog niet versleten. Hopelijk mag hij voor het te laat is nog eens met één van zijn discipels het grote podium op – aan zijn laatste plaat te horen is Clapton er klaar voor.

Tim Vernimmen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content