James Vincent McMorrow @ Botanique: Er hing magie in de lucht

In Ierland behoort hij al tot de populairste artiesten van het moment, maar ook elders in Europa en de VS wordt James Vincent McMorrow door een groeiend publiek op handen gedragen.

DA GIG: James Vincent McMorrow in de Orangerie van Botanique, Brussel op 19/2.

IN EEN ZIN: McMorrow, die op zijn cd’s alles zelf doet, wist zijn songs op een zinnenprikkelende manier te herkneden en bewees dat hij ook een begenadigde zanger is.

HOOGTEPUNTEN: ‘Red Dust’, ‘Gold’, ‘We Don’t Eat’, ‘Cavalier’, ‘Hear the Noise’….

DIEPTEPUNTEN: geen.

BESTE QUOTE: “We hebben al vaker in dit land gespeeld, maar dit is onze eerste show als headliner en we zijn zeer vereerd dat we vanavond op deze coole plek mogen staan.”

In Ierland behoort hij al tot de populairste artiesten van het moment, maar ook elders in Europa en de VS wordt James Vincent McMorrow door een groeiend publiek op handen gedragen. Zijn cd ‘Post Tropical’ krijgt hoge waarderingscijfers en zijn concert in Brussel was méér dan uitverkocht.

Technisch gesproken behoort de uit Dublin afkomstige James Vincent McMorrow tot de liga der folky singer-songwriters. Zijn eerste cd ‘Early in the Morning’ (uit 2010), maakte hij helemaal in zijn eentje, tijdens een verblijf van vijf maanden in een huis met uitzicht op de Ierse zee. De man beschikt bovendien over een falsetstem van het type waarmee je wolkenformaties uit elkaar kunt jagen.

De vergelijking met Bon Iver is dus snel gemaakt. Toch zou het van simplisme getuigen hem als de zoveelste epigoon af te doen. McMorrow schrijft namelijk liedjes van hoog niveau, die twee jaar geleden tijdens Rock Werchter de vroege aanwezigen al verrast de oren deden spitsen. Eerder had de bebaarde zanger in de marge van EuroSonic een prestigieuze EBBA (European Border Breakers Award) gekregen, omdat zijn debuut op het Europese continent tal van kasa’s had doen rinkelen.

Veel artiesten zouden dat succes verzilveren door met hun volgende plaat op dezelfde formule voort te borduren. De 31-jarige Ier deed echter precies het tegenovergestelde. Op het onlangs verschenen ‘Post Tropical’ schoof hij zijn akoestische gitaar resoluut aan de kant en koos hij voor een intimistische soulsound, beheerst door keyboards en elektronica. James Vincent McMorrow was immers opgegroeid met hiphop en r&b en sterk beïnvloed door de producties van The Neptunes, N.E.R.D., D’Angelo en Maxwell.

Dus trok hij zich terug in een studio vlakbij de Mexicaanse grens, experimenteerde er uitgebreid met handclaps en synthetische blazers en joeg zijn stem nog hoger de stratosfeer in dan voordien. “James Blake!”, riepen de critici in koor, toen ze het resultaat van zijn knip- en plakwerk te horen kregen. Is McMorrow dan toch een opportunist, die meticuleus succesrijke collega’s kopieert? Niet echt. Alleen vergt het meerdere aandachtige luisterbeurten om daar achter te komen.

Verrukking

Op het podium van de Botanique bleek alvast dat James Vincent McMorrow er niet voor terugschrikt zijn songs drastisch te herkneden. Daartoe liet de zanger, afwisselend in de weer op gitaar en klavieren, zich bijstaan door een driekoppige band die uitsluitend uit multi-instrumentalisten bestond. Live klonk het nieuwe werk organischer dan op de plaat en lichtten in de liedjes plots details op die je voordien waren ontgaan, zodat je, door de verrassende maar prikkelende klankkleuren, soms het gevoel had naar remixen te luisteren.

Iets meer dan de helft van de songs werd uit ‘Post Tropical’ geplukt, terwijl de overige zeven nummers uit ‘Early In The Morning’ afkomstig waren. Aanvankelijk waren het vooral de sober vormgegeven pareltjes uit de laatstgenoemde cd, zoals ‘Hear the Noise That Moves So Soft And Low’ of het even ingehouden als behoedzame ‘Down the Burning Ropes’, die bij het vrouwelijke publiek kreetjes van verrukking provoceerden. Het contrast tussen de oudere en de nieuwe songs klonk overigens minder ingrijpend dan gevreesd. Hoewel de teksten uit ‘Post Tropical’ een beetje brokkelig aandeden, wisten de nummers in hun bijgestuurde vorm moeiteloos te boeien. In ‘The Lakes’ dook een pedalsteel op, het minimalistische ‘Glacier’ werd gepimpt met en klarinet en in de pianoballad ‘Red Dust’ maakte James Vincent McMorrow volop gebruik van elektronische loops. ‘Look Out’ had dan weer iets van profane gospel. Vaak hing er magie in de lucht en die was vooral te danken aan McMorrows wendbare stem, die niet voor die van Antony Hegarty hoefde onder te doen.

Piramides

Bovendien had de zanger voor een mooie visuele inkleding gezorgd. Het podium stond vol lichtgevende piramides en als backdrop fungeerde een cirkelvormige sculptuur die onze planeet moest voorstellen en waarop de lichtman verbluffende effecten tevoorschijn toverde. Erg spraakzaam was McMorrow niet: pas na negen nummers richtte hij voor het eerst het woord tot zijn publiek. Op die momenten werd gelukkig duidelijk dat hij best wel gevoel voor humor heeft. Zo kondigde hij ‘All Points’ aan als het begin van de dance-sectie. Een poëtische overdrijving, al was het wél fascinerend te horen hoe het ritme de song geleidelijk overwoekerde. Soms werd het materiaal zelfs van een rockcomponent voorzien die op de plaat ontbrak, zoals in het vrij stevige, door McMorrows elektrische gitaar aangedreven ‘Gold’. In het verstilde ‘Cavalier’ en afsluiter ‘Outside, Digging’, waarin de omineuze zin “There is so little left from the warmth of te sun” als een soort mantra werd herhaald, raakten we vooral onder de indruk van de uitgekiende, meerstemmige samenzang.

Tussen al die nieuwelingen zaten, op strategische momenten in de set, ook regelmatig nummers uit McMorrows debuut verstopt. Tot die categorie behoorde een hoogtepunt als ‘We Don’t Eat’, dat werd ingezet met een naar Philip Glass lonkende piano en vervolgens, door toedoen van de zanger, die als een wildeman op een drum mepte, in een kolkende stroomversnelling terecht kwam. Ook de bissen werden uit ‘Early in the Morning’ gelicht: het door Vincent McMurrow solo gespeelde ‘And If My Heart Should Somehow Stop’ en tot slot, met rugdekking van de band, ‘If I Had A Boat’.

Zeker, zijn sound is soms nog wat schatplichtig aan James Blake en Justin Vernon, maar McMorrow bewees in Brussel dat hij genoeg lef en talent in huis heeft om op zijn eigen merites te worden veroordeeld. Wie nog twijfelde vóór het concert, liet in de Botanisue binnen de kortste keren zijn reserves varen. Welkom in het Iernamaals.

Dirk Steenhaut

DE SETLIST: The Lakes / Hear The Noise That Moves Soft And Low / Glacier / Red Dust / Down The Burning Ropes / Follow You Down To The Red Oak Tree / This Old Dark Machine / Post Tropical / Look Out / All Points / We Don’t Eat / Gold / Cavalier / Outside, Digging // And If My Heart Should Somehow Stop / If I Had A Boat.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content