Graspop 2010 preview: Stone Temple Pilots @ SXSW in Austin, Texas

© Epa

Eén van de populairste èn meest verguisde (hard)rockbands van de jaren negentig plant nog maar eens een comeback. Deze zomer walst Stone Temple Pilots door Graspop in Dessel, mét een nieuwe, titelloze plaat op zak.

Eén van de populairste èn meest verguisde (hard)rockbands van de jaren negentig plant nog maar eens een comeback. Deze zomer walst Stone Temple Pilots door Graspop in Dessel, maar de band zal wel zo gemanierd zijn iets voor u mee te brengen: een nieuwe, titelloze plaat namelijk (release: 25 mei).

In de Austin Music Hall, op het waanzinnig volgeladen showcasefestival South By Southwest, trad een patente groep voor het voetlicht die er zich duidelijk niet voor schaamt voluit het typische Amerikaanse megarockshowgedoe uit te spelen. Gitaren werden ter onderstreping van ‘kijk naar mij’-poses ingezet, zanger Scott Weiland – in strak vestje, hemd en das – bleek ook zónder de Velvet Revolver-kleerkast als zanger groter dan zichzelf, en aan grote dommekrachten van riffs was evenmin een gebrek. Maar: zo moest dat, natuurlijk.

Stone Temple Pilots is altijd verweten dat het zich wat hanig op de kar van de grunge heeft gegooid, om vervolgens miljoenensuccessen te oogsten met een soort protserige hardrock waarmee dat genre (toch evenveel eerbare punk als coole metal) net komaf wilde maken. Origineel was de groep ook al niet. Gelukkig stal ze van de goeien: afgelopen donderdagavond moest je tijdens ‘Hollywood Bitch’, het met een fraaie slide op gang getrokken ‘Interstate Love Song’ en het nieuwe ‘Bagman’ voortdurend aan Aerosmith denken. Zonder de sleazy schwung weliswaar, maar je kunt niet alles hebben.

Zeggen dat de andere nieuwe songs – waaronder single ‘Between The Lines’ – een verpletterende indruk op ons achterlieten, zou de waarheid behoorlijk molesteren zijn. In combinatie met de rustpunten ‘Big Empty’ en het poppy ‘Sour Girl’ dreigde die haperende toestand even in een algemene malaise te verzanden. Nu ja, zo ver kwam het uiteindelijk niet.

‘Creep’ en ‘Plush’ bleken ook achttien jaar na de feiten nog steeds songs met oren en poten (als u ons onze afkomst uit de zwijnenprovincie even wilt vergeven), waarna shots from the hip zoals ‘Huckleberry Crumble’ (vers, maar wèl meteen sterk) en ‘Sex Type Thing’ de vier Amerikanen gaandeweg in potige barrockers transformeerden. Of hoe noem je anders een band die je doet declareren dat die laatste pint van daarnet eigenlijk de voorlaatste was?

De bisronde werd op gang getrokken door ‘Roadhouse Blues’ van The Doors, mèt medewerking van gitarist Robbie Krieger, zomaar één van de twintig miljoen muzikanten die toch maar wat in town rondhing. De ten dans gespeelde versie rammelde nogal, maar we onthielden toch dat Riders On The Storm (de naam waaronder Krieger en Doors-toetsenist Ray Manzarek jaren geleden weer Doorssongs begonnen te spelen) indertijd de verkeerde vervangers voor Jim Morrison hebben uitgekozen. Mooi extraatje toch. Met of zonder hulp van levende sixtieslegendes: Stone Temple Pilots zullen best wel pakken op Graspop.

Kurt Blondeel

De setlist

1. Vasoline (Purple, 1994)

2. Crackerman (Core, 1992)

3. Wicked Garden (Core)

4. Hollywood Bitch (Shangri-La Dee Da, 2001)

5. Between The Lines (nieuwe single)

6. Hickory Dichotomy (nieuw)

7. Big Empty (Purple)

8. Sour Girl (No. 4, 1999)

9. Creep (Core)

10. Plush (Core)

11. Interstate Love Song (Purple)

12. Bagman (nieuw)

13. Huckleberry Crumble (nieuw)

14. Sex Type Thing (Core)

15. Dead And Bloated (Core)

16. Road House Blues (cover The Doors)

17. Trippin’ On A Hole In A Paper Heart (Tiny Music…, 1996)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content