De triomftocht, de melancholie en het #MeToo-moment: dit onthouden wij van de tweede Rock Werchterdag

© Wouter Van Vaerenbergh
Michael Ilegems
Michael Ilegems Chef van Knack Focus en KnackFocus.be

Van de tienerrock van The Kooks tot het Belgische feestje van Arsenal: het kon ons allemaal bekoren. Maar dé man van Werchter op dag 2? Dat was zonder twijfel Anderson .Paak.

IAMDDB, of wanneer de middelen het doel heiligen

‘Put your spliff in the air, light it up and vibe with me’. IAMDDB – ofte: ‘I am Diana DeBrito’ – was duidelijk naar Werchter gekomen om u al vroeg op de dag uit uw tent te lokken.

‘Urban jazz’, noemt de oranje-blond gedreadlockte twintiger, afkomstig uit Manchester en met roots in Angola en Portugal, haar hybride sound. Maar in Werchter kregen we meer trap en r&b dan jazz voorgeschoteld. En gewauwel, dat ook. Véél gewauwel.

IAMDDB, enkel geruggensteund door een dj met witte hoodie, haalde het tempo al uit haar concert nog voor het goed en wel begonnen was. Ze ‘zegende’ het podium van Werchter met wierookstokjes, liet een pancarte met daarop de tekst ‘We love IAMDDB’ aanrukken (‘om in mijn huis op te hangen’, zei ze) en vroeg een toeschouwer om een joint die ze dan ook nog eens tijdens haar show oprookte. Iets zegt ons dat het niet haar eerste van de dag was.

De rapster-zangeres, dit jaar nog derde geëindigd in de beruchte BBC Sound of 2018-poll, heeft nochtans veel in haar mars, zo bewezen onder meer het op een lome hiphopbeat gestoelde Dripcity en de door zinderende synths aangevuurde singalong Shades. Alleen: die muzikale opflakkeringen waren veel te spaarzaam, vrijdag in The Barn. De middelen heiligden het doel bij IAMDDB, en dat is een gemiste kans.

IAMDDB
IAMDDB© Wouter Van Vaerenbergh

Al zijn wij al lang blij dat ze het naliet Asul te spelen, de opener van haar jongste release Flightmode, Vol. 4. De tekstregel ‘Vamos pro Bazil’: dát zou pas in het verkeerde keelgat zijn geschoten.

Het #MeToo-moment van First Aid Kit

‘We are sick of being afraid. Met dit nummer willen we de daders van seksueel geweld aanklagen. Dames, we hopen dat jullie de kracht vinden om voor jezelf op te komen. En mannen, jongens: ook jullie hulp hebben we nodig. Bij een seksueel getinte grap of opmerking van een vriend moeten jullie kunnen zeggen: that’s not fucking funny!’

Het was een van dé momenten van Rock Werchter tot dusver, hoe Karla Söderberg – een van de twee zussen achter het Zweedse First Aid Kit – zich achter de #MeToo-beweging schaarde. Én ze nog perfect verklankte ook, met song in kwestie You Are The Problem Here, inclusief de tekstuele uitsmijter ‘I hope you fucking suffer!’ Een straf statement van een anders zo lieflijk klinkende countrypopband.

Patti Smith werd ooit tot tranen toe door hen bewogen, maar ook Jack White en Paul Simon, toch de eeuwige koele kikkern hebben een boon voor hen. Net als Jack White. Op Rock Werchter begrepen we waarom. First Aid Kit kent de countrycatalogus uit zijn broekzak – Emmylou was zelfs een expliciet eerbetoon aan de grote country-iconen, Emmylou Harris op kop – en doet er iets eigenzinnigs mee, niet zelden met subtiele blazers en dito pianoriedeltjes. Wolf kreeg dan weer een potige elektrische outro mee, en werd, net als gedoodverfd afsluiter Silver Lining, op handgeklap en zangsalvo’s onthaald door een barstensvolle Barn. Fucking goed concert!

First Aid Kit
First Aid Kit© Wouter Van Vaerenbergh

Van de euforie in de melancholie met London Grammar

Schoorvoetend betrad Hannah Reid, sowieso al niet de zelfverzekerdste frontvrouw uit het pak, het hoofdpodium van Rock Werchter. London Grammar begon er weliswaar een kwartier later aan dan voorzien, maar op dat moment moesten de Rode Duivels zich nog altijd 15 minuten staande zien te houden tegen Brazilië. Bijgevolg moest de al vroeg prijsgegeven hitsingle Wasting My Young Years het opnemen tegen een met moeite half gevulde wei. Jammer.

De triomftocht, de melancholie en het #MeToo-moment: dit onthouden wij van de tweede Rock Werchterdag
© Wouter Van Vaerenbergh

Football’s coming home’, citeerde Reid een Engels voetbalanthem uit de jaren negentig, toen in Rusland het laatste fluitsignaal had weerklonken en er een collectief gevoel van opluchting door de wei gierde. Maar London Grammar kon de euforie alleen maar beantwoorden met melancholie.

Mooi was het nochtans wel, hoe het trio Kavinsky’s elektrosong Nightcall – u kent ‘m uit Drive – vertimmerde tot een serene pianoballad, en hoe een vooraan het podium zittende Reid het recente Rooting for you a cappella inzette. Héél eventjes joeg ze haar stem de hogere regionen in, en bleek die verdorie elastischer te zijn dan u al die tijd had gedacht.

Na Strong en Oh Woman Oh Man – vlekkeloos uitgevoerd, maar ook niet meer dan dat – werd er eindelijk iets wat op een eindspurtje leek ingezet. In Big Picture zat een funky gitaarriedeltje verstopt, afsluiter Metal And Dust baadde eerst in een grimmig ambientsfeertje, om finaal uit te barsten in wat stevigere drum- en gitaarsalvo’s van Dominic Major en Dan Rothman.

Degelijk, ja, maar niet het feestje dat u na negentig minuten nagelbijten voor ogen had.

Arsenal: feesten alsof er geen morgen is

London Grammar was niet het feestje dat u na negentig minuten nagelbijten voor ogen had.

‘There’s no tomorrows left, just todays’, zong Paulien Mathues, ex-The Voice-winnares en samen met zangeres Judith Okon en zanger en multi-instrumentalist Tim Bruzon een van de nieuwe aanwinsten in Arsenals liveband, halverwege de set. En inderdaad: bij Belgiës meest gevierde partycollectief telde enkel het nú.

Al vanaf opener Long Sun, Low Shadow, uit jongste worp In the rush of shaking shoulders, werd de plankenvloer in Klub C danig op de proef gesteld. Shaking shoulders kwam er na een trip richting Nigeria, waar spilleden Hendrik Willemyns en John Roan zich lieten onderdompelen in een bad van afrobeats. Je kon het horen aan Amplify, nog geen jaar oud en al onthaald als een geheide klassieker. U shakete met veel méér dan alleen uw shoulders.

Uit het archief werd Amelaka Motinga opgerakeld, en het paste wonderwel in de nieuwe marsrichting van Arsenal, aangevuurd door splijtende percussie (op het podium werd drummer Dirk Loots vergezeld door een tweede slagwerker). Op Saudade hadden we Cristiano Ronaldo graag de samba zien dansen, en Estupendo was weer een exotische excursie naar verre, pittoreske bestemmingen.

‘Ik ga niet veel zeggen tussen de nummers’, dixit John Roan, die voortdurend als een volleerde volksmenner om zijn bevallige co-entertainer Leonie Gysel heen kronkelde, ‘maar dat komt gewoon omdat ik geen adem meer heb.’ En ook u hapte ernaar, toen Melvin en niet veel later ook Lotuk het feestje helemaal compleet maakte. Anno 2018 is Arsenal een gróép geworden, een sterrenteam met tien leden. Zouden ze daar het WK niet mee kunnen winnen?

Arsenal
Arsenal© Wouter Van Vaerenbergh

De springkasteelpop van The Kooks maakt mensen gelukkig

The Kooks beschouwden het als hun missie onze innerlijke Jeroen Meus aan te spreken en daartoe gebruikten ze uitsluitend eerlijke ingrediënten.

The Kooks
The Kooks© Wouter Van Vaerenbergh

Het kwartet uit Brighton is al jaren het favoriete bandje van de braafste meisjes en jongens uit de klas. In zijn wereld is dan ook geen plaats voor driehoeksmeetkunde of kwantummechanica: alles is er simpel en bevattelijk. The Kooks maken springkasteelpopdeunen zoals Ooh La en She Moves In Her Own Way, die je vooral uitnodigen een beetje theatraal met de armen te zwaaien. Tegelijk zijn ze al net zo ongevaarlijk als de schoothond van de buurvrouw: ze bijten niet en doen hun gevoeg altijd in de daartoe bestemde zandbak.

Zanger Luke Pritchard en zijn vrienden sloofden zich uit om het hun fans naar de zin te maken, middels goed geconstrueerde melodietjes uit het architectuurhandboek van de prille Fab Four. Toen de frontman Seaside even solo en akoestisch onder handen nam, kreeg hij echter net zo makkelijk vocale ondersteuning van enkele honderden gastronomen vóór het podium.

Goed, zwaargewichten kun je The Kooks bezwaarlijk noemen. Maar je verwijt een verfrissend zomerbriesje toch ook niet dat het geen windhoos is? Een feit is dat de antenne van je transistorradio spontaan begint te kwispelen, zodra catchy popsongs als Junk of the Heart, Naive of het gloednieuwe Four Leaf Cloverde ether in worden gekatapuleerd. Uiteindelijk deden The Kooks met hun good time music precies wat hen was opgedragen, want na afloop krioelde het op de wei van de jongelieden met een stralende glimlach om de mondhoeken. In de Michelingids is dat goed voor minstens een ster of drie.

Sam Fender, indierocker met de allure van George Orwell

Tot voor kort was Sam Fender, een 21-jarige singer-songwriter uit Newcastle, voor ons nog een illustere onbekende, maar de Spotify-generatie had hem blijkbaar al in de armen gesloten. De man mocht op The Slope dus spelen voor een publiek dat, in numeriek opzicht, minstens een uitverkochte AB vertegenwoordigde. Fender heeft, naar verluidt, weinig met romantiek: zijn songs gaan over maatschappelijke kwesties die relevant zijn in het hier en nu. Zijn favoriete boek is 1984 van George Orwell en dat merk je ook aan zijn songs, over ‘fake news’, de me too-generatie en ‘all the dead boys in my hometown’. Sam Fender en zijn band maakten in Werchter een beloftevolle indruk: voortreffelijke songs, waarin geen gebrek was aan reliëf en dynamiek, en waarin het aardige gitaarspel aangaf dat de man geen zachtgekookt eitje is. Er werd zelfs om verzoeknummers geschreeuwd en jawel, Play God, zijn vorig jaar verschenen debuutsingle, liet ook uw dienaar niet onberoerd. Die eerste langspeler mag nu snel gaan komen.

Curtis Harding speelt garagesoul met psychedelische contouren

Het is opvallend hoeveel zwarte rhythm & bluesartiesten zich dezer dagen laten assisteren door uitsluitend blanke muzikanten. Wijlen Charles Bradley, maar ook Lee Fields en Leon Bridges werden het eerst door bleekneuzen omarmd en iets soortgelijks lijkt nu aan de hand met Curtis Harding. De zanger uit Atlanta was al te horen op platen van Cee-Lo Green, speelde garagesoul met leden van The Black Lips en heeft inmiddels twee soloplaten uit die hij zelf omschrijft als slop ‘n’ soul.

Curtis Harding
Curtis Harding© Wouter Van Vaerenbergh

Harding gooit gospel, punk, blues en psychedelische rock in een blender en komt zo tot een organische soulvariant die verwijst naar de vintage-tradities van Stax en Motown, maar tegelijk niet wars is van psychedelische trekjes. De man wist ons onlangs aangenaam te verrassen in het voorprogramma van Lenny Kravitz en dat was zeker geen toevalstreffer. In KluB C bewees hij dat zijn falset nauwelijks hoeft onder te doen voor die van de grote Curtis Mayfield en dat hij net zo onweerstaanbaar uit de hoek kan komen als Shuggie Otis.

Songs als Next Time, Drive My Car, het swingende Till the End en Ghost of You werden gestut door potig gitaarwerk, soepele baslijnen en af en toe een streepje zwoele sax. Toen Curtis Harding tijdens Keep on Shining ook nog een fles Funk Grand Cru ontkurkte, bood het publiek al lang geen weerstand meer. Alles golfde en deinde in de tent.

Toegegeven, de man was geen Otis Redding en in zijn bast huisde niet meteen een grote vernieuwer. Niettemin is het een verademing dat er nog artiesten zijn die, anno 2018, de soulvlam brandend houden. We kijken nu al uit naar het opreden van Durand Jones & The Indications, want ook dàt groepje kunnen we u warm aanbevelen.

Ben Howard delft het onderspit tegen de Duivels

Ben Howard was niet de meest benijdenswaardige artiest die dit jaar tijdens Rock Werchter op het podium kampeerde. Hij moest immers zijn ding doen terwijl elders op het festivalterrein alle ogen gericht waren op de videoschermen waarop zich de historische veldslag tussen België en Brazilië voltrok. Bij de aanblik van een volle Barn dacht je eerst nog: ha, die timide Britse folkrocker vermag het toch maar mooi enkele duizenden fans van het voetbal weg te houden. Een foute perceptie, zo bleek. Toen de tent, halverwege ‘Someone in the Doorway’, plots ontplofte, had dat volstrekt niets met de verrichtingen op het podium te maken. Het was gewoon de knaller van Kevin De Bruyne die de stand naar een glorieuze 0-2 bracht. Naar een concert kijken en tegelijk op je telefoon de wedstrijd volgen: faut le faire.

Ben Howard
Ben Howard© Wouter Van Vaerenbergh

Howard liet het niet aan zijn hart komen. De man wilde sowieso al af van zijn reputatie van meisjesidool, en liever dan een nieuwe Ed Sheeran te worden, koos hij op zijn jongste cd Noonday Dream voor experimentele uitstapjes, richting ambient. Ook op het podium resulteerde een en ander in veel trage, gelaagde en epische songs, type A Boat to an Island on the Wall, Murmurations of Towing the Line. Ze werden overheerst door uitgesponnen (slide)gitaarsolo’s, bevreemdende elektronische geluiden en occasioneel ook door een treurende viool of een zacht zoemende cello.

Een moedige artistieke keuze, dat zeker. Alleen snakte dit soort muziek naar de intimiteit van een zaal en kwam ze in de veel te grote Barn niet altijd even goed uit de verf. Bovendien zat Ben Howard de hele tijd over zijn instrumenten gebogen en liet hij zich nooit tot interactie met het publiek verleiden. Al bij al was zijn set dus een beetje saai. Pas wanneer de zanger naar een akoestische gitaar greep en het oudere Small Things ten gehore bracht, leefden de toeschouwers weer een beetje op. En ja, met Nica Libres at Dusk eindigde hij in schoonheid. Maar we vrezen voor hem dat de euforie na de 1-2 overwinning van de Rode Duivels net iets langer zal blijven hangen dan zijn boedserieuze uurtje Muso-voor-gevorderden.

Anderson .Paak & The Free Nationals blazen het dak van de tent

Het Belgische publiek had wat te vieren en was klaar om helemaal los te gaan. Anderson .Paak wist de opwinding die in de lucht hing goed te kanaliseren. De Californische zanger-rapper stak een afgeladen Barn moeiteloos in zijn zak. Hij deed iedereen eensgezind ‘Fuck that shit!’ scanderen en tekende voor een memorabele show die bruiste van levensvreugde.

Anderson .Paak
Anderson .Paak© Wouter Van Vaerenbergh

Met The Free Nationals beschikte hij uiteraard over een geweldige live-band, geknipt om zijn zinderende mix van hiphop, funk, soul, jazz en r&b te vertalen in grooves die je voelde tot in de diepste vezels van je lijf. Anderson .Paak demonstreerde voorts dat hij een uitstekende drummer is en charmeerde de vrouwelijke aanwezigen door te dansen vanop zijn drumkruk.

De artiest, een protegé van Dr. Dre, komt binnenkort met twee nieuwe platen op de proppen. Uit één ervan, Oxnard Ventura, vuurde hij alvast nummers af als Bubblin’ en ‘Til It’s Over, die hun weg naar het collectieve bewustzijn al hadden gevonden. Maar het grootste deel van zijn set puurde hij toch uit zijn doorbraak-cd Malibu.

Hoogtepunten opsommen is vrij zinloos, want het optreden evolueerde van piek naar piek. Toch viel bij prijsbeesten The Season/Carry Me, Heart Don’t Stand a Chance, Sweet Gidget of Am I Wrong op dat de toeschouwers ieder woord konden meezingen. Iedereen danste en sprong, alsof hij de mogelijkheid wilde uittesten om het dak van de tent te blazen. Wat een energie! Wat een flow! We zijn er dan ook zeker van dat Anderson .Paak getalenteerd en veelzijdig genoeg is om vroeg of laat tot een nieuwe Prince uit te groeien.

‘Jullie hebben al mijn dromen waargemaakt’, meldde de man aangedaan. ‘This was one of the best shows of my fucking life’. Ook van het onze, Anderson. Een Gebeurtenis, noteerden we achteraf in ons boekje.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content