De lady en de vagebonden: dit was dag 3 van Primavera met Jane Birkin en Arctic Monkeys

Arctic Monkeys © Sergio Albert

Jane Birkin deed het met een symfonisch orkest op Primavera, en klankentapper Oneohtrix Point Never zonder goedkoop effectenbejag. En grote publiekstrekker Arctic Monkeys? Die vergat helaas zijn spanningsboog mee te brengen naar Barcelona.

Gisteren de dochter van, vandaag de muze: Primavera Sound had niet alleen Charlotte Gainsbourg naar Barcelona uitgenodigd, maar ook haar mama, Jane Birkin. En ze verscheen niet alleen, maar met een heus symfonisch orkest in de rug. Samen met het Orquestra Simfònica del Vallès brengt Birkin de songs van het album Birkin/Gainsbourg: Le Symphonique (2017) tot leven, symfonische versies van de liedjes die Gainsbourg haar tussen eind jaren ’60 en zijn dood in 1991 op het ranke lijf schreef.

Een symfonisch orkest op een festival? Gaat dat niet erg de richting van Night of the Proms op? Wel, neen. Van bombast was weinig of geen sprake, daarvoor zijn de arrangementen te elegant en fijngevoelig (met dank aan de Japanner Nobuyuki Nakajima), en daarvoor is de verschijning van Jane Birkin te charmant en onbeholpen. Als zangeres heeft ze nooit superlatieven geoogst, maar met de jaren – Birkin is een kwieke zeventiger – is er patina op die fragiele stembanden gekomen, en ze hield zich als een ware chansonnière staande vooraan al die strijkers. Le Symphonie is ook geen puur coverproject. Enkele klassiekers konden niet ontbreken:Valse de Melody, bijvoorbeeld, uit het meesterwerk Histoire De Melody Nelson. Het jazzy La chanson de Prévet, uit de beginjaren. ZelfsRequiem Pour Un Con kreeg een orkestraal jasje aangemeten, en blijft ook zonder zijn James Brown-achtige breakbeat overeind. Verder vooral minder bekend werk uit Birkins soloalbum, zoalsBaby alone in Babylone, uit het gelijknamige album uit 1983, en de heerlijke nonsens van het dartele Exercice en forme de Z – ‘L’oiseau / Des îles est pris au zoom / Par un paparazzi’, en zzzzing gingen de strijkers! Birkin bracht het met de bekende brede glimlach, of met een gelatenheid waaruit soms ontroering sprak. Tijdens de aankondiging van Amour de feintes – ‘Serge zou tot tranen toe bewogen zijn, mocht hij dit zien. Bless him’ – kreeg ze zelf even een krop in de keel. ‘C’est fini’, klonk het na een swingend L’anamour, uit hun in 1969 verschenen duetalbum. Maar daar kwam snel een mannetje uit de coulissen aangelopen. Er kon er nog eentje af, blijkbaar. En dus werden we getrakteerd op het heerlijke La Javanaise, terwijl de Catalaanse zon achter de horizon verdween. En ook al was er geen wolkje aan de lucht, toch hield niet iedereen op het terrein het droog, zeker weten. Voor zulke momenten doe je het.

Jane Birkin
Jane Birkin© Eric Pamies

Jane Birkin mag dan een grote dame zijn, de grootste naam op deze affiche van Primavera Sound is Arctic Monkeys. Size matters, in festivaltermen, en de kliek uit Sheffield wist de grootste menigte van deze editie te lokken. Het hele Britse contingent in Barcelona blies verzamelen om Alex Turner en co. om iets voor middernacht te aanschouwen. Dit was ook het concert waarop zowel jong als oud(er) schouder aan schouder stond. Zij zagen hoe het kwartet voor de gelegenheid uitgebreid was tot een septet. En ergens voelden we daar de bui al hangen.

Aftrappen deden de Monkeys met Four Out Of Five, uit hun enkele weken oude album Tranquility Base Hotel & Casino. Een plaat waarop de band nieuwe wegen zoekt en vindt. Minder gitaar, meer piano, minder rock, meer experiment. Hoe de groep het nieuwe werk zou combineren met het geluid van hun vijf eerdere platen, was dus de hamvraag. Door er drie extra muzikanten bij te halen, bijvoorbeeld? Want dat contrast viel best mee, bleek uit Brianstorm, uit hun intussen elf jaar oude, tweede album Favourite Worst Nightmare. Waarop meteen I Bet You Look Good On The Dance Floor volgde. Je doorbraakhit als derde song op de setlist krabbelen, waarom niet? En vervolgens weer naar het heden flitsen, met One Point Perspective. Variatie troef dus, maar er ontbreekt iets. Noem het honger. Noem het drang. Arctic Monkeys hoeven geen zieltjes meer te winnen, en dat is eraan te merken. De fans worden op hun wenken bediend – tot aan de achterste toog werden alle teksten meegezongen – maar als neutrale toeschouwer zien we een band die niet (meer) bereid is zich het bloed vanonder de nagels te spelen.

Jezelf heruitvinden op plaat is één ding, maar nieuwe luisteraars de hand reiken is nog iets helemaal anders. Drie extra muzikanten inlijven is ook niet de meest creatieve oplossing om een zo breed mogelijk gamma aan songs te interpreteren. Veel spannender zou het zijn als ze met zijn vieren die handschoen opnamen. Die ooit zo strakke spanningsboog van Arctic Monkeys ontbreekt, en de focus lijkt steeds meer op de cultus rond de persoon van Alex Turner te liggen. Met zijn te grote pilotenbril en beige safarikloffie zag die er eerder uit als een perverse kinderlokker dan de coole rocker die hij zo graag wil zijn. En waarom lezen we haast nergens hoe hard die nieuwe songs van David Bowie lijken te zijn gepikt? Diens vocale tics heeft Turner alvast onder de knie.

Nee. Arctic Monkeys overtuigden ons niet. Er is iets heel erg nonchalants in de groep geslopen. Wanneer we Nick Cave en zijn Bad Seeds op het podium tien demonen tegelijk zien bezweren, kunnen we ‘de laatste messias van de rock’ enkel een schijnheilige vinden. Maar dat is een persoonlijke kwestie. Tienduizend anderen dachten daar overduidelijk anders over.

Oneohtrix Point Never
Oneohtrix Point Never© Dani Canto

Als rockband de vernieuwing opzoeken is niet evident, of je moet Radiohead heten. Als elektronische muzikant is innovatie iets makkelijker. Daniel Lopatin is zo’n klankentapper die graag onbewandelde paden verkent. Als Oneohtrix Point Never zoekt hij vaak de abstractie op, maar met een onderlaag die in de pop geworteld zit. Zijn recentste langspeler, het pas verschenen Age Of, is een barok amalgaam van folk, r&b en grillige soundscapes.

Dansbaar kan je OPN’s muziek niet noemen. Toch stond hij geprogrammeerd op één van de podia van Primavera Bits, het festivalgedeelte waar vooral dj’s en andere knoppendraaiers de plak zwaaien. Andere verplichtingen zorgden er voor dat we slechts de tweede helft van de show konden meepikken, maar wat we hoorden was erg knap. Lopatin liet zich vergezellen door twee toetsenisten en een drummer, die zijn synthetische fantasieën een hart en een ruggengraat gaven. Goedkoop effectenbejag nam hij niet mee in zijn koffer, en ook zonder onder elke track een pompend, viermaats ritme te mikken hield hij de aandacht vast. Alsof een rechtshandige popmuzikant plots met links zijn ideeën en akkoorden op papier moet krijgen, zo schipperde OPN tussen bezwering en verrassing, tussen onbeheerst en efficiënt. Knappe show.

Zagen we tussendoor: De r&b-crooner uit Brooklyn Nick Hakim, die met zijn psychedelische soul en jazzy uitwaaieringen een prima beurt maakte. Life To Experience, die in de vooravond met hun Texaanse donderrock bijna de zon verduisterden. Het 21-jarige Nieuw-Zeelandse fenomeen Lorde, dat vertrouwen uitstraalt op een podium, maar veel meer dan dat valt er ook niet over te zeggen, of het moet over haar outfit gaan, iets tussen een babydoll en een bordeelgordijn in. Grizzly Bear, dat bewijst dat hoe groot indiegroepen ook mogen worden, hun fans willen uiteindelijk toch vooral de hits uit de beginjaren horen. Beach House, die hun droompop van stevige oren en poten voorzagen. En Mujeres, lokale helden die met hun energieke powerpop één van de zijpodia mochten afsluiten.

Muchos gracias, Primavera Sound, u was alweer geweldig. Hasta la próxima!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content