Chelsea Wolfe en The Pop Group @ Sonic City: Muzikaal dreigingsniveau 4

Chelsea Wolfe © Fber.be

De achtste editie van het Kortrijkse fijnproeversfestival Sonic City werd gecureerd door Viet Cong, de afsluiter van zaterdag. Maar eerst waren er Chelsea Wolfe, die balanceerde tussen geloofwaardige pathos en overemotionele dramakitsch, en The Pop Group, die bewees ook anno 2015 nog relevant te zijn. ‘If you don’t fucking pogo, I’ll jump off the stage and kick your heads in.’

Chelsea Wolfe

Toverde het Amerikaanse Fidlar nog een lach op uw gezicht door hun kinderlijk amusante punkrock over bier en te weinig geld, dan hamerde Chelsea Wolfe uw mondhoeken daarna snel naar beneden. De Amerikaanse singer-songwriter deed u beseffen dat alles één grote, kapotte woestenij tussen droom en realiteit is, en dat dat ook zijn charmes heeft.

Wolfe speelde voornamelijk nummers uit haar laatste worp, Abyss, een themaplaat over insomnia. Carrion Flowers, de opener van die plaat, mocht de set aftrappen. En hoe. De dreunende industriële bassounds en spelonkdrums sleepten u door een gitzwarte nacht, die alleen verlicht werd door een strijker ergens in de verte. Best angstaanjagend, ware het niet dat Wolfe u geruststelde, betoverde en u als een sirene de verdoemenis inzong. Dat ze daarbij meer dan eens deed denken aan Beth Gibbons van de Engelse triphopformatie Portishead, is een pluspunt.

Chelsea Wolfe
Chelsea Wolfe© Fber.be

Dragged Out, ook uit Abyss, trok explicieter de kaart van doommetal, een genre dat Wolfe op haar nieuwste plaat meer op de voorgrond zette. De verzengende distorted gitaar sleepte het nummer trefzeker voort tussen loops van spookkreten en macabere echo’s. Kings, van Pain is beauty uit 2013, bracht wat meer schwung en urgentie in de set, voornamelijk door de galopperende drums en het opgejaagde einde, dat al snel op een noisemuur botste.

Een ander verschil met vorige platen van Wolfe: met Abyss streeft de singer-songwriter naar een vollere, expansievere sound. Bewijsstuk: After the fall. Elektrische quasi-paukenslagen op bas en allerlei loops gaven het nummer iets zweverigs en fragiels, vooraleer de distorted gitaar dramatisch binnenvalde voor een groots opgezet refrein. Die structuur herhaalde zich, maar elke keer werd het allemaal wat harder en bijtender. Speelt u in een band die op de fijne lijn tussen geloofwaardige pathos en overemotionele dramakitsch balanceert, dan kunt u best eens in de leer gaan bij Chelsea Wolfe.

Het trio Simple Death, Survive en afsluiter Iron Moon onderstreepte dat. Het eerste was een bezwerende triphopper overspoeld met reverb, het tweede een zwalpende drilboor van een song die meer en meer op enkele powerchords kwam te steunen. Iron Moon hamerde de leegte er nog eens extra in door doomriffs en stukjes intimistische zang – vaak vergezeld van een enkel gitaarnootje – af te wisselen, zo verder op te bouwen om te eindigen in een gigantische wall of sound met een hangende gitaarlijn. En die bleef dissonant verder schuren, zoals de passage van Chelsea Wolfe en de daaropvolgende existentiële crisis dat nog even zal doen.

The Pop Group

The Pop Group
The Pop Group© Fber.be

Stelde u zich vooraf de vraag of een optreden van The Pop Group – begonnen in 1977 in Bristol, gesplit in 1981, terug samen sinds 2010, met dit jaar een nieuwe plaat – nog wel relevant is, dan kunnen wij u geruststellen: ja.

Openen deden Mark Stewart en de zijnen met – wat had u gedacht? – We are all prostitutes, wellicht hun bekendste en ook hun beste nummer. Anno 2015 is het nog steeds dezelfde manisch-paranoïde dans op de vulkaan die het in ’79 geweest moet zijn. En dat is vooral de verdienste van Stewart, gehuld in een Everlast-shirt dat zijn vetrollen accentueerde. Met een pint in de hand bralde en brieste hij atonaal zijn tegendraadse lyrics. Nog steeds een brok energie, die man.

In St. Outrageous, Nowhere Girl en Citizen Zombie, allemaal afkomstig van de nieuwste telg van The Pop Group, namen de kwade punkfunkreggaejazzmix de wind wat uit de zeilen. Vooral Citizen Zombie, de titeltrack van het gelijknamige album, stak schril af met de opener. De begeleidende hiphopbeat werd onzuiver gespeeld, Stewart moest af en toe spieken op een staander waar hij al zijn teksten op had gezet en de heren gaven vooral de indruk het nummer zo snel mogelijk achter de rug te willen hebben. Zijn de slogans in een song als We are all prostitutes nog interessant, dan is de tekst van Citizen Zombie op zijn zachtst uitgedrukt matig. De inwisselbare containerzinsnede ‘factory farmed opinions and tabloid minds’, het had ook de begroetingskreet van de lokale Karl Marx-leesclub kunnen zijn.

The Pop Group
The Pop Group© Fber.be

Gelukkig werd dit al snel rechtgetrokken door nummers als Thief of fire – die oscillerende jazztrompet! – of Shadow Child – de beste kakofonie van The Pop Groups nieuwe plaat. En klassieker She is beyond good and evil deed er nog een schepje bovenop. Van de gedrumde triolensalvo’s op het einde staan we nog steeds na te trillen. U trouwens ook, want u wilde meer. Stewart kreeg er duidelijk meer energie van en begon met u mee te joelen om de andere groepsleden terug te laten komen.

Na Where there’s a will moest en zou de set afgesloten worden met – nog een keertje dan maar – We are all prostitutes, een song die wij gelukkig onmogelijk beu kunnen worden. ‘If you don’t fucking pogo, I’ll jump off the stage and kick your heads in’, zei Stewart voor aanvang. En na afloop dook hij inderdaad het publiek in. Niet om mensen te verbouwen, wel om hen tevreden te knuffelen.

The Pop Group: dreigingsniveau 4.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content