Arno @ AB: Goed zonder meer

© Frédéric Pauwels

In de AB speelde de Oostendse Brusselaar Arno een thuiswedstrijd: de wandeling van zijn stulp naar het podium nam amper vijf minuten in beslag.

DA GIG: Arno @ AB, Brussel op19/12.

IN EEN ZIN: Arno toonde zich een charismatische performer en kreeg alweer rugdekking van een geweldige band, maar in vergelijking met de klassiekers vielen de nieuwe songs helaas een beetje licht uit.

HOOGTEPUNTEN: ‘Que Pasa?’, ‘Ratata, ‘Die Lie’, ‘Je veux nager’, ‘The Parrot Brigade’, ‘Hot Head’, ‘With You’, ‘Putain Putain’.

DIEPTEPUNTEN:’Bathroom Singer’, altijd een draak gevonden.

BESTE QUOTE: “Bedankt dat jullie allemaal betaald hebben. Merci, godverdomme. Shit, motherfuckers!’

Met ‘Future Vintage’ bracht ons nationale monument Arno onlangs zijn vijftiende soloplaat uit. Dus moet er nu getoerd worden. In de AB speelde de Oostendse Brusselaar alvast een thuiswedstrijd: de wandeling van zijn stulp naar het podium nam amper vijf minuten in beslag.

Arno – hij heeft een achternaam, maar niemand gebruikt hem – is in meer dan één opzicht de Belgische Gainsbourg. Vrijbuiter, clown en charlatan. Veeleer performer dan zanger. Een man die, zodra hij de deur uitgaat, zijn eigen unieke personage speelt. Arno belichaamt een anarchisme dat je bij jonge rockers niet meer tegenkomt. Zijn muziek komt van de straat of uit het café, niet uit een of andere popacademie. Voor ‘le plus beau’ is rock-‘n-roll een levenshouding, een excuus om precies te doen waar hij zin in heeft en van niemand bullshit te pikken. Zodra de camera’s draaien, wordt hij een schelm: menige bekakte televisiepresentator kan ervan meespreken.

De man spreekt/zingt vele talen, maar beheerst er geen enkele. Hij is een cultureel bastaardjong dat zijn teksten doorspekt met surrealistische humor. Een en ander maakt Arno tot de meest archetypische Belgische artiest. Toch heeft hij een beetje last van slijtageverschijnselen. Zo klinkt zijn jongste, door John Parish geproducete cd ‘Future Vintage’ ons iets te gemakzuchtig in de oren. Maar ondanks alles blijft Arno een charismatisch podiumbeest, dat live regelmatig weet te verrassen, bijvoorbeeld door zijn songs met een fanfare of een Arabisch orkest te spelen.

Vibrator

In Brussel liet hij zich alweer begeleiden door een schitterende band, waarin we naast oude getrouwen als Serge Feys (toetsen) en Mirko Banovic (bas) ook het nieuwe gitaarwonder Filip Wauters (The Whodads, het jazztrio Backback) en een puike jonge drummer aantroffen. Vanaf opener ‘We Want More’ trok die een met prikkeldraad omwikkelde geluidsmuur op, waarvan een minimalistische bluesgroove het fundament vormde.

Tussen de nummers door vertelde Arno het ene absurde verhaal na het andere. Over de vibrator, voor zijn tante gekocht als kerstcadeau, die bij noodgevallen in de keuken ook als mixer dienst kan doen. Over zijn lesbische ‘facteuse’, voor wie hij ‘Elle pense quand elle danse’ schreef. Over zijn grootmoeder (“een bitch, maar met klasse”) die, wanneer ze piano speelde, door de omvang van haar boezem het klavier niet kon zien. “Ze had tieten waarmee ze een boer van zijn paard kon slaan”, oreerde de zanger plastisch. Arno switchte trouwens om de haverklap van het Oostends naar het Frans, waarmee hij impliciet iedere vorm van communautair gekibbel ridiculiseerde.

Zijn gruizige stem klonk op haar best in nummers als ‘Ratata’, ‘Die Lie’ of het aan Gérard Depardieu opgedragen ‘I Don’t Believe’, waarin de band een opzienbarende power ontketende en Feys met zijn synths de grilligste kermismuziekjes binnensmokkelde. Wauters’ heerlijk vuile gitaarspel hield het midden tussen hoekige funk en abstracte noise, terwijl de barometer van de ritmesectie voortdurend storm aanwees. Toch zaten er ook rustige nummers in de set, zoals de pianoballads ‘Lola, etc’ (voorzien van een Santana-achtige gitaarsolo), ‘Dis pas ça à ma femme’ en het inmiddels klassieke ‘Les yeux de ma mère’.

Atonaal

Het zegt iets over Arno’s veelzijdigheid dat de covers in zijn zin set, ‘Comme à Ostende’ en het met rauw harmonicawerk versierde ‘Hot Head’, afkomstig waren van artiesten als Leo Ferré en Captain Beefheart, die als dag en nacht van elkaar verschillen. Maar de zanger had ook oog voor zijn eigen verleden. Het derde nummer op de setlist, het door atonaal krassend snarenwerk voortgestuwde ‘Que Pasa?’, was er al één van TC Matic, en later volgden ook ijzersterke versies van ‘The Parrot Brigade’ en ‘With You’. Na al die jaren klonken die songs nog altijd volstrekt uniek. Uitsmijters ‘O La La La’ (dit keer minder trefzeker dan gewoonlijk) en ‘Putain Putain’ werden als vanouds door de hele zaal meegebruld.

Als extraatjes kregen we nog ‘Vive ma Liberté’ (voor de gelegenheid op het skaritme van ‘On My Radio’ van The Selecter geplant) en de faux-reggae van ‘Bathroom Singer’, voor Arno al jaren een alibi om met kinderlijk plezier twee cymbalen tegen elkaar te slaan. Het was best een goed concert, al vielen veel van de nieuwe nummers nogal licht uit en kwam de sfeer er pas echt in tijdens hits als ‘Je veux nager’ of de oldies van TC Matic. Echt weggeblazen werden we dit keer niet, maar voor zijn buren hoefde de zanger natuurlijk niets meer te bewijzen. Tja, de boog kan niet alle dagen gespannen staan.

Dirk Steenhaut

DE SETLIST: We Want More / Fantastique / Que Pasa? / Elle pense quand elle danse / I Don’t Believe / Ratata / Ca plane pour nous / Lola, etc / Die Lie / Je veux nager / The Parrot Brigade / Dis pas ça à ma femme / Quand les bonbons parlent / Black Dog Day / Comme à Ostende / Hot Head / Les yeux de ma mère / Show Of Live / With You / O La la La / Putain Putain // Vive ma liberté / Bathroom Singer.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content