Aan energie geen gebrek bij Foo Fighters, maar ze hebben dringend een eindredacteur nodig

© Yvo Zels

Foo Fighters hebben blijkbaar de ambitie de legendarische marathonconcerten van Bruce Springsteen naar de kroon te steken. In het Sportpaleis, waar ze neerstreken in het kader van hun Concrete & Gold World Tour, gaven ze bijna drie uur onvermoeibaar van jetje.

  • HET CONCERT: Foo Fighters in Sportpaleis, Antwerpen op 11/6.
  • IN EEN ZIN: Grohl en zijn gezellen hadden er zin in, legden een bewonderenswaardige energie aan de dag en keken niet op een hit meer of minder, maar de al te langdradige uitweidingen haalden helaas de vaart uit de set.
  • HOOGTEPUNTEN: The Pretender, My Hero, These Days, Under My Wheels, Monkey Wrench, Wheels, Best of You, Times Like These, This is A Call, Everlong…
  • DIEPTEPUNT: Under Pressure.
  • QUOTE van Dave Grohl: ‘Do you know why we’re here? I’ll tell you why we’re here. We’re here to play some fuckin’ rock ‘n’ roll. Do you like this rock ‘n’ roll shit? Als je het volgende nummer kent, zing dan mee. En als je het níét kent, zing dan ook maar.’

Voor de fans was het dus likkebaarden geblazen. Maar wie Dave Grohl en zijn kompanen in Antwerpen aan het werk wilde zien, moest er wel wat voor over hebben. Op verzoek van hun management werd het arriverende publiek omgeleid via een parcours onder het viaduct achter de Lotto Arena, wat gemiddeld een uur aanschuiven kostte. Rock-‘n-roll! Telefoons, sleutels en centen dienden ter controle in een plastic zak te worden gestopt. Die werd daarna gewoon weggegooid, zodat er algauw enkele vrachtwagens aan te pas kwamen om alle troep op te ruimen. Net nu her en der initiatieven worden genomen om plastic afval zoveel mogelijk te vermijden, toonden Foo Fighters zich dus niet bepaald de milieuvriendelijkste jongens van de klas.

Voor de rest blijft Grohl een sympathieke peer die er nog altijd van staat te kijken dat hij, na het verscheiden van Nirvana, zo makkelijk de stap naar frontman heeft kunnen zetten en grote stadions en arena’s uitverkoopt met één van de grootste gitaarrockbands van dit tijdsgewricht. Foo Fighters zijn inmiddels al 23 jaar actief, hebben alleen al in de VS ruim twaalf miljoen platen verkocht en hebben genoeg hits achter de hand om er met gemak een dubbele ‘best of’ mee te kunnen vullen.

‘Zijn jullie motherfuckers er klaar voor?’ wil de opper-Fighter weten. ‘Affirmatief, chef’, joelen zo’n 20.000 Vrienden van Foo enthousiast. Het recente Run doet dienst als startschot. Wie even zijn ogen sluit, ergert zich echter suf aan de abominabele klankbrij die in het Sportpaleis ‘geluid’ wordt genoemd. Het is een euvel dat de Foo Fighters de hele avond parten zal blijven spelen. Gelukkig voor de aanwezigen worden veel vertrouwde nummers gelost en doet een uiterst beweeglijke Grohl er alles aan om de band met het publiek telkens weer een gaatje dichter aan te snoeren. Occasioneel aangevuld met drie backingzangeressen, speelt het sextet een mix van gespierde maar melodieuze powerpop (All My Life, Learn to Fly), postgrunge, classic rock en metal, die in de loop der jaren nauwelijks is geëvolueerd. Maar, oordeelt Dave Grohl, een pizzabakker die een succesrijk recept heeft ontdekt, blijft toch óók serveren wat de mensen lekker vinden?

Aan energie geen gebrek bij Foo Fighters, maar ze hebben dringend een eindredacteur nodig
© Yvo Zels

Elastiekbehandeling

Na een vrij ingetogen intro, komt The Pretender in een stroomversnelling terecht, drijvend op riffs die je eerder met Status Quo dan met de Foo Fighters zou associëren. Meteen wordt het eerste pijnpunt voelbaar. Want ook al hebben de heren een respectabel aantal catchy songs in de aanbieding, ze krijgen één na één een elastiekbehandeling. Volksmenner Grohl onderbreekt ze om de haverklap om geintjes met het publiek uit te halen en de solo’s duren haast zo lang als die van The Grateful Dead.

Rope is bijvoorbeeld een duel tussen de gitaar van Grohl en de drums van een zich uit de naad werkende Taylor Hawkins. En zo ontaardt ieder nummer in een langdradige jam, die de vaart uit de set haalt. Stilaan begin je te begrijpen waarom Foo Fighters drie uur nodig hebben om 21 liedjes gespeeld te krijgen. Ook de opbouw van het concert doet de wenkbrauwen fronsen. Na drie kwartier gaat de drum riser van Hawkins via een hydraulisch systeem enkele meters de hoogte in en volgt waar iedereen ongetwijfeld op zat te wachten: een fucking drumsolo!

Tussendoor maakt de groep ruimte voor enkele fragmenten uit Concrete and Stone, zeker niet de meest tot de verbeelding sprekende van de negen langspelers die ze tot dusver heeft afgeleverd. Geen van de vele gasten op dat werkstuk – Paul McCartney, Justin Timberlake, Shawn Stockman (Boys II Man), Alison Mosshart (The Kills) – heeft de weg naar het Sportpaleis gevonden, maar Sunday Rain, Dirty Water (voor de gelegenheid gepimpt door een dameskoortje) en het stotende The Sky is A Neigborhood verraden wél de invloed van mainstreamproducer Greg Kurstin. Foo Fighters lite: het is toch even wennen.

Aan energie geen gebrek bij Foo Fighters, maar ze hebben dringend een eindredacteur nodig
© Yvo Zels

‘Waarom we jullie pas na een uur écht begroeten? We have too many fucking songs‘, zegt Dave Grohl. ‘We hebben er zo’n 200 en die gaan we vanavond allemaal spelen’. Een grapje, uiteraard. In My Hero, door de zanger in zijn eentje begonnen, krijgt ook toetsenman Rami Jaffee, sinds vorig jaar eindelijk in het bezit van een officiële FF-lidkaart, zijn solospotje. Het publiek zingt mee uit volle borst en ook in These Days fungeert het Sportpaleis als koor. Jawel, alle hits van de Foo Fighters zijn intussen tot volkshymnes uitgegroeid. De vocale prestaties van de fans in Best of You klinken zelfs zo spectaculair dat Grohlmans er even sprakeloos van wordt: ‘I don’t know what to say. Thank you.’.

Schor

Er is geen twijfel mogelijk over wie bij de band de lakens uitdeelt. Maar omdat zin voor democratie een schone deugd is, mogen ook gitarist Chris Shiflett en drummer Taylor Hawkins zich even meester maken van de microfoon, in respectievelijk een puik Under My Wheels (geleend van Alice Cooper) en een weinig memorabel Under Pressure van Queen. Voorts wordt er gedold met een mash-up van Imagine (John Lennon) en Jump (Van Halen), stukjes Ramones en zelfs een flard uit de musical Grease. Leuk, maar zeker niet onvergetelijk.

Pas in het laatste half uur vinden de Foo Fighters echt hun elan, met een krachtig Monkey Wrench en een opvallend sober gehouden Wheels. Tijdens Breakaway gaat de podiumbelichting uit en komt het licht van enkele duizenden telefoons in de zaal. Op de toegiften valt niets af te dingen: Times Like These en This Is A Call (begeleid door flitsende visuals) toonden de Fighters op hun best. ‘Ik denk dat we één van die groepen zijn die nog lang actief zullen blijven. We kunnen er nú niet mee ophouden’, oppert Grohl, vóór hij zijn keel nog een laatste keer schor schreeuwt. ‘Je kunt je toch ook niet voorstellen dat je grootouders gaan scheiden?’ Zijn mededeling vormt de aanloop naar Everlong, misschien wel de beste song van het gezelschap.

Met die uitsmijter geven Foo Fighters aan dat ze best wel weten hoe het moet. Aan energie en enthousiasme beslist geen gebrek. Alleen blijven we achter met de vaststelling dat de nummers zoveel snediger en puntiger hadden gekund. Wat de heren nodig hebben, is een strenge eindredacteur die alle overtollige uitweidingen genadeloos wegsnijdt en de songs terugbrengt tot hun essentiële kern. Want zoals we ooit van een befaamde wijsgeer hebben geleerd: in de beperking toont zich de meester.

Aan energie geen gebrek bij Foo Fighters, maar ze hebben dringend een eindredacteur nodig
© Yvo Zels

DE SETLIST: Run / All My Life / Learn To Fly / The Pretender / The Sky Is A Neighborhood / Rope / Drum Solo / Sunday Rain / My Hero / These Days / Walk / Under My Wheels / You’re the One That I Love + Imagine + Jump Blitzkrieg Bop / Under Pressure / Monkey Wrench / Wheels / Breakout / Dirty Water / Best of You // Times Like These / This Is A Call / Everlong.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content