The National: Nieuwe tour de force

Na Alligator en Boxer heeft The National ten derde male een tour de force uitgehaald. Dat ze die weelderige, maar strakke lijn nog lang mogen aanhouden.

The National **** High Violet

Indierock

4AD

In al z’n weelderigheid toch immer strak en sober: nope, wij hebben het voor één keer niet over de voorgevel van Salma Hayek, wel over de muziek van The National. Ook die zit goed in het vlees, staat bol van de hormonen en laat het op tijd en stond eens breed hangen, maar echt ongebreideld aanzwellen of grenzeloos uitdijen doet ze nooit. Anders gezegd: de op het eerste gehoor bombastische arrangementen van The National worden altijd netjes in het korset der karigheid gedwongen, loshangende eindjes strak aangetrokken en nodeloze uitweidingen onverbiddelijk ingesnoerd.

Voorts valt er over de muziek van The National niet overdreven veel te – euhm – memmen. Het is muziek die men moet ervaren, waar men zich bij voorkeur door laat overrompelen en die men nog het best fysiek ondergaat. Dat mag u overigens vrij letterlijk nemen, want als men al niet lijfelijk meetrilt met de zware bastonen van Aaron Dessner of de massieve mokerslagen van Bryan Devendorf, dan wel met de grommende bariton van Matt Berninger – één derde Nick Cave, één derde Mark Eitzel en één derde Stuart Staples.

Ook op High Violet resoneren al die instrumenten tot een somptueuze sound waarin zich slechts mondjesmaat melodieën laten herkennen, maar die ook na vier langspelers uit duizenden herkenbaar blijft. Nu eens trekken Berninger en co een blik atmosferische folk open, dan weer dippen ze de tenen in woelige postpunk, een andere keer nemen ze gas terug voor weemoedige slowcore en tussendoor laten ze al eens een brok broeierige synthrock op de luisteraar los.

Niet zelden trekken al die genres en stijlen overigens voorbij in één en dezelfde song. Halverwege opener Terrible Love hadden wij bijvoorbeeld al achtereenvolgens aan The Velvet Underground, Arcade Fire en Sonic Youth moeten denken. Het op kurkdroge drums geschoeide Sorrow noopt de gedachten dan weer richting Joy Division, inclusief de très deprimerende tekst. ‘I don’t wanna get over you’, mompelt Berninger, zichzelf genoeglijk wentelend in zelfmedelijden.

Het zijn overigens vooral die dramatische songs met de allure van ware hymnen die van High Violet een minstens even straffe plaat maken als voorgangers Alligator en Boxer. Het hotsende botsende Anyone’s Ghost, het aan Tindersticks herinnerende Runaway, het uit een draaikolk van industrial noise tevoorschijn springende Little Faith en afsluiter Vanderlyle Crybaby Geeks, waarin Justin Vernon van Bon Iver de backings verzorgt: het moet geleden zijn van die keer dat wij Sugar Jackson per abuis Wussy Jackson hadden genoemd, dat wij nog zo geráákt werden.

Na Alligator en Boxer heeft The National ten derde male een tour de force uitgehaald. Dat ze die weelderige, maar strakke lijn nog lang mogen aanhouden. Van Salma’s voorgevel hopen we overigens hetzelfde.

Vincent Byloo

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content