The Decemberists: De koningskwestie

‘The King Is Dead’ heet de nieuwe van The Decemberists, zélf overigens de onbetwiste koningen van het literaire lied.

The Decemberists ***

The King Is Dead

Folkrock

Rough Trade

Zijn ID spreekt het al meer dan 36 jaar tegen, maar Colin Meloy is een Brit in het diepst van zijn gedachten. De zanger, voorman en eerstaanwezend songleverancier van The Decemberists mag dan in Montana geboren zijn en heden een woning-met-front-porch betrekken in beaver state Oregon, zelf waant hij zich liever in een Victoriaanse villa in de Britse countryside alwaar hij des zondags na de afternoon tea graag met een bolhoed op z’n knar en een dampende pijp onder de stiff upper lip de keurig getrimde heggen van zijn landgoed mag inspecteren.

Goed mogelijk dat onze verbeelding het hier even van de zijne heeft overgenomen, maar de invloed van Britse folkmuziek op het oeuvre van The Decemberistst is er niet minder om. Hun twee laatste platen zwólgen gewoon in Britishness. Op The Crane Wife, een parabel over oorlog en geweld, klonken echo’s van Donovan, Morrissey en The Waterboys. Op The Hazards Of Love, een conceptplaat over de helaasheid van liefde, was die Britse sound zelfs aangezwollen tot rijk gearrangeerde progfolk in de traditie van Pentangle, Fairport Convention en Emerson, Lake & Palmer.

Maar anno 2011 is het schluss damit. Hun zesde markeert een drastische koerswijziging zoals er sinds de demarrage van Eddy Merckx op de Tourmalet in 1969 geen meer is geweest. Vrees niet: het instrumentarium van akoestische gitaren, accordeons, bouzouki’s en orgeltjes is behouden gebleven, net als de literaire, haast Shakespeareaanse taal waarin Meloys teksten zijn opgesteld. Maar op The King Is Dead gaan The Decemberists back to basics én back to the roots.

Back to basics omdat de groep duidelijk terugkomt van de bombast en pathetiek die The Hazards of Love quasi onverteerbaar maakten. En back to the roots omdat Meloy en co hun wortels in de Amerikaanse folk en country hebben herontdekt; wortels die via hun grote helden van R.E.M. helemaal teruggaan tot Big Star, The Byrds en zelfs Neil Young – check het samenspel van pedal steel en mondharmonica in Rise To Me!

Maar R.E.M. blijft toch hét ijkpunt op The King Is Dead. Niet alleen omdat hun countryeske folkrock en weemoedige janglepop hoorbaar door de tracklist waait, maar ook en vooral omdat R.E.M.-gitarist Peter Buck tot driemaal toe de snaren komt beroeren en voor evenzoveel hoogtepunten zorgt. Down By The Water had bijvoorbeeld niet misstaan op vroege R.E.M.-platen als Document of Life’s Rich Pageant, net als Calamity Song overigens, dat we bondig kunnen samenvatten als It’s The End Of The World As We Know It (And I Don’t Feel Fine At All). Met Don’t Carry It All tekent Peter Buck zelfs voor de eerste deugdelijke song-met-mandoline sinds Losing My Religion.

Een stevige stijlbreuk it is – een beetje alsof Geert Hoste plots gráppige conferences zou gaan maken – maar de less is more-aanpak wérkt. The King Is Dead, lang leve The Decemberists!

Vincent Byloo

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content