Recensie ‘New’ van Paul McCartney: Fab noch flop

Drie jonge, hippe producers en een nakomeling van de vijfde Beatle helpen mee aan het eerste Paul McCartney-album met originele songs in zes jaar. Waagt Macca zich aan een duik in de generatiekloof?

Paul McCartney *** New pop/rock

Universal

Hij wilde nieuwe dingen proberen, en daarom heet zijn nieuwste plaat New. Klaar en simpel. Maar wat heet ‘nieuw’ voor een ex-Beatle? Want toen we lazen dat Paul McCartney voor zijn zestiende soloalbum beroep deed op vier producers, en dan nog wel op Mark Ronson (Amy Winehouse, Kaiser Chiefs, Bruno Mars), Paul Epworth (Adele, The Rapture, Florence & The Machine), Ethan Johns (Kings of Leon, Laura Marling, The Vaccines) en Gilles Martin (zoon van George), vreesden we het ergste. Zou sir Paul zich op zijn 71e krampachtig een nieuwe, hippe facelift laten aanmeten door de knoppendraaiers du jour? Tenslotte was hij onlangs al te gast op het nieuwe album van die opgefokte technoclowns, The Bloody Beetroots. MC Macca. Zou het?

Neen. New is McCartneys meest blitse album sinds McCartney II, maar het blijft al bij al netjes. Zo brengt Ronson zoals verwacht zijn natte sixtiesdroom tot leven, door een psychedelisch bruggetje te bouwen in Alligator, en door de titeltrack ergens tussen Penny Lane en Got to Get You into My Life te parkeren. Dat mag. Epworth toont zich de serieuze stilist die hij is tijdens de vinnige opener Save Us en Queenie Eye, een op ritmische piano steunend stampertje. Johns tekent voor de twee meest mijmerende momenten, het akoestische duo Early Days en Hosanna, waarvoor de oude tapemanipulator van onder het stof mag.

De rest van New was in handen van Gilles Martin, vier jaar geleden schuldig aan Love, die afgrijselijke mash-up van de Beatlescatalogus, verwekt als soundtrack bij een Cirque du Soleil-spektakel. Hij houdt het braaf met On My Way to Work, waarin Macca op een drafje jeugdherinneringen aan Liverpool ophaalt, en Everybody Out There is een kant-en-klaar startschot om tijdens de komende stadionshows alle kermisklanten wakker te schudden. Die overstuurde synths in het nochtans sympathieke Looking at Her hadden echt niet gehoeven, en Appreciate kreunt onder zijn eigen triphopgewicht, het soort uitschuiver dat Paul Weller ook wel eens aan het wankelen bracht. I Can Bet houdt zich op ter hoogte van Wings, inclusief geinige solo op het Moogklavier.

Geen kleffe ballads, geen bij de haren getrokken duetten, geen Ibizabeats, geen twerkende Miley Cyrus. Het songmateriaal niet meer of minder dan degelijk, de teksten soms verhelderend (Early Days op kop), de uitvoering eigentijds, maar niet wanhopig trendy. Professioneel. New is niet fab, maar ook geen flop.

Jonas Boel

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content