Recensie ‘Croz’ (David Crosby): De P van Crosby

Peinzend ging bejaarde hippie David Crosby op een berg zitten, met panorama op de wereld en zichzelf. Hij daalde af met een peinzende en panoramische soloplaat – een goeie, en zijn eerste in meer dan twintig jaar.

David Crosby *** Croz

singer-songwriter / Blue Castle

Sinds de coveraffaire Thousand Roads uit 1993 heeft Crosby (72) node meer tijd besteed aan het sukkelen met zijn gezondheid dan aan liedjes schrijven en opnemen. Je bent er snel doorheen: twee studioplaten met het trio CPR, oftewel Crosby, sessiegitarist Jeff Pevar en pianist James Raymond (Crosby’s zoon). Daarnaast nog drie met Stephen Stills, Graham Nash en/of Neil Young. De meeste jaren gingen evenwel op aan pillen nemen en toeren met de twee eerstgenoemden.

Maar onderweg begonnen flarden van nieuwe teksten en melodieën toch weer samen te klitten. Door een Brussels hotelraam sloeg Crosby eens een triest tafereel gaande: knokige, verkleumde straatmadeliefjes die dronken toeristen aan de haak poogden te slaan. Zo werd If She Called geboren, naar eigen zeggen de droevigste song die Crosby ooit schreef. Van de uitgebeende versie die Croz heeft gehaald krijgt de luisteraar het zelf koud.

Toch gaat van deze bundel nieuwe songs (dik de helft gepend met zoon Raymond) een cordiale straling uit. David Crosby’s stem blijft het vitaalste deel van zijn geblutste, zieke lichaam: toonvast, zacht, nog altijd in staat tot angelieke harmonieën. Dek de bovenstaande foto af en José Gonzalez drijft snel de gedachten binnen. Zeker bij blootstelling aan het uitstekende What’s Broken, fraai opgesmukt met de kristallen gitaar van Mark Knopfler.

Het is niet de laatste keer dat Crosby cirkelt om wat geschaad, geknakt of verkeerd is. Time I Have kaart grootstedelijke angst aan, uit het ietwat melige Morning Falling gulpt verontwaardiging om de dronesstrategie van het Amerikaanse leger, en zonder jarenlang afkicken waren het blakende Set That Baggage Down en het ingetogen, maar eveneens hoopvolle Holding On to Nothing (met Wynton Marsalis op trompet) nooit ontstaan.

Croz heeft wel meerdere luisterbeurten nodig om in het geheugen te verzinken. De horizon blijft doorlopend breed, in spirituele, wiegende folkhymnes waar een jazzy bries doorheen waait. Weidsheid is altijd een constante geweest in Crosby’s werk: de man is een gepassioneerd zeiler, dus ook wanneer hij over zijn gitaar gebogen hangt. Gebrek aan variatie en een misstap in Dangerous Night (dat op een flets elektropoppatroon dobbert) zijn evenwel snel vergeten bij bevlogen momenten als Radio, Find a Heart en vooral het pakkende The Clearing – Radiohead op een hooibaal. Op Croz vangt David Crosby, vleesgeworden oude hippie, zijn gunstigste wind in vele jaren.

Kurt Blondeel

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content