Morrissey: De man die niet weet waarom

© Reuters

De jongste jaren scheen Morrissey zich te hebben vastgereden in artistieke eenzijdigheid en koppige rancune – als hij al aan platen maken toekwam. Maar kijk: op zijn eerste werk in vijf jaar wriemelt de handsome devil zich opvallend kreukvrij uit het struikgewas.

World Peace Is None of Your Business etaleert veel kwaliteiten die voorganger Years of Refusal nauwelijks bezat. Subtiliteit, elegantie. Daar, de krullerige Spaanse gitaren. Ginds, het frivole kopergeschetter in het atypische, onbeschaamd voor het vlees bezwijkende Kiss Me a Lot. Accordeon, harp en klarinet bieden infusen van grandeur en liederlijkheid. U begrijpt dat niet Boz Boorer met zijn potige gitaarwerk de lijnen heeft uitgezet, maar wel die andere loyale soldaat, multi-instrumentalist Gustavo Manzur.

De attitude waarmee Morrissey zijn tiende studiolangspeler bij de horens heeft gevat, is die van bevrijding en ontketening. Want de klagende crooner wendt zijn songteksten niet langer aan om persoonlijke rekeningen te vereffenen. Je neemt gezwind aan dat hij met het publiceren van zijn bijwijlen bittere autobiografie vorig jaar nogal wat planken in zijn hoofd heefd leeggemaakt. Een hernieuwde scherpstelling is het gevolg.

Vandaar de meelevende schets in Staircase at the University, van een studerend meisje wier onwrikbare vader van haar ’three A’s’ verwacht. Als ze zich radeloos van de trappen werpt, weet ze haar ouweheer alsnog, op één letter na, te behagen: ‘her head was split three ways’. Moz en taal, meestal prijs. En in Istanbul, dat even siddert op de metalen gitaar die ook How Soon Is Now? van The Smiths onvergetelijk maakte, gaat een vader in ruige Turkse wijken op zoek naar zijn door een straatbende gerekruteerde zoon. Een blakend hoogtepunt.

Even groots is Smiler with Knife, een sereen verzoek tot vroegtijdige euthanasie: ‘Press the blade against my skin / Never to make love again / Smiler with knife, it’s alright.’ Nog verstilder doemt Mountjoy op, genoemd naar de notoire Dublinse nor. Maar het romanticisme dat Morrissey vroeger veil had voor galant geboefte is opgedroogd. ‘Rich or poor, we all lose.’

Zeker, onze held valt enkele keren in herhaling. De misantroop in hem declareert ‘humans are not really very humane’. De salonrebel palmt het statige titelnummer in: dat het sufferds zijn die stemmen gaan. En in I’m Not a Man – volgens Moz dat deel van ons specimen dat alleen maar doodt, beesten vreet en de wereld om zeep helpt – schaart hij zich resoluut aan de zijde van vrouwen. En, logischerwijs, hermafrodieten.

World Peace Is None of Your Business is een plezier.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content