Fucked Up: Het geluid en de furie

Hardcore punk is niet dood. Het maakt zelfs dubbele conceptplaten. Ga ervoor zitten, maar reken niet op relaxen.

Fucked Up ***

David Comes To Life

hardcore/punkrock

Matador

Alles went. Ook droge cornflakes bikken. Waar staat het hoofd van een op de supermarkt aanvliegend mens toch naar, als het al het kattebelletje van de koelkast verzuimt mee te grissen dat net het glad vergeten van de halfvolle melk moest verhoeden? Bij hardcore, dat kan al eens, maar dan wel hardcore die het keurslijf losrukt. Omdat je weet: als dat op woekerende testosteron draaiende genre zijn gebalde stootkracht over een stuk of wat muzikale grenzen heen kan tillen, kan hier en daar een leven een andere wending krijgen.

Overdreven? Ga maar na: Zen Arcade van Hüsker Dü deed gróótse dingen met melodie. Repeater van Fugazi met dynamiek. Elite van Fireside met de studio als instrument. Welnu, het Canadese zestal Fucked Up plengt ál die elementen in zijn blender, en mikt met zijn derde plaat een zoveelste provocatie op je bord: een 78 minuten durende rockopera in vier bedrijven.

Wat valt over zo’n demarche te zeggen? Weinig. Níét punk zijn is net héél punk, dat behoeft geen uitweiding. Oh, en het overkoepelende verhaal gaat als volgt: een arbeider werkzaam in een gloeilampenfabriek legt het aan met een politiek activiste, maar onder een slecht gesternte. Noem ons barbaar of Vitayakijker, maar daarmee weten wij al genoeg, naar S.F. Sorrow van The Pretty Things of Tommy van The Who hebben we ook nooit geluisterd met het tekstvel op schoot. Alleen goede conceptplaten hebben geen concept nodig.

Dat weet ook Fucked Up. David Comes To Life – vreemd: ook de titel van een nummer op eerste plaat Hidden World uit 2006 – laat, na een schimmige ouverture, een karavaan van onbeteugelbare punkrockstampers over je heen bolderen. Doorheen het stof ontwaar je drie gitaristen: soms spannen ze samen tot één voortjakkerende zweepslag, dan weer scheren ze los van elkaar maar in formatie, zoals tollende jets op een airshow. Je hoort songs, goede songs. Sireneachtige vrouwenzang – van wie is onduidelijk. Achttien nummers lang schalt David Comes To Life als een ode aan the sound en the fury en de vrijheid om af en toe luid wraaargh te zeggen en zoveel meer.

Adempauzes zijn er nauwelijks – over Fugazi’s dynamiek beginnen was misschien wat voortvarend. Want in tegenstelling tot voorganger The Chemistry Of Common Life (2008) mijdt deze plaat het muzikale bochtenwerk en dat speelt de eenvormigheid af en toe in de kaart. Grootste potentiële struikelblok is wel het keelgeluid van brulboei Damian Abraham, dat puur hardcore blijft en nog geen klein beetje. Pink Eyes – voor de vrienden – gromt en tiert zoals een in het nauw gedreven carnivoor die weet dat hem niet het eerbare lot van jachttrofee wacht, maar het smadelijke leven van het gekooide circusdier.

Het is wennen, maar dat doet het, zoals alles dus. Wie dipsaus zonder nacho’s?

KURT BLONDEEL

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content