Bozar Electronic Arts Festival @ Bozar: Zelfs de toekomst was vroeger beter

© Tim Vernimmen

Het wordt stilaan een traditie: het laatste weekend van september kraakt het Paleis voor Schone Kunsten in al zijn voegen, want dan draaien de curatoren van het Belgian Electronic Arts Festival het volume op elf voor de experimentele output van een uitgelezen selectie lichtschuwe elektro-bricoleurs.

In één zin: Net als vorig jaar draaide het BEAF het volume op elf voor een uitgelezen selectie lichtschuwe elektro-bricoleurs

Hoogtepunt: Juan Atkins & Moritz von Oswald klonken precies zoals we op voorhand niet durfden hopen

Dieptepunt: de heer Dominick Fernow van Vatican Shadow was ons geen gehoorschade waard

Het wordt stilaan een traditie: het laatste weekend van september kraakt het Paleis voor Schone Kunsten in al zijn voegen, want dan draaien de curatoren van het Belgian Electronic Arts Festival het volume op elf voor de experimentele output van een uitgelezen selectie lichtschuwe elektro-bricoleurs. Wie in de gangen van het Paleis verdwaalt, vindt in alle zalen opmerkelijke installaties waarvan de finesses doen duizelen. Daarnaast wordt er ook gedanst, en dat met volle overgave.

Vrijdag werd de avond op gang gebonkt door het Bristolse duo Emptyset (**), dat volgens het persdossier ‘de erfenis van de analoge media verkent’ en ‘de perceptuele grenzen tussen noise en muziek bevraagt’. Klinkt als een goed excuus om een hoop hemeltergende herrie te maken, maar enigszins tot onze opluchting verwees het eerder naar ‘noise’ in de betekenis van ruis – het favoriete televisieprogramma van beide heren is zonder enige twijfel de sneeuw op kanaal nul van hun oude tv-toestel, gelukkig op regelmatige tijdstippen weggeblazen door mokerende beats met de kracht van imploderende beeldschermen. In tijden van Youtube wordt ruis weer begerenswaardig.

Ook Martin Jenkins van Pye Corner Audio (****) toonde zich enigszins nostalgisch, naar het soort elektronische tapijten waarmee in voortvarende tijden documentaires en promovideos bekleed werden en de onheilspellende riedels die destijds per twee op een VHS-cassette gestouwde horrorfilms voortstuwden. De visuals toonden echter geen slordig gemonteerde slashers, maar door wetenschappers van weleer bevolkte schooltelevisie-afleveringen. Zoveel zelfrelativering deed oneer aan de hoogt sfeervolle muziek die de man tevoorschijn toverde, vol van het soort ijle oerklanken die alleen elektronische instrumenten kunnen voortbrengen. Misschien toch eens de aanpak van Autechre overwegen: die geven al decennia concerten in volslagen duisternis, en dat werkt uitstekend.

Het enige zittende concert, starring de Detroit-technopionier Juan Atkins en de Berlijnse techno-veteraan Moritz von Oswald (*****), bleek vervolgens het meest dansbare. In lijn met de platen van het Moritz von Oswald Trio hadden wij ons eerder verwacht aan een bezwerende muzikale zwerftocht dan aan een Maurizio meets Model 500-mash-up, maar Atkins mikte meteen hoofdknikkend een kanjer van een beat de Henri Le Boeufzaal in, wat op luid gejuich onthaald werd. Wat volgde was een droom die werkelijkheid werd: het soort spacy prototechno waarvan Atkins zich eind jaren tachtig inbeeldde dat het een uitstekende soundtrack zou zijn bij een dromerige autorit door de fonkelende futuristische steden van de eenentwintigste eeuw (dat valt voorlopig vast een beetje tegen), aangedikt en uitgediept door dubmeister von Oswald. Ronduit geweldig was dat.

Vervolgens ging het weer richting de Terarkenzaal, waar William Bennett, die u misschien nog kent van de industrialformatie Whitehouse, onder de eerder smakeloze naam Cut Hands (***) helemaal loos ging met de onnavolgbare klanken van de traditionele Ghanese percussie. ‘Afronoise’, noemde hij het resultaat zelf op twee aanbevolen ep’s. We hoorden gelukkig allesbehalve een digitale genocide, maar wel aangescherpte, bijgevijlde, zwartgeblakerde en bij momenten compleet gestoorde ritmes waarop althans wijzelf onmogelijk onze manieren konden houden. Alweer een hoogtepunt.

Veel minder onder de indruk waren we van de ‘militant religieuze industriële’ gehoorganghooligan Vatican Shadow (*), die ons met de islamitische shahada-getuigenis op de achtergrond bombardeerde met ratelende drums en kolerieke hardrockgitaren. De collateral damage was aanzienlijk, de impact gering. Gelukkig waren er vervolgens de Britten Silent Servant en Regis (**), van het recent ter ziele gegane Sandwell District-label, die ons met een gezinsvoorraad gloednieuwe legal highs op Kraftwerk’s Trans Europe Express installeerden: een aanhoudend gedaver, wegwaaiende intercomstemmen en metalig gejank van tegen elkaar aan schurkende treinstellen, dat bleek de perfecte soundtrack om de nacht mee in te duiken. Hoe harder het elektronische geknars, hoe harder het gejuich in de partywagon genaamd Bozar.

Daarmee deed het festival zijn reputatie weer alle eer aan. Opmerkelijk hoe het gebouw elk jaar weer volstroomt met mensen die toch minstens één keer per jaar lijf en leden willen onderwerpen aan het scherpste van de elektronische avant-garde, bijna stuk voor stuk acts die zowat elke club zouden doen leeglopen. Opmerkelijk ook hoe de elektronische muziek steeds beter haar weg vindt in kunstenaarskringen, terwijl voormalige technohoogmissen geen boodschap meer hebben aan de coryfeeën van weleer. Opmerkelijk, ten slotte, hoezeer een scene die technologisch steeds vooruitliep zich nu stilaan nostalgisch toont naar elektronische klanken uit lang vervlogen tijden, waarin technologie nog tegenspartelde en het jaar tweeduizend er in futuristische films al bij al gezellig ouderwets uitzag. Zelfs de toekomst was vroeger beter.

Tim Vernimmen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content