Tine Hens
Tine Hens Journaliste voor Knack

Elke maandag, 20.40 – CanvasNa Zonde van de zendtijd is me in ieder geval één ding duidelijk. Of beter gezegd: iets wat me al langer intuïtief duidelijk was, is nu sluitend bewezen. U begrijpt dat ik me enigszins opgelucht voel. Een beetje zoals Newton die de appel live voor zijn ogen naar beneden zag vallen, in een vlotte beweging, zonder hapering halfweg. Het leverde hem drie inzichten op: dat appels vallen, dat ze spontaan naar beneden vallen en dat ze niet ver van de boom vallen. Ook Zonde van de zendtijd leverde me drie inzichten op: dat het moeilijk praten is met een bokaal kikkervisjes in je slokdarm, dat een nieuw gezicht niet noodzakelijk iets nieuws oplevert en vooral dat de VRT en ik heel veel dingen anders interpreteren, maar dat niets zo ver uit elkaar kan liggen als onze interpretaties van satire.

Ik verklaar me nader, te beginnen bij dat laatste. Zonde van de zendtijd wordt aan de man gebracht als het satirische programma waarop we al zo lang wachten. Dat ik op een satirisch programma wacht, klopt. Maar dat Zonde van de zendtijd dat programma is, ligt verder van de waarheid. Zonde van de zendtijd is misschien van alles, maar het is geen satire. Noem het persiflage, kolder, gestoei met verborgen camera’s of gegiechel van jongens van middelbare leeftijd. Maar satire? Neen, dat zou te veel eer zijn. Is dat erg? Neen, al vrees ik dat het beste van het programma zijn titel is. Vooral omdat de heren Bert en Henk de absolute grondwet van humor óf niet kennen, óf niet respecteren. Niet dat ik zo aan wetten gehecht ben, maar humor is niets zonder de juiste timing. En daar missen die fijne heren voortdurend. Iedere grap die ze lanceerden, duurde de helft te lang. Een goede grap, zoals Blokken voor mensen met productiefouten, liep daardoor leeg als een slecht opgeblazen self inflating condom; middelmatige grappen, zoals het imitatiegedrag van Piet Huysentruyt, werden daardoor ronduit slecht.

En dan is er die bokaal kikkervisjes in de slokdarm van Bert. Ik weet niet of het kikkervisjes zijn, maar Bert praat alsof hij in zijn spijsverteringskanaal een diep geheim bewaart.Iedere zin die hij produceert, klinkt als een uitgerekte maagoprisping. Niet dat dat iets aan zijn kwaliteiten afdoet. Ook Henk kan er nauwelijks iets aan doen dat hij lijkt op een angstaanjagend accurate kruising tussen Jan De Cock en Wim Oosterlinck.

Niets mis mee, maar wat de beide heren ons voorschotelen, is ooit al wel eens beter gedaan. Zelf verwijzen ze in interviews naar Tragger Hippy en The Chaser’s waron everything. Het spijtige is dat Zonde van de zendtijd inderdaad wat aan beide programma’s doet denken, maar dan als het onvolmaakte broertje.

Toch waren er ook momenten waarop Bert en Henk bewezen dat ze niet het resultaat van een canapébenoeming zijn. Het idee van de onvoorbereide reporter was werkelijk hilarisch. Het gezicht van Paul Jambers, die te horen kreeg dat niet hij voor de camera gewenst werd, maar wel de broer van zijn vrouw, was het kijken naar Zonde van de zendtijd meer dan waard. Al blijft ‘schrappen’ onze gouden – en omdat het nieuwe jaar net begonnen is – gratis tip. Niet het programma, wel de langdradigheid waarnaar het soms neigt. Het is zoals met die vogels en die handen: liever een grap minder dan een slechte grap te veel.

Tine Hens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content