Op zijn elfde in de leer bij Disney, regiedebuut onder toezicht van Spielberg, door Matt Groening ingehuurd om The Simpsons groot te maken. Het zijn indrukwekkende adelbrieven die wonderboy Brad Bird kan voorleggen.

Brad Bird werd geboren op 11 september 1957 in Kalispell, Montana, maar het zou niet lang duren vooraleer zijn talent ook daarbuiten werd opgemerkt. Op zijn elfde tekende en knutselde Bird al een eerste kortfilmpje ineen, wat het wonderkind meteen een stage bij The Walt Disney Company opleverde. Daar kreeg hij les van Milt Kahl, een van de legendarische animators die Ome Walts tekenfilmfabriek uit de grond had helpen stampen.

Na de middelbare school volgde een opleiding aan de animatieafdeling van het California Institute of the Arts, waar Bird John Lasseter ontmoette, de latere oprichter van Pixar en dus zijn toekomstige werkgever. Hoewel beiden na hun studies aan de slag gingen bij Disney – waar Bird meetekende aan The Fox and the Hound (1981) – stippelde Brad algauw zijn eigen creatieve parcours uit. Dat kronkelde over de onafhankelijke tekenfilm The Plague Dogs, een episode van Steven Spielbergs hitserie Amazing Stories (zijn eerste regieklus) en het coauteurschap van de liveactionfilm Batteries Not Included.

In 1989 huurde Matt Groening Bird in om The Simpsons te helpen ontwikkelen van een 1 minuut durend intermezzo in The Tracey Ullman Show tot een volwaardige tekenfilmserie met episodes van dertig minuten. Acht jaar en 181 afleveringen lang zou Bird dienst doen als ‘executive consultant’ van ’s werelds langstlopende en invloedrijkste tv-cartoon. Concreet betekende dat: mee personages bedenken, plotlijnen uittekenen, af en toe zelf wat kleuren en kladden en waken over de verhaalsamenhang.

Tijdens zijn Simpsons-periode werkte Bird ook aan andere, minder populaire animatieprojecten, zoals de tv-series The Critic en King of the Hill. Maar zijn grootste triomfen als regisseur moesten nog volgen. Hieronder: zijn drie langspelers op een rij.

The Iron Giant (1999)

Met de stemmen van Jennifer Aniston, Vin Diesel, Harry Connick Jr.

In volle atoomcrisis sluit een vereenzaamd jongetje vriendschap met een buitenaardse reuzenrobot (liefdevol ingebruld door Vin Diesel) die op de boerenbuiten is gecrasht en zo snel mogelijk naar zijn moederplaneet terug wil. Het vervolg is een spielbergiaans avontuur over outsiders, aliens en beatniks boordevol referenties aan scifiklassiekers uit de fifties, politieke knipogen, geïnspireerde gags en knap gestileerde 2D-beelden. Dit licht subversieve, door Warner Animation en The Whogitarist Pete Townshend geproduceerde scifisprookje (naar het boek van Ted Hughes) is de voorlopig laatste grote, klassiek geanimeerde tekenfilm van Amerikaanse makelij. Jubelende critici ten spijt liet het grote publiek het afweten.

The Incredibles (2004)

Met de stemmen van Craig T. Nelson, Holly Hunter, Samuel L. Jackson

Pomp zijn spieren op, snoer zijn taille in, zet zijn kuif omhoog en Brad Bird lijkt sprekend op Mister Incredible, al is die gelijkenis met de suburbane superheld naar eigen zeggen geheel toevallig. Waar géén twijfel over bestaat: Bird leverde met zijn eerste klus in opdracht van Pixar een pareltje van digitale animatie af. Protagonisten: de all American family Incredible – ma, pa, zoon en dochter – die het superheldenbestaan hebben ingeruild voor een rustig leventje in Suburbia maar gedwongen worden zich weer in hun spandexpak te wurmen om de wereld nog één keertje van de ondergang te redden. Goed voor vier Oscarnominaties (o.m. voor ‘beste origineel scenario’ – de eerste animatiefilm die daarin slaagt), waarvan er twee werden verzilverd. Na Finding Nemo was dit dan ook de dikste hit uit de Pixarcataloog: een rollercoaster waar het hele gezin van achteroverslaat.

Ratatouille (2007)

Met de stemmen van Patton Oswalt, Ian Holm, Peter O’Toole

Eigenlijk was Bird al bezig met de voorbereiding van zijn eerste liveactionfilm, het historisch drama 1906 over de grote aardbeving in Californië (nu uitgesteld tot eind 2009). Toen bleek dat debuterend regisseur Jan Pinkava de verwachtingen voor Ratatouille niet kon inlossen, riep Pixarchef John Lasseter zijn ouwe schoolmakker te hulp om diens plaats in te nemen. Bird gooide overbodige personages overboord, voegde andere toe en herschreef de slotact, maar bleef het absurde gegeven verder trouw. In het kort: Remy, een rat met een verfijnde smaak en een nog fijnere neus, wil chef-kok worden. Hij slaat daarvoor de handen in elkaar met Linguini, een sullig keukenhulpje in een Parijs sterrenrestaurant dat per toeval het culinaire talent ontdekt van het guitige ongedierte. Het resultaat is een fraai gestileerde, bijna classicistische animatiefilm die bij momenten zelfs naar good ‘ole Disney smaakt en waarbij de digitale visuals rijker ogen dan ooit tevoren.

(D.M.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content