Eerste zin In het voorjaar, toen ik had besloten te schrijven over alles wat wit is, maakte ik om te beginnen een lijst.

Godzijdank bleven we gespaard van een wit eindejaar, want als er in België twee centimeter sneeuw neerdwarrelt, valt – in tegenstelling tot in de rest van de beschaafde wereld – het hele maatschappelijke bestel plat. Sneeuw staat net wel op het witlijstje van de Zuid-Koreaanse schrijfster Han Kang, die met De vegetariër (2015) terecht de Man Booker International Prize won. Samen met onder meer de lemma’s ‘bakerwindsels’ en ‘magnolia’ vormen ze de ivoren ruggengraat waarrond ze haar witboek construeert. Haar vertelster, die met een schrijfbeurs in Warschau verblijft, probeert in korte, poëtische hoofdstukken een oud verdriet te verwerken – niet toevallig is het laatste woord op haar lijstje ‘lijkwade’. Verwacht bij Kang geen grootse plot, wel perfect gestileerde zinnen en indringende beelden: ‘Op de tweede verdieping was een vrouw bezig de was op te hangen, aan een rek buiten het balkon. Er ontsnapte haar een pluk wasgoed. Eén zakdoek zweefde omlaag, het langzaamst van alles, en belandde uiteindelijk op de grond. Als een vogel met half ingevouwen vleugels. Als een ziel die behoedzaam een plek zocht om neer te strijken.’ Van een bijtende schoonheid.

Wit ****

Han Kang, Nijgh & Van Ditmar (oorspronkelijke titel: The White Book), 148 blz., ? 19,99.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content