Hun nier. Hun moeder. Hun Knackabonnement. Op het jongste Duysterfeest in de AB hadden hele rijen toeschouwers iets kostbaars veil om Fanfarlo aan het werk te zien. Helaas: de kleine Club was op zoveel begeerte niet berekend. Voor onze vragen bleek nadien in de kleedkamer gelukkig nog plaats zat. ‘Introspectie is zo’n cliché!’

Bij het beluisteren van debuutplaat Reservoir dringt één vergelijking zich voortdurend aan je op: Arcade Fire light. Dat klinkt negatiever dan het bedoeld is. Een collega-recensent genaamd D. Bowie prees de Zweeds-Brits-Belgische groep eerder al aan om haar ‘ uplifting music‘ en ‘ delicious melancholia‘, en die omschrijvingen snijden eveneens hout. Aangezien zowat elke muziekjourno tussen Scheveningen en Kuala Lumpur al van de groep heeft willen weten hoe zo’n compliment aankomt, denken wij Simon Balthazar (zang, gitaar, songs) en Justin Finch (bas en zang) een geweldig plezier te doen door ons kennismakingsgesprek ánders op gang te trekken.

Als ik op de perceptie mag afgaan, spreek ik nu evenzeer met een boekenclub als met een popgroep.

Justin Finch: Haha, dat is een beetje overdreven. Het is niet omdat we allemaal ronkende meningen hebben over literatuur, en ik nog in een boekenwinkel heb gewerkt, dat we een intellectuele groep zijn. We spelen ook spelletjes op onze gsm’s, hoor. (Lacht)

Simon Balthazar: Wat niet wegneemt dat we ook wel ’s in een filosofische discussie belanden die vijf dagen duurt.

Simon, jij komt oorspronkelijk uit Zweden maar je bent zo’n vier jaar geleden naar Londen verhuisd.

Balthazar: Omdat ik voelde dat ik daarheen moest. Londen blijft nu eenmaal een van Europa’s aantrekkingspolen. Verder heb ik er echter geen band mee. Het stoort me zelfs dat Londen, en bij uitbreiding heel Engeland, geen cafécultuur heeft. Niemand drinkt er ’s namiddags koffie. Neen, ze hijsen zich liever lazarus in de pub. Toen ik nog in Göteborg woonde, hing ik rond bij vrienden thuis of palmden we een café in voor ware koffie- en leutermarathons. Londen staat daarentegen voor kortstondig plezier. Niets mis mee: wij fuiven óók graag en tegen drugs zeggen wij niet neen. We voelen gelukkig allemaal wel dat een band méér moet zijn dan dat.

Ben je met een visie naar Londen getrokken?

Balthazar: Ja: een groep vormen van zes of zeven muzikanten die een bepaald instrumentarium zou hanteren. Ik was daar nogal maniakaal in. Op een bepaald ogenblik wist ik dat we een vrouw nodig hadden die niet alleen met viool, mandoline en toetsen overweg kon, maar ook kon zingen. Tot mijn immense opluchting bleek Cathy (Lucas, een Brusselse; nvdr) nog te bestaan ook. (Lacht) Fanfarlo is uitein-delijk een kwintet geworden dat een groots en intens geluid wil maken, maar dan voornamelijk met akoestische instrumenten. En niet te vergeten: met goede melodieën en interessante verhalen.

Je verwerkt graag elementen uit biografieën van historische figuren in je songs: de Amerikaanse piloot en filmproducer Howard Hughes, de Italiaanse exorcist Pellegrino Ernetti, de Britse amateurhistoricus Harold T. Wilkins, boeienkoning Harry Houdini… Eenzaam op de rand van je bed je diepste gevoelens laten opborrelen is niets voor jou?

Balthazar: Man, ik heb een gloeiende hékel aan dat soort songschrijvers. Introspectie is zo’n cliché! Tenminste, als mannelijke artiesten van begin de twintig er zich aan te buiten gaan. Maar Bon Iver vind ik wél heel goed. Ik kan kleinmenselijke verhalen en songs over afgesprongen romances wel appreciëren, maar zelf vertoef ik liever op een hoger plan. Niet dat ik, als ik net het vuistdikke levensverhaal van Jeanne d’Arc uit heb, de behoefte voel dat in drie verzen en twee refreinen samen te ballen. Zoals je zegt: ik gebruik slechts elementen die me fascineren. Als er één rode draad doorheen mijn teksten loopt, zal het wel verwondering zijn. Ik ben een kind dat naar een sciencefictionfilm kijkt. De klank die ik het vaakst in mijn hoofd hoor, is ‘wauw’.

Waarom bedenk je dan sóngs, en niet pakweg installaties, romans of vegetarische keukenrecepten?

Balthazar: Oh, maar dat doe ik allemaal óók. (Lacht) Maar op dit moment beheerst muziek mijn leven. Popsongs zijn heerlijk rechttoe rechtaan, maar het spectrum is wel heel breed. De ene stompt je in de maag, de andere bedwelmt je.

Finch: Ik was laatst naar Rumours van Fleetwood Mac aan het luisteren, écht aan het luisteren. Hoewel ik natuurlijk weet dat er in popmuziek vaak de grootste, nietszeggende troep wordt afgescheiden, werd ik op een bepaald moment toch echt geráákt door de teksten. (Hilariteit) Ja, lach er maar mee. Ik wil alleen maar zeggen: pop kan wel degelijk iets betekenen. Er is ruimte voor diepgang. Al ben ik het misschien wel met jullie eens dat je die niet éérst bij Fleetwood Mac moet gaan zoeken. (Lacht)

Simon, je hebt als kind jarenlang op het Zweedse platteland gewoond. Heeft dat je muzikale ontwikkeling gestremd of gestimuleerd?

Balthazar: Het laatste. Ons hele huis barstte van de instrumenten: een piano, wat ukulele’s, melodica’s, een klokkenspel… Let wel: alles was louter decoratie, ik was de eerste in de familie die er ook iets mee wilde dóén. Nu nóg heb ik de drang om van zo veel mogelijk te proeven, liever dan één instrument tot in de puntjes te beheersen. Hetzelfde met songs: ik wil creëren, niet perfectioneren.

Je was al zeventien toen je naar muziek begon te luisteren. Viel er thuis dan geen platencollectie te ontdekken?

Balthazar: Neen. Enkel instrumenten. Het toeval wilde dat de bands waarvan ik wild werd allemaal zes of meer groepsleden hadden: Belle And Sebastian, Olivia Tremor Control, Godspeed You! Black Emperor… Ik dacht: aha, dus zo gaat het in de grote wereld. Maar ik ben in Fanfarlo zeker niet de enige die zijn onbevangenheid koestert, hoor. Iedereen in de band heeft bijvoorbeeld een lijstje met instrumenten die hij of zij nog wil aanleren. Bij mij staat de trompet bovenaan. Verstandig is dat natuurlijk niet, want we hébben al een trompettist. Maar ik bedoel: wauw, wat een instrument, weet je wel?

Oké, bedankt. Tenzij jullie per se nog iets over David Bowie kwijt willen?

Finch: Hé, wat jammer. We begonnen je net aardig te vinden.

Reservoir: Op 12/3 uit bij Warner

DOOR KURT BLONDEEL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content