Van Kylie over Robbie tot Gorillaz en Muse. Ze staan allemaal op de dubbele remixcompilatie van Stephen en David Dewaele, van wie we eind dit jaar ook een film mogen verwachten, ‘Part Of The Weekend Never Dies’. In afwachting van ‘Soulwax – The Movie’: ‘Soulwax – The Interview’. ‘Wij zijn veel te benaderbaar.’

If you think our last title was long and pretentious, get a load of this’. Het was een van de werktitels voor Any Minute Now, het laatste reguliere Soulwaxalbum van alweer drie jaar geleden. Maar als u dacht dat dié lang en pretentieus was, dan moet u zeker die van hun dubbele remixcompilatie eens proberen:

U bent er nog? Mooi! Wij ook. En Stephen en David, Vlaanderens bekendste frequent flyers, zijn er komen bijzitten.

Stephen Dewaele: We hebben lang nagedacht over een titel. Tot Dave gewoon een tekstje op een papiertje schreef, en we dachten: laten we dat dan maar tot titel promoveren. Toen we aan Any Minute Now werkten, had Flood – onze producer – een groot bord in de studio gehangen waarop we allerlei potentiële titels schreven. Tegen het einde van de opnames hadden we er zeker honderd. Een van de leukste vond ik: Is it too late to change our name? (lacht)

Als we de hoes mogen geloven, staat jullie remix van Einstürzende Neubauten er niet op omdat jullie hem kwijt raakten. Maar is de ware reden niet dat Blixa Bargeld er absoluut niet over te spreken was?

David Dewaele: Is dat zo? Ik dacht dat Bargeld die remix zelf besteld had.

Stephen: Nee, de vraag kwam van Mark Chung, die vroeger in de Neubauten zat.

David: Ah bon? Waarom weet ik dat soort dingen nooit? Intussen hebben we die remix in elk geval teruggevonden én als hidden track op de plaat gezet. Vóór het eerste nummer.

Stephen:So much for the hidden part. Dank u, Dave!

David: Sorry, er staat dus géén hidden track op deze plaat. (lacht) Vooral niét terugspoelen aan het begin van het eerste nummer! Daar valt hoegenaamd niets te ontdekken!

Stephen: Die remix van de Neubauten is de allereerste die we ooit hebben gemaakt. Nog voor er zelfs van 2ManyDJs sprake was. Daar is het allemaal mee begonnen.

Worden er wel eens remixen geweigerd door een artiest?

David: Ons is dat nog niet overkomen, nee. Al zou Robbie Williams naar het schijnt niet geweldig tevreden geweest zijn over onze remix van Lovelight. Hij zou dat gezegd hebben in een interview…

Stephen:… dat volgens zijn manager nooit had plaatsgevonden…

David: … maar da’s een lang verhaal dat ons véél te ver zou leiden. Meestal komen artiesten ons niet vertellen wat ze van onze remixen vinden. Zo vriendelijk – of zo achterbaks – zijn ze wel. Weet je, ik zat onlangs te chatten met een gast die heel veel remixen maakt…

Stephen:Dave, die gasten moeten een artikel schrijven, hé. Die zijn niks met ‘een gast die veel remixen maakt’.

David: Oké, ik was aan het chatten met Mstrkrft…

Stephen: Zit jij ’s avonds te chatten met Mstrkrft? (lacht)

David: Euh. Nee, natuurlijk niet. Soit. Die kerel, niét Mstrkrft dus, stuurt mij zowat elke week een remix. Terwijl het bij ons al twee weken duurt om alleen nog maar onze computer aan te zetten. Enfin. Blijkt dat meer dan de helft van de remixen die hij maakt nooit uitkomt. Terwijl die van ons allemaal verschijnen.

Stephen: En ze doén ook allemaal iets. Neem nu die remix van Standing In The Way Of Control die we hebben gemaakt voor The Gossip. Die werd gebruikt in Skins, een serie op Channel 4, en ineens ontplofte dat nummer. (fijntjes) En nu staan we bekend als de godfathers of nu-rave, omdat de kids van Justice en Klaxons eigenlijk een derivaat maken van wat wij al jaren doen.

Moeten jullie zélf vaak aanvragen weigeren?

David: Vooral uit tijdsgebrek. (Ironisch) Want uiteraard vinden we alle muziek die ze ons toestoppen fantastisch.

Stephen: Maar soms missen we ook gewoon dingen omdat we… Omdat… we…

David: Omdat we domme idioten zijn. Runderen.

Stephen: Die van Muse vroegen ons bijvoorbeeld om hun laatste single te herwerken, Knights Of Cydonia. ‘Geen tijd’, was ons antwoord, zonder zelfs maar naar het nummer te luisteren. Tot we de clip een paar weken later op tv zagen. ‘ Shit‘, dachten we. Met die riff en die break hadden we iets fenomenaals kunnen maken.

Hoeveel aanvragen krijgen jullie van de Britney Spearsen van deze wereld? Lui die er enkel op uit zijn om hun street credibility wat op te vijzelen met een remix van twee hippe dj’s uit België?

Stephen: Véél. Britney hebben we om die reden een paar jaar geleden ook geweigerd. Maar nu zou ik het eerlijk gezegd wél doen. Al was het maar als guiltypleasure.

David: Robbie wilde ons ook alleen maar omdat het hip stond. Maar voor de rest gaan we geen namen noemen. Je schept toch ook niet op over een griet die je een hele avond heeft proberen te versieren, maar die je hebt laten staan voor een knapper exemplaar?

Stephen: Gelukkig hebben we een manager die de meeste aanvragen voor ons filtert. En dan nog zijn we naar het schijnt too approachable.

David: Wie zegt dat?

Stephen: Iederéén zegt mij dat we veel te benaderbaar zijn.

David: Ik vind dat juist goe. Hoewel. Een beetje afstandelijker zijn, zou ons wellicht een hoop shit besparen. Een muzikant die ik een remix weiger, die zié ik soms denken: ‘Arrogante zak!’ (lacht)

Jullie tekenden voor deze plaat een contract bij het grote Parlophone/EMI. Toch niet omdat zij de rechten hadden op Kylie, Robbie, Gorillaz, Hot Chip én LCD Soundsystem, zeker?

Stephen: Euh. (lacht) Maar ze waren ook zeer enthousiast over onze plaat, hoor. Echt. En we hebben nog niks te klagen gehad. Grappig: ik had van heel veel mensen gehoord dat er bij zulke majors alleen maar nitwits zouden rondlopen. Dus zat ik mezelf tijdens de eerste meetings de hele tijd in te prenten: ‘You’re all supposed to be assholes. You’re supposed to be full of shit.’ Terwijl: so far kwamen we alleen nog maar fijne jonge mensen tegen, die oprecht gepassioneerd leken door muziek.

Zeiden jullie al niet heel lang geleden dat jullie zelf een labeltje wilden oprichten?

David: Dat hebben we ook gedaan. Het logo staat zelfs al op de achterkant van onze compilatie, naast dat van Parlophone. Maar we zoeken nog volop naar een naam. En een businessplan. Voorlopig is het vooral een manier om al onze projecten onder één noemer onder te brengen.

Stephen: Wat we wél al zeker weten, is dat we geen andere groepen gaan tekenen. We brengen dus alleen platen uit waar we zelf aan meewerken. Hetzij als muzikant, hetzij als producer.

Dus jullie zouden ‘Fuckland’ kunnen uitbrengen, de derde plaat van Das Pop die jullie produceten, en die maar niet in de winkels geraakt?

David: O, maar Das Pop heeft ons niet nodig, hoor. Ze zijn al een hele tijd aan het onderhandelen met Columbia, een sublabel van Universal, dat heel enthousiast zou zijn over de plaat. Alleen zouden ze blijkbaar niet willen dat Bent (Van Looy) zingt en drumt tegelijk, omdat een groep naar hun mening een échte frontman moet hebben. En dus zouden ze daar nu een oplossing voor zoeken.

Hebben platenfirma’s jullie ooit van die absurde eisen gesteld?

Stephen: Zo van: kleur uw haar geel? (Denkt na) Toen Dave niet meer op zijn plastieken Casiogitaar speelde, hebben ze een tijdje gezaagd. Omdat ze dat zo’n herkenbaar beeld vonden. Maar daar hebben we ons verder dus geweldig weinig van aangetrokken, zoals je merkt.

dEUS-manager Christian Pierre maakte zich onlangs bijzonder boos over de geringschattende reacties die dEUS hier krijgt op hun buitenlandse successen. Herkenbaar?

David: Pfff. Ik snap eerlijk gezegd niet goed waar ze zich druk over maken. dEUS is toch succesvol in het buitenland? En ik begrijp ook niet waarom succes in het buitenland zo belangrijk is geworden voor muzikanten en journalisten. Iets is toch niet per definitie goed omdat het in het buitenland goed verkoopt? Of per definitie niét goed omdat het alleen hier werkt?

Stephen: Vroeger was België het land waar buitenlandse groepen als U2 en Simple Minds hun eerste break kregen. Omdat promotors, pers en publiek hier open stonden voor nieuwe dingen, los van hoe succesvol ze waren. Tegenwoordig is het precies omgekeerd. Nu roepen Belgische groepen zo hard mogelijk hoe succesvol ze wel zijn in het buitenland, om hier goed bevonden te worden. Dat heeft toch helemaal geen zin?

Zei één van de drie Belgische groepen die internationaal echt meetelt.

Stephen: Je hoort ons niet zeggen dat we ons daar nooit eens een keer over opgewonden hebben, hé. Want het is frustrerend als er kranten vol worden geschreven over De Verovering Der Buitenlanden als fucking Zornik één keer in fucking Breda gaat spelen. Terwijl je zelf al voor de vijfde of de zesde keer in Tokio staat, zonder dat er een haan naar kraait. Maar wat doe je daaraan? Je kan je daar maar beter gewoon bij neerleggen, zeker?

David: Ik denk soms dat ons grote probleem is dat journalisten zo vroeg gaan slapen. Echt, ik meen dat. Wanneer gaan jullie naar de concerten kijken waarover jullie schrijven? Om acht uur, hé. En dan om middernacht naar huis, zodat jullie ’s anderendaags weer vroeg kunnen beginnen. Terwijl: dan begint het voor ons pas. Als het dan al begonnen is.

Aan de toog hoor je nog altijd dat jullie internationaal alleen maar meetellen als 2ManyDJs. En dat Soulwax niks voorstelt. Maakt dat jullie nooit boos?

Stephen: Mensen die dat zeggen, weten gewoon niet waarover ze praten. Dus nee. Allez, kijk waar we met Soulwax allemaal spelen. Volgende week doen we weer een hele reeks optredens in Groot-Brittannië. Zalen van 3000 man en meer, bijna allemaal uitverkocht. Dat zouden we niet kunnen als mensen alleen maar geïnteresseerd zouden zijn in 2ManyDJs, hé.

Normaal gezien moest er eind deze maand ook een film over jullie uitkomen, ‘Part Of The Weekend Never Dies’. Waarom is die uitgesteld?

Stephen: Omdat het intussen twéé films geworden zijn, waaraan we nog volop aan het sleutelen zijn. Een concertfilm van onze Nite Versions-tournee, waarvoor we onze remixen van Any Minute Now live speelden, met beelden van 150 optredens. En een tourdocumentaire met onder meer Tiga, LCD Soundsystem, Justice, Digitalism en Klaxons, die we al mee op tournee namen, toen niemand hen nog kende.

Stephen: Saam (Farahmand, nvdr. ), die alle clips van Klaxons regisseerde, heeft twee jaar lang bijna al onze optredens gefilmd. Van Zuid-Amerika tot Japan en terug. Met al dat materiaal zijn we een soort omgekeerde Awesome: I fucking shot that aan het maken, die concertfilm van The Beastie Boys. Zij lieten één concert filmen met veel camera’s. Wij lieten veel concerten registreren met één enkele camera. Daar is onze monteur nu dus één enkel concert van aan het monteren.

Een videoremix van liveversies van remixen van een rockplaat, dus?

Stephen: Zoiets, ja. Een monnikenwerk, in elk geval. (lacht)

David: Het plan is nu om alles klaar te hebben tegen 22 december, en de film voor te stellen tijdens een groot evenement. Maar daar mogen we verder nog niks over vertellen.

Soulwax bestaat intussen meer dan tien jaar. Waar zijn jullie zélf het meest trots op?

David: Dat we de dingen altijd op onze eigen manier gedaan hebben. Buiten de bestaande systemen en de geijkte wegen om. Het verschil tussen groepen à la dEUS en K’s Choice en wij, is dat zij vaak konden rekenen op een bestaande industrie. Toen zij naar het buitenland wilden, konden ze naar de Europese filialen van hun platenfirma stappen met een vastomlijnd plan. ‘Hier is onze plaat, dit zijn onze singles en onze clips, bij die en die groep zouden we een aantal voorprogramma’s willen doen. Begin er maar aan.’ Bij ons lag dat helemaal anders. Toen wij met 2ManyDJs voor het eerst in clubs gingen spelen, werd voor en na ons van die verschrikkelijke diva-house of drum-‘n-bass gedraaid – iets anders was er gewoon niet. Terwijl: tegenwoordig heeft elke club en elk festival, waar ook ter wereld, wel een podium voor groepen zoals wij. Van Justice over Digitalism tot Goose. Dat is iets wat vijf jaar geleden niet bestond, maar dat wij wél mee hebben helpen creëren.

Stephen: Veel van de dingen die wij gedaan hebben, zijn het begin geworden van iets. En dat is toch wel iets om trots op te zijn.

Door Vincent Byloo en Wouter Van Driessche

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content