Waar u die Hugo kunt steken

Ontevreden schrijvers, ze zijn van alle tijden, maar dit jaar barstte de inktbuil wel heel lelijk open.

Zo kondigden de auteurs van uitgeverij Atlas Contact na een conflict met het management een schrijfstaking af en bij de jeugdafdeling van Querido vertrokken maar liefst dertig schrijvers na ‘een vertrouwensbreuk’ met de directie van WPG, de groep waartoe ze behoorde. Die onrust woedt al langer: de eeuwige stoelendans in de hogere echelons van uitgeversconcerns heeft ervoor gezorgd dat de kloof tussen het commerciële management en de creatieve ‘content providers’, zoals auteurs misprijzend worden genoemd, almaar groter is geworden. CEO’s hebben nog weinig voeling met de artistieke eigenschappen van hun product – het is niet omdat boeken ook in dozen passen, dat je ze op dezelfde manier als een wasmiddel kunt verkopen. En als zelfs Pieter Aspe klaagt over het uitgeefmodel, wéét je dat het niet om de centen draait, hoewel schrijvers best een hogere beloning mogen krijgen dan de schamele tien procent op de winkelprijs. Neen, het zit diep, en na jaren van samensmeltingen zie je nu de omgekeerde beweging: kleine, wendbare uitgeverijen die zorgzaam omspringen met hun schrijfstal.

2017 was het jaar van de rebellerende schrijver, en dat was hoognodig. Zeker als je ziet dat de VRT er bij wijze van rotte kers op de taart in slaagde om een prijs – de Hugo’s – uit te vinden zonder prijzengeld. Een prachtige belediging aan het adres van het schrijversgild én een aanfluiting van de literaire nalatenschap van Hugo Claus – il faut le faire als zelfverklaard cultuurbastion. Iedere schrijver met enig zelfrespect en historisch besef – Claus weigerde elke prijs die zijn bankrekening niet spijsde – weet wat hem of haar in 2018 te doen staat: minachtend gnuiven en die Hugo netjes laten waar hij thuishoort: ergens waar de zon niet schijnt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content