Is er een link tussen strips en film? Terwijl Cinematek twintig striptekenaars om hun favoriete film vroeg, polste Focus Knack bij vier iconen van de Belgische strip naar de weerslag van de zevende kunst op hun werk. ‘Met een beetje diefstal is toch niets mis?’

MARVANO Strip: De eeuwige oorlog (1989, Marvano-Haldeman) Film: The Third Man (1949, Carol Reed)

‘Een tijdje geleden zag ik toevallig opnieuw The Third Man van Carol Reed – het moet meer dan twintig jaar geleden zijn dat ik de film voor het laatst zag – en ik was verstomd over hoeveel dingen ik herkende. Deze shot bijvoorbeeld van een Weens riooldeksel heb ik in mijn sciencefictiontrilogie De eeuwige oorlog in een raketwerper verwerkt. Maar het gaat verder dan dat. Er zitten verschillende technieken in The Third Man die ik zelf ook gebruik, zoals de manier waarop het verhaal verteld wordt en hoe van de ene scène naar de andere wordt overgegaan. De gelijkenissen waren omvangrijker dan ik me zelf realiseerde.’

‘Nochtans denk ik dat de invloed van film op mijn werk veeleer beperkt is. Tuurlijk weet ik dat iemand die sciencefiction tekent visueel door Star Wars beïnvloed moet zijn – dat kan niet anders. En ook de western zal op iemand van mijn generatie wel een weerslag hebben gehad. Alleen zou ik begot niet weten waarin die invloed dan precies zit. De ruimteschepen uit de De eeuwige oorlog zijn bijvoorbeeld gebaseerd op een potloodscherper op mijn tekentafel en de haardroger in onze badkamer – en dus niet op pakweg de USS Enterprise uit Star Trek. En de Tauranen, mijn buitenaardse wezens, heb ik gemodelleerd naar insecten, en niet naar E.T. . Ik zoek gewoon geen inspiratie in films.’

‘En waarom zou ik ook? Het medium film heeft geen uitstaans met het medium strip. Ik begrijp niet waar dat waanidee vandaan komt. In een film heb je bewegende beelden op een scherm dat niet van verhouding of grootte verandert, ondersteund door een geluidsband. Een strip werkt met onbeweeglijke, van verhouding en grootte wisselende, stille beelden waarin tekst geïncorporeerd is. Iemand moet mij eens uitleggen wat het verband tussen de twee is. En zwijg me van de cinema van de laatste dertig jaar. Laatst heb ik nog eens geprobeerd om The Da Vinci Code te bekijken: na tien minuten ben ik in slaap gevallen. Nu goed, dat is nog altijd langer dan dat ik het bij die onzin van Tarantino volhoud. Neen, als ik al door film beïnvloed ben, moet het onbewust zijn – zoals bij The Third Man. Dan denk ik dat de architectuur en zeker de literatuur een veel duidelijkere weerslag op mijn werk hebben gehad.’

HERR SEELE Strip: Cowboy Henk (Herr Seele-Kamagurka) Film: The Good, The Bad and The Ugly (1966, Sergio Leone)

‘Een beetje context: Cowboy Henk is undercover geïnfiltreerd in een ondergronds netwerk dat voetbaluitslagen vervalst, en wordt nu met de bad guy geconfronteerd. Een heel erg fifties verhaal. Hard-boiled, in het clair-obscur van Orson Welles. Maar uiteindelijk ziet dit er toch vooral als een pure spaghettiwestern uit. Lichtjes dichtgeknepen ogen, frontale close-ups – wat je bij Cowboy Henk zeer zelden te zien krijgt overigens – en klassieke over shoulder-shots: de geest van Sergio Leone is niet ver te zoeken.’

‘Strips kunnen niet om de filmtaal heen. Het is gewoon dé kunstvorm van de 20e eeuw, als je het mij vraagt. De twee zijn ook heel erg verweven: strip heeft naar mijn mening veel meer met film te maken dan met pakweg de Vlaamse Primitieven of de barok. Mijn grote voorbeelden? Luis Buñuel moet wel mijn favoriete cineast zijn. De manier waarop hij een verhaal vertelt en vooral zijn oog voor detail hebben mijn werk erg beïnvloed. Mensen als Laurel Hardy en Robert Mitchum hebben me dan weer op het belang van kleding gewezen om een personage te creëren. Sergio Leone heeft laten zien wat je met fotografie kunt doen. En dan zijn er nog Fellini, John Ford, en acteurs als John Wayne. En de film noir uit de jaren 40 en 50 genre D.O.A. of The Maltese Falcon. Samen moet dat ongeveer het universum zijn waarin Cowboy Henk vertoeft, schat ik.’

‘Mijn invloeden komen vooral uit oudere cinema, als ik het lijstje zo overloop. Cowboy Henk heeft dan ook een beetje een retrosfeer over zich – er zit een tijdloos kantje aan dat maakt dat je niet altijd kunt zeggen of het verhaal zich in 1930 of 2009 afspeelt. Ik vermoed dat het met mijn hang naar nostalgie te maken heeft. Nostalgie naar tijden toen vormgeving nog belangrijk was. Weet je, ik rij in een Hyundai Atos rond. Een ecologisch autootje, dat wel, maar er gaat weinig van uit. Nee, als je een sexy auto wil, dan moet je nog altijd naar een T-Bird of Buick uit de jaren 50.’

‘Klein detail: ik zou bijna vergeten de porno te vermelden. Geen grotere humorvorm dan de pornofilm. Een man die een kamer binnenkomt en tegen een vrouw zegt: ‘Mijn vrouw wil geen seks meer met mij omdat ik te groot geschapen ben’. En dan lichten de ogen van de dame in kwestie plots geïnteresseerd op: betere komedies zijn er toch niet gemaakt?’

FRANCOIS SCHUITEN Strip: De Toren (1987, Schuiten-Peeters) Film: Chimes at Midnight (1965, Orson Welles)

‘Toen ik aan De Toren begon, had ik een duidelijk beeld over hoe mijn hoofdpersoon er zou uitzien: als Falstaff in Chimes at Midnight, gespeeld door Orson Welles. Die baard, die verwilderde blik en dat lijf pasten helemaal bij de aparte sfeer van De Toren, een strip over een verzonnen donkere, middeleeuwse stad in een parallel universum. Maar het ging ons niet alleen om zijn fysiek, ook le romanesque, het hele verhaal rond hem speelde een rol. Het grote talent van War of the Worlds en Citizen Kane dat, ontgoocheld in de filmindustrie, uiteindelijk stopt met films maken: aan die tragiek wilden we in de strip ook refereren.’

‘Maar de invloed van Welles reikt verder. De cadrage, zijn beeldcomposities, het zwart-wit, de poses en houdingen van Citizen Kane hebben hun effect niet gemist. Neem nu zijn typische voorliefde voor opvallend lage of hoge camerastandpunten: die zie je ook in De Toren en dat kan haast geen toeval zijn. Het tijdperk van de zwart-witte cinema was gewoon een bijzonder inspirerende periode uit de filmgeschiedenis. Hoe ze in die tijd het licht het werk lieten doen en van elke zwart-witte shot een tableau maakten: prachtig, toch?’

‘Mijn favoriete cineasten? Ik houd van radicale regisseurs. Regisseurs als Fritz Lang of Werner Herzog met een duidelijke visie op hoe het beeld er moet uitzien. Of visionairen als Ridley Scott, Terry Gilliam of Stanley Kubrick. Niet dat ik stills van Blade Runner, Brazil of 2001: A Space Odyssey heb gekopieerd, maar de manier waarop zij over hun verhaal nadachten en hun eigen universum wisten neer te zetten, werkt bijzonder inspirerend.’

‘Maar kom, je moet de invloed van film niet overschatten. Ik heb zelf veel in de filmindustrie gewerkt – Gwendoline van Just Jaeckin, Raoul Servais’ Taxandria en recent nog Mr. Nobody, de nieuwe film van Jaco Van Dormael, telkens als grafisch ontwerper van de toekomst – ik weet dus waarover ik spreek als ik zag dat het toch vooral twee heel eigen kunsten blijven. Ik houd niet van het idee dat een strip op cinema moet lijken. Een goede strip maakt geen goede film, en een goede film maakt geen goede strip.’

JOHAN DE MOOR Strip: Volle Melk # 2: De Naakte Koe (2002, De Moor-Desberg) Film: The Exorcist (1973, William Friedkin)

‘Het heeft geen zin om het te ontkennen: het openingsbeeld van De Naakte Koe is klakkeloos uit The Exorcist overgenomen. Opzettelijk uiteraard: ik werk altijd met clichés, collages en allusies in mijn strips. Dat is nu eenmaal mijn stijl – een spel met referenties, begrijp je? Plus: de sfeer van The Exorcist paste uitstekend bij de opening van dat beeldverhaal, waarin een professor bij een geheim spiritistisch genootschap aanklopt om een geest op te roepen. Waarna de humor weer de bovenhand neemt overigens – het blijft tenslotte een strip over een sprekende koe.’

Eraserhead van David Lynch, het fantastische A Clockwork Orange van Kubrick of de cinema van Tarantino: er zijn genoeg films die mij sterk beïnvloed hebben. Daarom niet noodzakelijk visueel, vaak is het de atmosfeer die ik transponeer. Neem nu Amadeus. Met zijn fantastische barokke overdrijvingen moet die wel een weerslag op mijn werk gehad hebben – het leunt er toch alleszins sterk bij aan. De films met Jean Gabin hebben dan weer geweldige inspiratie voor dialogen opgeleverd. En vaak geven films goede oplossingen voor problemen die ik als tekenaar ondervind. Of ik voor licht of tegenlicht moet kiezen, bijvoorbeeld. Waarom zelf zoeken hoe je een scène moet belichten, als je het ook van een film kunt afkijken? (Lacht)’

‘Het beeldverhaal en cinema zijn twee verweven kunsten. Ze zijn niet toevallig ongeveer even oud – beide zijn ontstaan aan het einde van de 19e eeuw, als ik mij mijn geschiedenislessen juist herinner. Zonder de spaghettiwestern zou Giraud nooit aan zijn Blueberry zijn begonnen – let trouwens eens op de gelijkenissen tussen Blueberry en acteur Jean-Paul Belmondo. Zonder Tarantino zou scenarist Desberg in IRS nooit met ingewikkelde flashbackstructuren zijn gaan experimenteren. Als Kuifje in Kuifje in Amerika van het ene raam naar het andere springt, heeft Hergé dat ongetwijfeld op een of andere film gemodelleerd. En ik kan dan weer geen enkele scène in het heelal tekenen zonder er enkele verwijzingen naar Star Wars in te smijten. Ach ja, met een beetje diefstal is toch niets mis? (Lacht)’

Belgisch stripverhaal en cinema: een kruisbestuiving

27/5 tot 30/6, Cinematek, Brussel

Door Geert Zagers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content