Voetbal, vriendschap en verdwenen vaders. In zijn nieuwe sociodrama Linha de Passe zoomt Walter Salles in op de schaduwkant van de Braziliaanse droom. ‘Het voetbalreglement is onze nationale grondwet.’

Hij prikte de nieuwe Braziliaanse cinema op de kaart met Central do Brasil, volgde de jonge Che Guevara door Latijns-Amerika in The Motorcycle Diaries, kluste bij in Hollywood met de huivertrip Dark Water en zou – eindelijk! – aan de verfilming van Jack Kerouacs legendarische roman On the Road begonnen zijn.

Een drukke man, die Walter Salles (52), én een veelzijdige.

Toch is de kosmopolitische diplomatenzoon zijn geëngageerde roots niet vergeten. Dat blijkt uit zijn nieuwe docudrama Linha de Passe, waarin hij samen met coregisseuse Daniela Thomas, de achterbuurten van São Paulo verkent.

Daar laat Salles je in een sobere vérité-stijl kennismaken met vier jonge broers en hun single moeder die zich elk op hun manier trachten te redden – gaande van hard wroeten tot crimineel gesjoemel en van bidden tot God tot dromen van een professionele voetbalcarrière.

Vlammende, van drugs en geweld stijf staande sambacinema à la Cidade de Deus – waarvan Salles coproducent was – is het niet. Deze keer kiest hij voor een pseudodocumentaire en sociologische aanpak om een van Braziliës urgentste problemen aan te kaarten: het stijgende aantal vaderloze gezinnen en de bijbehorende sociale fricties. Een gesprek met de rijkeluiszoon die Braziliës filmende guerrillero werd.

‘Linha de Passe’ behandelt, net als ‘Cidade de Deus’ en ‘Tropa de Elite’, het harde leven in de favela’s, maar is een stuk introverter en minder gewelddadig. Een bewuste keuze?

Walter Salles: Absoluut. Die films hadden internationaal zo veel impact dat ze bijna een genre op zich geworden zijn. Bovendien hebben ze in het buitenland het beeld over het moderne Brazilië en het gewelddadige leven in de buitenwijken bepaald. Vandaar dat ik met Linha de Passe een andere weg wilde inslaan. Ik wilde tonen dat de Braziliaanse werkelijkheid complexer ineen steekt. Ook de broers uit Linha de Passe worden dagelijks met armoede, corruptie en geweld geconfronteerd. Toch blijven ze op het rechte pad. Dat is misschien minder opwindend of sensationeel, maar wel realistischer.

In welke mate is dat vaderloze gezin representatief voor het moderne Brazilië?

Salles. Uit onderzoek blijkt dat 28 procent van de Braziliaanse gezinnen vaderloos is. Mijn film verklaart die cijfers niet, maar geeft wel aan wat de gevolgen zijn. Een van de vier broers heeft een zoontje, maar woont ook niet langer bij diens moeder. Mijn film gaat in essentie over vaderloze kinderen die op hun beurt niet in staat blijken om een ouder te zijn. En zo zal het probleem nog generaties aanslepen.

Hoe is het zo ver gekomen?

Salles: Het is een historisch probleem van vijfhonderd jaar oud. Heel wat Europese kolonisten hebben bij de oorspronkelijke indianenbevolking kinderen verwekt, maar zijn daarna naar Europa teruggekeerd. Onze founding fathers – zij die het land zijn naam hebben gegeven – zijn het dus meteen afgebold. Het probleem zit verankerd in het DNA van onze natie.

Dat klinkt behoorlijk fatalistisch.

Salles: Niet noodzakelijk. In het Braziliaanse DNA zit ook het verzet tegen het lot en de armoede. De kloof tussen arm en rijk gaapt erg diep, maar dat heeft er ons nooit van weerhouden om een levendige gemeenschap op te bouwen. Zelfs in de armste buurten gonst het van de levensvreugde en het optimisme. En dat zie je van oudsher weerspiegeld in hoe we voetballen. Niet defensief of tactisch, maar naar voren en vol schwung. Vandaar dat ik in de film voetbal als metafoor gebruik. Het is een cathartisch ritueel, een ontsnappingsroute uit de sociale impasse en een spiegel voor onze nationale ziel.

Dat Brazilië al vijf WK’s heeft gewonnen, valt dus sociologisch te verklaren?

Salles: (Knikt) Het is wellicht de enige sport waaraan mensen uit alle klassen deelnemen. Een voetbalveld is in Brazilië de enige plek waar de regels voor iedereen gelden en door iedereen worden gerespecteerd. Het voetbalreglement is onze nationale grondwet. (Lacht)

Nochtans toon je niet de glamourkant van het voetbalbedrijf, maar wel de hoop en de uitbuiting die de machine draaiende houden.

Salles: Elk jaar zijn er 2,5 miljoen Braziliaanse kinderen die aan voetbaltry-outs deelnemen – zoals de jongste broer in de film – in de hoop een profcontract te versieren en zo de sociale barrières te doorbreken. Voor elke Ronaldo of Ronaldinho zijn er echter miljoenen kids die het niet kunnen waarmaken. In een land waarin de staat in zovele opzichten tekortschiet, kan het belang van voetbal nauwelijks worden overschat. Voor veel Brazilianen is het de enige manier om ergens bij te horen en trots op te zijn. En om het politieke establishment tegen de schenen te schoppen. In een voetbalstadion kun je zo politiek incorrect zijn als je maar wil en dat is niet noodzakelijk een slechte zaak. Op die manier kunnen mensen hun frustraties kanaliseren én kun je polsen naar de structurele problemen en onvrede binnen de maatschappij.

Tot slot: wanneer mogen we je verfilming van ‘On the Road’ verwachten?

Salles: Momenteel leg ik de laatste hand aan een documentaire die als voorbereiding op de fictiefilm dient. Ik heb Kerouacs originele traject dwars door Amerika afgelegd en heb met heel wat beatdichters en overlevenden gepraat die nog voor de personages model hebben gestaan. Hopelijk kan ik in het voorjaar aan de film beginnen, maar na dertig jaar (zolang heeft Francis Ford Coppola de rechten al, nvdr. ) komt het niet op een maandje meer of minder.

LINHA DE PASSE

Vanaf 15/4 in de bioscoop.

Door Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content