Ook al koos James Gray bij zijn vierde langspeler voor het romantische drama Two Lovers, van een stijlbreuk met zijn fatalistische misdaadkronieken Little Odessa,The Yards en We Own the Night is gelukkig geen sprake. Op zoek naar de zwarte ziel in James Gray. ‘Laat de studiobobo’s maar komen. Ik zal elke strijd van hen winnen.’

De gangsters ruilde James Gray voor getroebleerde minnaars, het geweld voor een flinke dosis melodrama. En toch vertelt hij met Two Lovers opnieuw een wrang verhaal, waarin autodestructieve protagonisten, familiale dilemma’s en de winterse wijken van zijn geboortestad New York centraal staan.

Daarbij draait alles rond de amoureuze perikelen van de manisch-depressieve ondernemerszoon Leonard Kraditor (Grayhabitué Joaquin Phoenix), die sinds zijn verloofde hem in de steek liet weer bij zijn ouders in Brooklyn woont. Swingend ziet zijn leventje er dus niet uit, tót hij zijn nieuwe en heel extraverte buurmeisje Michelle (Gwyneth Paltrow) tegen het bevallige lijf loopt en de vlinders opnieuw voelt fladderen. Het enige probleem: Michelle heeft al een affaire en bovendien zien zijn beschermende ouders hem liever daten met Sandra (Vinessa Shaw), een vriendin van de Joodse familie Kraditor. Aan Leonard om tussen zijn twee lovers te kiezen.

‘Ik had drie misdaadfilms gemaakt en was het genre een beetje beu’, legt Gray uit wanneer we hem in Parijs ontmoeten. ‘Bovendien ben ik een paar jaar geleden getrouwd en vader geworden. Ik stond op een punt waarop ik in de eerste plaats iets over liefde en relaties wilde vertellen, maar dan het liefst zonder de leugenachtige stroop waarop Hollywood je doorgaans trakteert. Ik mag privé dan gelukkig zijn: ik blijf de mens een destructief beestje vinden.’

Sommige critici noemen je filmsnogal conservatief.

James Gray: Al mijn films hebben uiteenlopende kritieken gekregen, dat betekent dus dat ze zich niet zomaar laten labelen. Inhoudelijk ben ik conservatief in die zin dat ik weiger de ironische toer op te gaan en me slimmer voor te doen dan mijn publiek. Ik geloof in tragische helden, niet in ironische. En ik geloof in identificatie en catharsis, niet in pastiche en vervreemding. Vandaar dat ik nooit een fan ben geweest van Tarantino en al die andere new violence-auteurs van mijn generatie. Dan bekijk ik duizend keer liever de films uit de seventies van Coppola, Friedkin en Scorsese. Of de romantische drama’s van het Italiaanse neorealisme waaraan Two Lovers deels een hommage is. Daar zit tenminste een eerlijke antropologische en historische waarheid in.

Die invloed van de jaren 70 valt ook af te lezen uit je stijl. Die doet met zijn elegante cameravoering, sombere sfeerschepping en rustige montage zelfs bijna anachronistisch aan.

Gray: Dat beschouw ik als een compliment. Die kinetische esthetiek van tegenwoordig – met snelle cuts en handbewogen camera’s – interesseert me niet. De verhalen die ik wil vertellen, lenen zich er ook niet toe. Niet de uiterlijke actie is belangrijk, wel de innerlijke. En die kun je alleen maar blootleggen als je er de nodige tijd voor neemt. Als een shot een volle minuut moet duren om een nuance te onthullen, dan is dat maar zo. Ik weet dat sommigen me daarom ouderwets vinden, maar liever dat dan een gelikt prefabproduct afleveren dat je meteen weer vergeten bent.

Heb je daarom na je debuut ‘Little Odessa’ zes jaar moeten wachtenom ‘The Yards’ te kunnen maken,en dan nog eens zeven jaar voor’We Own the Night’?

Gray: (Knikt) Ik ben koppig en veel- eisend. Ik wil alleen films maken waarin ik final cut heb en mijn visie volledig kan doorduwen. Dat schrikt veel producenten af, zeker omdat mijn films somber, introvert en dus allesbehalve blockbusters zijn. The Yards was zelfs een regelrechte financiële ramp. De reden waarom ik Two Lovers wel snel heb kunnen maken, in minder dan een jaar na We Own the Night, is omdat die laatste film wel geld heeft opgebracht én omdat ik met Joaquin Phoenix en Gwyneth Paltrow meteen twee sterren aan boord had. Dat laatste wordt helaas alsmaar belangrijker. Geen namen, geen geld. Ziedaar de huidige film-industrie in een notendop.

Klopt het dat je ‘Two Lovers’ speciaal voor Gwyneth Paltrow hebt geschreven?

Gray: Ik ken Gwyneth al vijftien jaar, maar wist eigenlijk niet dat ze zo’n goede actrice was. Laten we eerlijk zijn: tot nu toe heeft ze niet echt in veel goede films meegespeeld, wat ze zelf trouwens ook heel goed beseft. Vandaar dat ze er een tijd niet veel zin meer in had, ook al omdat ze ondertussen moeder was geworden. Toen ik haar een paar jaar geleden opnieuw tegenkwam en haar vertelde dat ze beter materiaal verdiende, zei ze al lachend: ‘Waarom schrijf jij dan geen film voor me?’ En dat heb ik ook gedaan. Bovendien had ik nog een andere reden. Voor mij is Gwyneth het zinnebeeld van de mythische, onbereikbare vrouw. Ze heeft talent, is slim, ziet er fantastisch uit, was ooit de vriendin van Brad Pitt en Ben Affleck en is nu getrouwd met de zanger van Coldplay. Kortom: het soort vrouw van wie ordinaire sukkels als Leonard alleen maar kunnen dromen. Vandaar dat ik haar absoluut in de rol van Michelle wilde, het mondaine meisje op wie hij verliefd wordt en van wie hij zich een totaal geïdealiseerd beeld vormt. En dat terwijl hij diep vanbinnen al beseft dat hem dat meer pijn dan geluk zal brengen.

Leonard wordt vertolkt door je fetisjacteur Joaquin Phoenix, meteen zijn allerlaatste rol nu hij zich uitsluitend op zijn muziekcarrière wil storten. Geloof je hem?

Gray: Ik geloof inderdaad dat we hem de eerstkomende jaren niet meer zullen zien, maar tegelijk weet ik ook dat ik de enige ben die hem zou kunnen ompraten. Ik heb alleen geen geschikte rol voor hem in mijn volgende film. Jammer. Acteurs van zijn kaliber zijn immers dun gezaaid.

Waarom vind je hem zo goed?

Gray: Joaquin is een instinctief acteur, een die innerlijke spanningen kan overbrengen, desnoods zonder dialogen of gestes. Zijn présence zuigt je als het ware de film binnen, terwijl de meeste Amerikaanse acteurs meer naar buiten gericht zijn en de emoties veeleer op je afvuren. Hij dwingt je op een heel natuurlijke manier om je met zijn personage te identificeren. In die zin past Joaquin meer in de traditie van Europese leading men als Marcello Mastroianni of Alain Delon dan in die van James Stewart of Cary Grant.

Je volgende film wordt ‘The Lost Cityof Z’, een avonturenepos met Brad Pitt én je eerste studiofilm. Dat betekent wellicht dat het afgelopen is met je’final cut’.

Gray: (Fel)No way! Als ze me tot compromissen proberen te dwingen, dan weet ik dat ik elke strijd van hen zal winnen. Ik heb mijn hele carrière voor mijn films moeten vechten en tot hier toe heb ik telkens mijn slag thuis gehaald. Bovendien weet ik dat Brad Pitt volledig achter me staat. Ik kijk er enorm naar uit, al moet ik het scenario nog schrijven en kan ik wellicht pas eind 2009 beginnen draaien. Deprimerend eigenlijk, nu ik erover nadenk. Leek ik eindelijk eens goed op dreef, wordt het weer dik twee jaar wachten op een volgende film. (Lacht)

Een groots avonturenepos is ook niet meteen wat we van jou verwachten. Wat voor prent wordt het eigenlijk?

Gray: De film is gebaseerd op het waargebeurde verhaal van de Britse kolonel Percy Fawcett die in de jaren 20 samen met zijn zoontje spoorloos in de Amazone verdween. Hij was er op zoek naar een verloren beschaving, maar daarvan is nooit een bewijs gevonden. Het is een verhaal over obsessie, identiteit en idealisme rond een personage dat zich in zijn gedrevenheid te gronde richt. Het ligt dus in het verlengde van mijn vorige werk, ook al wordt de schaal groter en de setting anders. Ik heb een drie uur durend picturaal epos voor ogen dat meer wegheeft van Werner Herzogs Aguirre dan van Indiana Jones. De bonzen van Paramount, dat de film zal financieren, zijn bij deze gewaarschuwd. (Lacht)

Voelde je de noodzaak om anderewegen in te slaan?

Gray: Ik wil stilistisch en thematisch consequent blijven, maar wel telkens nieuwe bronnen aanboren. Na mijn eerste drie films, die variaties waren op het misdaadgenre, kreeg ik het verwijt steeds opnieuw hetzelfde verhaal te vertellen: dat van de verloren zoon die naar zijn familie terugkeert en die ongewild in moeilijkheden brengt. Maar dat was zeker niet mijn bedoeling. Die oudtestamentische en familiale thematiek zijn gewoon het resultaat van mijn opvoeding als kleinzoon van Joods-Russische immigranten. Al mijn films zijn ook in min of meerdere mate autobiografisch. Little Odessa gaat over de generatiekloof tussen conservatieve Russische ouders en hun veramerikaanste kinderen. The Yards is grotendeels gebaseerd op de verhalen die mijn vader me vertelde toen hij zelf voor de spoorwegen werkte. En Two Lovers, dat zich afspeelt binnen een Joodse familie uit New York, gaat over het fetisjisme van erotische liefde enis een reflectie op mijn eigen liefdes-leven en huwelijk. Enfin, toch in zekere zin. Ik wil niet dat mijn vrouw straks denkt dat ik heimelijk verliefd ben op Gwyneth Paltrow. (Lacht) (D.M.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content