Zondag 14/6, 21.50 – Canvas

Muscles from Brussels? Geef ons maar de Bluesette! En de rest van de wereld denkt daar blijkbaar ook zo over: Jean ‘Toots’ Thielemans schopte het van ketje tot baron, en dat allemaal dankzij zijn trouwe mondharmonica. ‘Op zijn 87e speelt hij beter dan ooit’, zegt Thierry Lorreau, een van de makers van Toots, dat evenveel portret als hommage is geworden.

Is dit nu het definitieve portret van onze grootste jazzmuzikant?

Thierry Lorreau: Goh, Toots speelt nog steeds hé, maar het zou me verbazen als iemand hier nog veel aan weet toe te voegen. (Lacht) Je wilt niet weten hoeveel uren ik in de kelders van de VRT en RTBF heb doorgebracht op zoek naar zeldzaam archiefmateriaal. Maar het was het waard: echte schatten hebben we opgedolven, zelfs beelden uit 1947.

Hebben jullie hem ook gevolgd op tournee?

Lorreau: Op zijn eigen verzoek zijn we mee naar Zweden getrokken, waar hij al een ster was voor hij in België echt was doorgebroken. Elk jaar nog gaat hij terug, de mensen spreken hem aan op straat en hij praat een aardig mondje Zweeds. Ook in de rest van de wereld is hij nog steeds heel geliefd, hoor – letterlijk van New York tot Tokio.

Mij lijkt hij vooral een hele lieve opa.

Lorreau: Toots is echt een van de aardigste mannen die ik ooit heb ontmoet. Net die menselijke kant heeft er volgens mij mee voor gezorgd dat hij zo’n grote ster geworden is. Zelfs na een concert van drie uur heeft hij nog een vriendelijk woord over voor iedereen die hem in de loge komt opzoeken, zo warm is hij. Plus: hij is nooit zijn roots vergeten. Hij blijft een man van de Marollen, waar hij overigens nog steeds heel graag gezien is. Neen, van een ‘dikke nek’ kan je hem absoluut niet beschuldigen.

Hoe kijkt hij zelf op zijn carrière terug?

Lorreau: Trots natuurlijk, en terecht. Toen Toots muziek begon te maken, beschouwde men de mondharmonica als een speelgoedje, maar hij heeft daar iets mee gedáán. Hij heeft muzikaal altijd risico’s durven te nemen en stond open voor alle genres. Zo heeft hij met de groten der aarden gespeeld – denk maar aan Ella Fitzgerald, Quincy Jones en Paul Simon. En het allerbelangrijkste: hij weet mensen te ontroeren. Tijdens optredens zie je dat zijn muziek mensen tot tranen toe beweegt. Zelf zegt hij ook: ‘Er zijn veel muzikanten die even goed spelen als ik, maar ik doe meer, ik laat mensen huilen.’

Heeft hij nog dromen?

Lorreau: Volgens mij is zijn droom gewoon doorgaan met wat hij doet, en het liefst in goede gezondheid natuurlijk. Hij heeft wel wat hulp nodig bij het wandelen, maar op het podium blijft hij een ster. Trouwens, hij geniet er nog steeds van nieuwe muzikanten te leren kennen. Dat hij met Ozark Henry kon samenspelen, bijvoorbeeld, vond hij fantastisch. Hij leeft nog steeds voor zijn passie.

Barbara De Coninck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content