Conceptuele continuïteit: voor velen is het hoogstens een alleraardigste alliteratie, voor Daan Stuyven lijkt het een artistieke erezaak. Al tien jaar lang getuigen zijn albumhoezen van een strak aangehouden huisstijl. Een kleine selectie.

OVER ZIJN TYPOGRAFIE

Daan: Achter die conceptuele continuïteit moet je vooral geen grote theorieën zoeken: die is veeleer toevallig ontstaan. Toen ik mijn vaste baan als grafisch vormgever na een ernstige burn-out definitief opzegde, was ik dat werk zo kotsbeu dat ik meteen alle lettertypes uit mijn computer heb gewist. Op eentje na: de Eurostyle bold extended 2, een variant op de gewone Eurostyle die ik voor de albumhoezen van Dead Man Ray gebruikte. Sindsdien werk ik alleen nog met die letter. Tot spijt van wie het benijdt. Toen ik het artwork voor de laatste plaat van Bobbejaan naar zijn zoon doormailde, kreeg ik meteen telefoon van Tom: ‘Seg, hebde gij nu echt geen andere letterype?’ Neen dus. (Lacht)

OVER ZIJN WERK ALS GRAFISCH VORMGEVER

Daan: Ik heb echt heel verschillende dingen ontworpen. Affiches voor 10 Days of Techno, logo’s voor sigaretten- en frisdrankmerken… Ik heb zelfs de huisstijl van Cera – nu KBC – ontworpen. Daarnaast heb ik zeker honderd platenhoezen gemaakt: van Wigbert over Bram Vermeulen tot Milk The Bishop, het eerste groepje van Joost Zweegers. Voor de cover van You’ll Never Walk Alone, een singletje van Gorki, ben ik zelfs ooit het stadion van KV Mechelen binnengedrongen. Maar het liefst werkte ik voor Noordkaap, omdat Stijn Meuris altijd openstond voor gedurfde ideeën.

OVER ‘BRIDGE BURNER’

Daan: Aangezien de plaat grotendeels gaat over bruggen verbranden en ze ook Bridge Burner héét, kon ik moeilijk anders dan enkele bruggen in het artwork verwerken. De viaduct van Vilvoorde zit er ergens tussen. Maar ook de Verbrande Brug in Grimbergen, die trouwens niet lang na de fotoshoot nóg eens is ingestort. (Lacht) Op de achterkant zie je mijn Toyota Mark 2 Coupé uit 1977, nog altijd de wagen waarmee ik het liefst gereden heb. Tot het parket van Antwerpen hem in beslag heeft laten nemen. (Lacht) Die foto van de opkomende zon boven Berchem heb ik genomen na een nachtje stappen. Tegenover mijn appartement stond een kraan en daar ben ik toen met mijn zatte kop in geklommen – als was ik een van de uitgeprocedeerde sans-papiers.

OVER ‘THE PLAYER’

Daan: Mijn goede vriend Gori had me na lang zagen eindelijk een bontjas gevonden – konijn, for the record – vandaar dus die heerlijk foute coverfoto. Het fietspaard waarmee ik op de binnenhoes een Berlijnse parkeergarage binnenrijd, is trouwens volledig custom made. Ik heb het laten ontwerpen door dezelfde mensen die ook de Cloaca van Wim Delvoye hebben gemaakt. Om dat vélopaard toch een beetje het aanschijn van een artistiek concept te geven, heb ik het vaak tijdens mijn optredens gebruikt. Het is trouwens nog altijd in mijn bezit. Onlangs heb ik het nog eens van stal gehaald om ermee naar de Delhaize te gaan.

OVER ‘MANHAY’

Daan: Voor de nieuwe plaat heeft mijn vriendin Geraldine hier in de buurt foto’s gemaakt: op straat, in de tuin, naast de vrachtwagen en de silo’s van mijn buurman. Ik ben zot van die buitensfeer hier. Mijn eerste gedacht was nochtans om foto’s te maken in mijn studio in Brussel die op een spoorweg uitgeeft. Elke dag om half vijf komt de dubbeldekstrein richting Luxemburg daar voorbij en dan reflecteert de zon via de bovenste ramen van de trein in de discoballen die in mijn studio hangen, wat iedere keer voor een kort, maar hevig flitsend feestje zorgt. Dat ik op de helft van de foto’s een sigaret in mijn mond heb, is puur toeval. Mijn vriendin heeft me gekiekt op onbewaakte momenten en statistisch gezien is de kans dan groot dat ik aan het roken ben. (Lacht)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content