Hoewel ‘Keerpunt’ heeft bewezen dat geschiedenis spannend kan zijn, besloten de marketeers dat het ‘niet meer in de etalage past’.

Eigenlijk wilde ik het hier over Nooitgedacht hebben, de talkshow zo sober dat hij een biechtstoel frivool doet lijken. Misschien niet zozeer over de talkshow zelf, want die is wat hij is: gemelijk gebabbel waarbij je eerder denkt aan de zure adem van oude mannen die te veel miswijn drinken, dan aan het lichtvoetige dat in het woordje show schuilt, maar wel over de kelder waarin dat gesprek plaatsvindt. Het lijkt een beetje een wrede grap om de wijze man Rik Torfs met nog wijzere mannen als Siegfried Bracke en Père Gilbert op te sluiten in een donkere, naar middeleeuwse vochtplekken riekende kelder om het er over de gespletenheid der menselijke soort te hebben. Ook al heb je niets te vertellen, in die kelder verzin je desnoods de ergste zonden om zo snel mogelijk weer vrijelijk fijn stof te mogen inademen. Als de CIA ooit propere folteraars zoekt, dan is Rik Torfs de ultieme geheime tip. Met een scheef lachje, zich op voorhand verontschuldigend voor het ongemak, draait hij de Voltknop om en terwijl een verschroeiende stroomstoot van je scrotum naar je hersenen bliksemt, zal hij vragen waar, wanneer, hoe vaak en met wie je voor de eerste keer seks hebt gehad.

Maar nu het gat van Canvas verdwijnt, wil ik liever een ode brengen aan een programma dat met dat gat verdwijnt, omdat het volgens de marketeers niet meer ‘in de etalage past’: Keerpunt. Omdat de geschiedenis van verre volkeren door de marketeers te moeilijk wordt geacht voor de gemiddelde Canvaskijker, beperkt Keerpunt zich al een tijdje tot de bijzondere voorvallen uit het niet zo verre eigen verleden. De moord op de communist Julien Lahaut, bijvoorbeeld. Op 11 augustus 1950 zou hij ‘Vive la république’ hebben geroepen in het parlement terwijl de jonge Boudewijn de eed aflegde. De week erop belden twee mannen met gleufhoeden bij hem aan en schoten hem dood. De moord werd nooit opgehelderd, ook omdat de Luikse onderzoeksrechter niet volledig gemotiveerd was om de laatste steen om te draaien. Een dossier van de staatsveiligheid met een duidelijke vermelding van naam en toenaam van een mogelijke dader werd – moedwillig of niet – verticaal geklasseerd.

Dat geschiedenis spannend kan zijn, heeft Keerpunt al een paar keer bewezen. Niet zozeer door het reconstrueren van historische feiten, dat soms wat klungelig in zijn werk ging – in De Moord op Lahaut zagen we nors kijkende mannen wolkjes uitademen op wat moest doorgaan voor een zomernacht, maar wel door een ander licht op die feiten te werpen. De Moord op Lahaut trok niet alleen een anonieme, tachtigjarige getuige vanonder het geschiedkundige stof, maar liet hem bovendien verklaren dat hij geschoten had – tot tweemaal toe – en dat ‘de klootzak’ François Goossens – codenaam Adolphe – zijn belofte niet was nagekomen. De belofte was dat Goossens zou schieten.

Met het parlementaire vuur van de nieuwbakken verkozene had Vincent Van Quickenborne eerder de naam van Goossens uit de gerechtelijke dossiers getild. Is met deze nieuwe getuige het mysterie rond de moord opgelost? Verre van. De vraag naar de opdrachtgevers blijft onbeantwoord. Net zoals het nog altijd niet duidelijk is wie precies ‘Vive la République’ heeft geroepen. Jean-Marie Dedecker zou pas het jaar erop geboren worden.

Door Tine Hens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content