Een fulltime dagdromer, die Stuart Staples. De frontman van de Tindersticks – die tegenwoordig ook solo musiceert – krijgt geen boek meer uitgelezen. Mark Rothko, Neil Diamond en Tim Hardin houden zijn aandacht wel langer dan tien seconden vast.

* Waarmee dood je de tijd in de toerbus?

Ik probeer zoveel mogelijk te slapen. Boeken lezen lukt me niet. Na een paar zinnen zit ik met mijn gedachten elders. Boven in de bus hebben we een loungeruimte waar de bandleden constant naar shitty films zitten te kijken. Ik zweer het je, ik kom daar nooit. Ik wil alleen films bekijken uit respect voor de makers, niet om er mijn tijd mee te passeren.

* Wat lees je dan wel? Poëzie?

Ik heb de draad weer opgepikt, ja. Nu ben ik bezig in Birthday Letters van de Engelse dichter Ted Hughes. Een heel mysterieuze bundel, die ik zo fascinerend vind omdat je hem niet helemaal kan snappen. Ik hou ook wel van George Orwell. Op school moesten we Animal Farm lezen, maar ik vond 1984 en zijn debuut Down and Out in Paris and Londen stukker cooler. De stijl ervan is uniek; het lijkt alsof Orwell ze zelf aan het voorlezen is.

* Voor welke film had je graag de soundtrack gemaakt?

Voor The Heart is a Lonely Hunter, een film uit 1968 van Robert Ellis Miller met Alan Arkin, naar een novelle van Carson McCullers. Het gaat over een doofstomme jongen met een gouden hart en zijn bizarre vrienden. Doofstomme mensen leven in een vreemde wereld, en de acteurs vertolken dat in die film op een manier die me inspireert om er muziek bij te schrijven.

* Hoe klinkt de soundtrack van je leven?

Er zijn een aantal songs die me altijd zullen bijblijven, omdat ze gewoon perfect zijn. Pale Blue Eyes van Velvet Underground is er daar één van. Ik herinner me ook nog levendig hoe ik van mijn sokken geblazen was toen ik voor het eerst Joy Division hoorde. Als kind luisterde ik samen met mijn moeder urenlang naar Neil Diamond. Ook Tim Hardin, de singer-songwriter van If I Were a Carpenter schreef een handvol liedjes, waar ik voor de rest van mijn leven over kan nadenken.

* Ben je een kunstliefhebber?

Absoluut, mijn vrouw is trouwens kunstenares. Kunst heeft veel met muziek te maken. Als ik De vrouw van Arles van Van Gogh zie, voel ik in dat werk hetzelfde soort vrijheid en anarchie als in mijn songs. De immense doeken van Mark Rothko gaan voor mij over rust, ruimte en het ritme van het onderbewustzijn. Als ik in Londen ben, tracht ik altijd de Rothkokamer van Tate Modern te bezoeken. Gelijk in welke stemming ik daar binnenstap, ik kom er altijd als een ander mens buiten.

* Je zette ook een toneelstuk van Sarah Kane op muziek.

Toen ze zelfmoord pleegde, liet Sarah Kane het toneelstuk 4: 48 Psychosis achter. De tekst fascineert me niet door haar tragiek, maar omdat het een puur statement is, een zoektocht naar waarheid, geschreven met veel verbeelding en humor. Ik heb het eerlijk gezegd niet voor tragisch-romantische figuren als Kurt Cobain of Jim Morrison. Zij werden slachtoffer van de industrie, maar dat maakt hun muziek er niet beter op. Muziek gaat over iets puurs maken. En dat is veel moeilijker dan een onbegrepen tragische held zijn.

* Wat stoort je aan het huidige muzieklandschap?

Dat er nog zo weinig authenticiteit is. Johnny Cash’ album American IV: The Man Comes Around vind ik nu bijzonder lastig om te beluisteren, sinds Nike het nummer Hurt eruit lichtte voor een commercial. Nike heeft Cash’ stem gestolen om er hun boodschap mee te verkondigen. Doodzonde.

‘Songs for the Young at Heart’ van Stuart Staples en zijn Tindersticks-makker Dave Boulter ligt nu in de winkel. Met gastrollen voor Jarvis Cocker, Kurt Wagner en Bonnie ‘Prince’ Billy.

Thijs Demeulemeester

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content