Een kleine industriestad in het noordoosten van de VS, waar de leegstaande fabrieken slechts herinneren aan voorspoediger tijden. Kleurrijke personages die met vallen en opstaan het beste proberen te maken van een leven met weinig vooruitzichten. Een goeiige, ietwat saaie maar intelligente protagonist die geplaagd door inertie langzaam door zijn omgeving naar een keerpunt wordt gedreven. Het zijn de wereld en de mensen waarover Richard Russo graag en uitgebreid schrijft, al zes lijvige romans en een bundel kortverhalen lang.

In Mohawk, zijn debuut uit 1986, is het meteen raak. Zowel lezers als pers kunnen het realisme waarmee Russo zijn verhaalwereld uitwerkt best smaken. Mohawk, de fictieve stad in het boek, is gebaseerd op Gloversville, de stad van zijn jeugd. Hij geraakt er niet snel op uitgekeken, want na The Risk Pool (1988), waarin hij de moeilijke relatie met zijn vader beschrijft, keert Russo er terug voor Nobody’s Fool (1993), zijn doorbraakroman. Sinds de verfilming ervan, met Paul Newman in de hoofdrol, is Russo voltijds gaan schrijven en lijkt hij een tikkeltje minder op zijn favoriete hoofdpersonages. Als brave huisvader en docent literatuurwetenschap kwam hij immers aardig in de buurt van hun banaliteit.

Het voorlopige hoogtepunt van Russo’s carrière is Empire Falls (2001), waarvoor hij in 2002 de Pulitzer Prize voor literatuur ontving en dat in 2005 als een tweedelige miniserie op de Amerikaanse betaalzender HBO uitkwam. Een reuzencast – met Ed Harris, Philip Seymour Hoffman, Helen Hunt en alweer Paul Newman – vertolkt er het wel en wee van de inwoners van de kleine industriestad Empire Falls. En u raadt het al, ook hier ligt de eens zo bloeiende industrie op apengapen en loopt de stad leeg. Wie blijft, eet uit de hand van Francine Whiting, de laatste erfgenaam van de vroegere industriëlen. Valt Russo in herhaling? Ja, want Empire Falls bevat echo’s van eerdere romans. Maar hij maakt dat tot een troef door zijn lezer mee te slepen in een herkenbare, authentieke wereld waarin doodgewone personages doodgewone dingen doen.

In zijn jongste, Bridge of Sighs (vertaald als Brug der zuchten) staan drie zestigers centraal. Lou en Sarah baten een kleine supermarkt uit en vooral Lou is een huismus die genoeg heeft aan zijn eigen kleine wereld. Hun jeugdvriend Bobby is Lou’s tegenpool, een gevierd schilder die in Venetië woont. De intenties om mekaar terug te zien zijn er, maar zijzelf of het lot steken daar een stokje voor. Opnieuw haalt Russo zijn sterkste troeven boven, maar Bridge of Sighs verraadt ook de keerzijde van zijn stijl. In het meanderende verhaal wordt erg vaak uitgeweid, zodat je als lezer soms te lang op je honger blijft zitten.

Jeroen Bert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content