Onder de wimpel REWIND mogen vaderlandse popartiesten sinds vorig jaar hun meesterwerk afstoffen in de Brusselse AB. Voor Belgiës eerste punkmeute The Kids, die het postuum tot wereldband zou schoppen, is dat simpelweg ‘The Kids’, de debuutplaat uit 1978. Wij blikken terug op de zeven levens van frontman Ludo Mariman, Belgisch punkicoon.

‘Dankzij punk kon je jezelf compleet heruitvinden’, zei de Amerikaanse muzikant Richard Hell ooit. Aan de andere kant van de wereld, diep in het slapende Vlaanderen, nam een anonieme jonge dokwerker die kans met beide handen aan. Hij begon korte, aanstekelijke stroomstoten van popsongs te schrijven, waarin hij kapitalisten, politici, radiodeejays, nazi’s en uiteraard de flikken er duchtig van langs gaf. Geen tijd voor een aai over de bol, this is rock and roll. Om te leren hoe het zo ver kon komen én hoe het allemaal afliep, spraken we af met de inmiddels 53-jarige zanger en gitarist van The Kids, Ludo Mariman. In al zijn zeven gedaantes.

één De voetballer

Wat heeft de Deurnse working class hero gemeen met Noel Gallagher? Allebei dachten ze het op jonge leeftijd als voetballer te maken. Maar uiteindelijk gooiden ze zich, door omstandigheden, helemaal op de muziek. ‘Tijdens mijn tienerjaren was ik een goeie sportman’, zegt Mariman met klem. ‘Ik rookte niet, ik dronk niet, ik wou het echt maken. Ik was een ware karakterspeler, Engelse stijl, met een voorliefde voor slijk en vechten en tackelen. George Best was mijn grote voorbeeld. Ik had talent, maar ergens liep het verkeerd. Met de voetballerij ging het gaandeweg minder, met de muziek net beter. Toen die twee curves elkaar kruisten, was er geen weg meer terug.’

Als tienjarige voetbalgek pluisde Mariman in The News of the World de uitslagen van de Engelse competitie uit. Zo raakte hij genoeg vertrouwd met de taal van Shakespeare om Engelstalige songs te kunnen schrijven. ‘Maar mijn kennis was toen nog heel beperkt, hoor. Tenminste, dat bedenk ik me elke keer weer als we nu pakweg in Rome, New York of Tokio gaan spelen, en daar vier- tot zeshonderd man mijn teksten staat mee te brullen. ( lacht)’

Twee De hippie

John Lydon van de Sex Pistols was als tiener verzot op het Franse jazzrockcombo Magma. Sid Vicious schoof wel ’s een kerstplaat van countrycrooner Jim Reeves onder de naald, en de liefde van de Ramones voor meidengroepen uit de sixties is bekend. We mogen Ludo Mariman, die zich met een hondenband om de nek en een Yalesleutel in het oor buitenshuis durfde te begeven, dan ook niet aanwrijven dat hij ooit met Woodstock dweepte. ‘Meteen nadat ik in de cinema die film had gezien, ben ik de driedubbelelpee gaan kopen’, herinnert hij zich. ‘Wonderlijk. Ik weet niet hoeveel keren ik die plaat heb beluisterd, starend naar die hoes. Ik was veertien, had lang haar, en liep rond met een Indisch hemd, een kralenketting en op mijn rug een gitaar die ik niet kon bespelen! Zelf nummers maken zou ik pas doen tijdens mijn legerdienst, nadat ik Lou Reed op televisie had gezien. Het was de periode van zijn korte blonde haar, waarmee hij er nogal gevaarlijk uitzag. Een openbaring. Net als de platen van de Velvet Underground. Ik constateerde dat je helemaal niet goed moest kunnen spelen of zingen om muziek te mogen maken.’

drie De scheepsschilder

Op zijn zestiende ging Ludo Mariman, net zoals zijn vader en grootvader, in Antwerpen in de dokken werken. ‘Op den duur had ik alles: werk, een huis, een vrouw. Maar eigenlijk voelde ik me helemaal niet voorbestemd voor dat normale leven. Ik was eenentwintig, en al gearriveerd. Daar werd ik bang van. In dat opzicht was punk mijn reddingsboei. Niet lang nadat ik in Londen Eddie & The Hot Rods had gezien, heb ik mijn huis verkocht. Het zweet van die mannen! Die energie! Eigenlijk was dat meer een pubrockband, maar toch wist ik meteen: dit is van mij. Voor mijn vrouw was het een bittere pil om te slikken. Van de ene dag op de andere dompelde ik me onder in het nachtleven, een wereld die me tot dan toe vreemd was. Dat was magie, mijn verlate puberteit. Seks & drugs & rock-‘n-rol in The News of the World: ik kon het rijtje beginnen afgaan. ( lacht)’

Vier De idealist

De oorspronkelijke Kids bestonden naast Mariman nog uit de broers De Haes, met Eddy als drummer en Danny als piepjonge bassist. Voor de tweede elpee Naughty Kids (ook uit 1978) kwam gitarist Luk Van de Poel de gelederen versterken. Een geweldige groep, tonnen zelfvertrouwen én onsterfelijke songs zoals Bloody Belgium, Fascist Cops en Do You Love the Nazis: voor Mariman was het leven haast één groot podium. ‘Door nazitekens te dragen, choqueerde je de mensen, en daar ging het net om. Ik heb ooit opgetreden met een Duitse helm. Maar het was niet omdat ik die droeg, dat ik ook zo dácht. Als punk werd je getaxeerd op je uiterlijk. De politie hield me voortdurend tegen om mijn identiteitskaart te controleren, en in sommige cafés werd ik gewoon niet bediend. ‘ Goa moar oep een ander‘. Dat maakte me kwáád. Nu besef ik wel dat mijn teksten heel zwart-wit waren. Maar dat hoorde bij die leeftijd. Net als het provoceren. Toen we eens in Aarschot moesten optreden en zowel de politie als de brandweer paraat stonden, streelde dat mijn ego! Maar agressie tijdens onze optredens heb ik nooit meegemaakt.’

Vijf De pallieter

The Kids eind jaren 70, dat was living in the fast lane. Er waren die twee platen in één jaar tijd (Mariman: ‘Voor groentjes als wij was één zo’n heuse elpee al een enorm cadeau’). Daarnaast: de voorprogramma’s van Iggy Pop en Patti Smith, dankzij promoter annex manager Alain Ragheno. De lovende recensies. En niet te vergeten: Marimans honger – en we hebben het niet over een knorrende maag. ‘Ik heb van alles geproefd, maar ik ben nooit te ver gegaan’, stelt hij. ‘Daar was ik wel slim genoeg voor. Harddrugs? Dat vond ik zielig, voor losers. Ik wou mezelf niet ruïneren. Daarbij, met de drank alleen had ik al mijn handen vol. Ergens wakker worden en niet weten hoe je daar geraakt bent, is al erg genoeg. Als er dan ook nog een lelijk wijf naast je ligt… ( schatert) Tijdens een van de talloze keren dat ik met mijn zatte botten nog in een auto was gekropen, ben ik tegen een Venus van Milobeeld geknald. Aan discotheek La Rocca was dat. En dan tegen de verzekering: maar die armen wáren er al af, hoor ( lacht).’

Zes De conservator

Het zijn uiteraard geen stoten waar Mariman met fierheid op terugkijkt. Gelukkig is aan die periode wel de Kidssong bij uitstek onttrokken. ‘ There Will Be No Next Time is een puur hedonistische hymne’, knikt hij. ‘Pak het nu, wees egoïstisch, probeer alles.’

Dat laatste begon de Antwerpenaar ook als songschrijver te doen. ‘Na die eerste twee platen had ik het een beetje gehad met de punk. Overal zag ik nep. Die zoektocht is, na nog drie rockplaten met de groep, uitgemond in een solobestaan. Ik had ballads in mij, en die pasten niet bij The Kids. Op den duur waren we onze identiteit kwijt.’

Terwijl Mariman vanaf eind jaren 80 als soloartiest aan de bak probeerde te komen, gingen bootlegs van de Kidsplaten de wereld rond. ‘Dat onze korte reünie van 1996 ondertussen al twaalf jaar duurt, ligt simpelweg aan het feit dat we nog steeds gevraagd worden’, glimlacht hij. ‘Die erkenning is belangrijk. Van de AB. Of van de jonge mensen die we vandaag kunnen amuseren met songs van dertig jaar oud. Of van al die buitenlandse clubs die ons uitnodigen. Binnenkort vertrekken we weer, naar Canada. Het is een eer om nog relevant te mogen zijn. In die zin ben ik conservator van mijn eigen muziek.’

Zeven De conciërge

Al jaren werkt Ludo Mariman halftijds als conciërge in Studio Herman Teirlinck, en dat bevalt hem. ‘Omdat ik word omringd door jonge mensen die dezelfde dromen koesteren als ik vroeger. Het geeft me ook een basisinkomen, waardoor ik selectief kan zijn als het op muziek aankomt. Want zeven dagen aan een stuk met The Kids ( tegenwoordig met ex-Scabsdrummer Frankie Saenen achter de vellen, nvdr) in een busje doorbrengen, met hun zweetvoeten en weet ik wat nog allemaal, dat háát ik. Ik zou de vierde dag op hun gezicht kloppen. De romantiek daarvan is volslagen vals.’

Vreemd genoeg is de man die indertijd aan het vaste baantje wilde ontsnappen nu al tijden werknemer. ‘Bij Randstad, ja. Zij zorgen dat alles geregeld wordt voor je RSZ en pensioen en zo. Goed, je gage ben je dan wel voor de helft kwijt. Maar als artiest en creatieveling moet je je toch niet met facturen bezighouden? Trouwens, wist je dat ik enkele jaren geleden eens vierhonderd euro vakantiegeld van The Kids heb gekregen? No future, zeggen ze dan! ( lacht)’

THE KIDS LIVE

19/9 ABBox, Brussel

DOOR KURT BLONDEEL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content