Vincent Byloo
Vincent Byloo Radiopresentator en voormalig medewerker Knack Focus

TRIPHOP HOORAY – Er is een olifantendracht van liefst elf jaar aan voorafgegaan, maar Portishead heeft met ‘Third’ wel een wolk van een triphopplaat gebaard.

Third Island triphop

De nieuwe plaat van Portishead mag dan een korte en eenvoudige titel hebben, haar ontstaansgeschiedenis was dat allerminst. Sinds de release van hun vorige, het nog steeds onvolprezen Portishead, zijn er liefst elf woelige jaren verstreken. Elf jaren waarin zangeres Beth Gibbons, gitarist Adrian Utley en computeraar Geoff Barrow zich met allerlei zijprojecten hebben ingelaten, maar waarin ze gelukkig ook de tijd hebben gevonden om gezamenlijk aan een derde langspeler te sleutelen. Third is namelijk – laten we de clou maar meteen prijsgeven – een meer dan aangenaam weerzien. Van bij de eerste noten op Third doet de rijke, zich veelal in slowmotion voortbewegende triphop van Portishead bijzonder vertrouwd aan, al waagt het Britse trio zich nu en dan ook op onbekend terrein.

De openingstrack is daar al meteen een schitterend voorbeeld van. Met zijn grillige junglebeat en repetitieve surfgitaar lijkt Silence een verhakkelde rocksong waarin iemand halverwege – om het helemáál ingewikkeld te maken – een miniballad heeft verstopt. Hunter en Nylon Smile zijn daarna helaas een beetje Portishead by numbers: degelijk, maar met hun trage opbouw, sferische soundscapes en dramatische strijkers evengoed een tikje voorspelbaar. The Rip, een akoestische treursong à la Goldfrapp die het gaandeweg op een heupwiegen zet, grijpt wél naar de keel. Net als het met ritmische bokkensprongen op een kletterende climax afstormende Plastic en het aanstekelijke orgeldeuntje We Carry On, waarin Adrian Utley vette gitaarlicks afvuurt op een voorbijtrekkende marching band.

Geheel plompverloren maar juist daarom zo efficiënt volgt dan het meest atypische nummer van de plaat: Deep Water, een akoestisch kattebelletje van hooguit anderhalve minuut, maar wát een song. En dan hebt u de echte orgelpunten nog te goed! Machine Gun bijvoorbeeld, geschoeid op dezelfde mechanische beat als Blue Monday van New Order. En Magic Doors, tot slot: twintig seconden lang denkt men naar een Soulwaxremix van Honky Tonk Women te luisteren, tot Beth Gibbons haar scheur opentrekt en de song alsnog openbloeit tot een triphophymne waar Massive Attack zó zou voor tekenen.

Overigens komt datzelfde Massive Attack – net als Portishead afkomstig uit Bristol – binnenkort ook met een nieuwe plaat op de proppen. Maar het zal een hele straffe moeten zijn als ze hun stadsgenoten nog het nakijken willen geven.

DownloadtipS

We Carry On

Machine Gun

Magic Doors

Vincent Byloo

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content