Zing en dans, Peter en Stany zijn terug! In Oud België spelen ze Marcel en Willy, twee komieken bij het gelijknamige revuetheater dat in de jaren 70 als een Titanic op z’n ondergang afstevent. ‘Toen Peter destijds met het idee kwam aanzetten, interesseerde het me eigenlijk niet.’

‘Waar is de tijd dat ik alles moest zeggen en uit hem ten hoogste twee woorden kwamen?’, grijnsde Stany Crets op de voorstelling van Oud België, nadat spitsbroeder Peter Van den Begin met gloed over hun langverwachte miniserie had gesproken. Oud België ontstond jaren geleden al als het geesteskind van Van den Begin, gebaseerd op z’n eigen jeugdherinneringen. Vanuit het standpunt van de kleine Eddy (revelatie Ben Van den Heuvel) doet de zesdelige reeks het verhaal van de teloorgang van het revuetheater waar zijn vader Willy (Crets) en ’toffe nonkel’ Marcel (Van den Begin) spelen. Intussen moet moeder José (Els Dottermans) naast haar niet bepaald bloeiende bloemenzaak ook het gezin zien te runnen. Het bonte gezelschap in de coulissen van Oud België wordt met verve vertolkt door onder meer Kristine Van Pellicom, Arnold Willems en Warre Borgmans.

Peter, was het moeilijk om afstand te nemen van jouw dierbare herinneringen om hen in een tragikomedie te passen?

Van den Begin: Dat is nooit een probleem geweest, omdat ik het revue-theater vooral als een goede arena voor een drama zag: een plek waar een groep mensen als een hechte familie samenleeft. Het voornaamste wat ik van mijn eigen leven gebruikt heb, is het kleine jongetje, Eddy in plaats van mezelf, die kan doordringen tot in de kleinste hoekjes van het theater en zo een bevoorrechte getuige is. Ook de andere kant van Eddy’s familieleven heb ik uit mijn eigen leven geplukt: de buurtbloemenwinkel die er op een jaar tijd drie concurrenten bij krijgt. Ik kan het me nog zo voor de geest halen hoe we thuis rond de tafel zaten te wachten en wachten tot de bel de komst van de eerste klant aankondigde. Wat al de intriges tussen de personages betreft, hebben we er echter stevig op los gefantaseerd.

Wat was jouw bijdrage, Stany?

Crets: Voor alle duidelijkheid: Oud België is het werk van ons beiden. Om wat kort door de bocht te gaan, toen Peter destijds met het idee kwam aanzetten, interesseerde het me eigenlijk niet. (Lacht) Oké, de revue is geen oninteressante arena, maar welk boeiend verhaal plaats je er? Ik zag het niet meteen. Peter is aanvankelijk met iemand anders aan de eerste scenario’s beginnen te schrijven.

Van den Begin: (Grijnst) Om hem uit z’n tent te lokken.

Crets: En dat is dus gelukt. Toen ik die eerste scenario’s las, dacht ik onmiddellijk: dat kunnen wij samen beter. En we waren vertrokken.

Voor een lange tocht! Heeft de serie op een bepaald moment niet aan een zijden draadje gehangen?

Van den Begin: Het is alleszins een grillig parcours geweest. Twee zomers geleden was het even kantje-boordje omdat het zowel productioneel als financieel maar niet rond raakte. Dankzij de VRT, producent Eyeworks en het Vlaams Audiovisueel Fonds is dat toch gelukt en werd beslist om de opnames een jaar uit te stellen. Daardoor waren we wel onze regisseur Stijn Coninx kwijt want de nieuwe planning viel samen met Soeur Sourire.

Crets: Dat uitstel was op zich niet slecht. Als we meteen waren beginnen te draaien, hadden we wellicht te veel toegevingen gedaan. Het wegvallen van Stijn Coninx was een geluk bij een ongeluk. Er waren eerder al andere regisseurs, onder meer Vincent Bal, de revue gepasseerd. Maar eigenlijk was Indra Siera onze eerste keuze. Daar hadden we aanvankelijk een toegeving voor moeten doen, maar door het uitstel hebben we Indra toch aan boord kunnen halen.

Stany, jij leerde Siera kennen toen hij jou regisseerde in ‘K3 en het ijsprinsesje’. Volgens hem delen jullie dezelfde aanleg voor cynisme en werklust.

Crets: Dat mag hij zeker zeggen! (Lacht) Ik had toen wel meteen door dat Indra iemand is die met beperkte middelen een maximaal eindresultaat weet te behalen. Ik heb Peter een dvd gegeven van de eerste K3-film, Het magische medaillon, om hem te tonen hoe Indra dat op een eigen manier in beeld had gebracht. En Peter was meteen overtuigd. Vervolgens hebben we Debby & Nancy’s Happy Hour en Fans met Indra gemaakt. Hij is een geweldige motivator: als hij gaat,moet iedereen mee.

Als een soort tweekoppige Orson Welles hebben jullie ‘Oud België’ geschreven en geproduceerd én nemen jullie de hoofdrollen voor jullie rekening. Nooit aan gedacht om zelf de regie te doen?

Van den Begin: In een pril stadium was het onze bedoeling om de serie te maken – scenario, productie én regie – maar het acteerwerk aan anderen over te laten. Tot de personages van Willy en Marcel vorm begonnen te krijgen en het begon te dagen dat we achteraf wellicht spijt zouden krijgen, als we die zouden laten schieten. Uiteindelijk zou het te hoog gegrepen zijn geweest om zelf te regisseren.

Crets: Indra is de geknipte man gebleken om op het vlak van postproductie werkelijk het onderste uit de kan te halen. Een verhaal schrijven dat zich in de jaren 70 afspeelt: allemaal heel leuk en fijn. Maar dan komt het moment om het te produceren. Niet evident, het kost bijvoorbeeld meteen een pak meer om een seventieswagen te laten rondrijden. Locaties zijn ook een probleem. Op dat vlak hebben we heel wat ‘ darlings’ moeten ‘killen’. Een ontroerende scène waarbij een naburig theater wordt opgedoekt, was gewoon niet te doen. Daar hadden Peter en ik het dan aanvankelijk wel moeilijk mee, want het was ‘ons kindje’ waaraan geraakt werd. Door andere dingen die we bijgevolg wel goed hebben kunnen doen, is het eindresultaat echter zo geslaagd dat we het weeral vergeten zijn.

Van puntkragen over sponzen pyjama’s tot bakkenbaarden: ‘Oud België’ oogt heel seventies, maar is door de stijl geen oubollige nostalgietrip. Als kijker kruip je in het hoofd van de personages doordat ze rechtstreeks in de camera praten. Ook Siera’s idee?

Van den Begin: Absoluut. Eerlijk: we stonden daar wat argwanend tegenover: als dit maar niet te arty-farty wordt.

Crets: Als Indra weer eens shots nam van een of ander detail, dacht je inderdaad: ‘ What the fuck doet hij nu toch?’ Maar dan antwoordde hij: ‘Trek het u niet aan, dat is mijn probleem.’ (Lacht) Hij heeft ons blinde vertrouwen niet beschaamd, het resultaat is echt intrigerend.

Van den Begin: Omdat wij elkaar al zo goed aanvoelen, gaf Indra Stany en mij zelden meer dan een of twee takes. Stonden wij meteen op scherp én had hij meer tijd om details te schieten. (Lacht) Of om meer tijd uit te trekken voor Ben Van den Heuvel, een natuurtalent, maar Indra liet hem helemaal tot zijn recht komen.

Crets: Indra’s motto is: ‘Elke acteur, hoe goed ook, maak ik beter.’ (Lacht) En hij laat mensen als Arnold Willems en Viviane De Muynck schitteren als nooit tevoren. Knap acteerwerk wordt vaak tenietgedaan door een te brave beeld-regie, naar mijn mening. Indra maakt een sterker geheel van beide.

De personages van ‘Oud België’ zijn mensen van vlees en bloed. Was dat bij het schrijven de grote uitdaging?

Crets: Zo zitten we in elkaar. Als we drama in plaats van comedy schrijven, zal dat niet grauw en donker zijn. De weegschaal tussen lichtvoetigheid en drama moet altijd in evenwicht zijn. Belangrijk is dat daarbij gedialogeerd wordt als in het echte leven. Ik ben trots op de dialogen in Oud België: ze zeggen niet te veel, niet te weinig, maar net wat je moet weten.

Van den Begin: Dit zeg ik nu niet omdat hij naast mij zit, maar daarin kent Stany in ons land zijn gelijke niet. Met iets banaals kan hij een geestige scène maken die toch ontroert. Als ze bijvoorbeeld kleine Eddy vragen of hij choco of kaas op z’n boterham moet, vraagt hij of er geen hesp is. Het uitblijven van een reactie zegt zo veel meer dan eender welk woord.

Crets: Niets kan een scène zo verpesten als een dialoog: vaak is hij te uitleggerig of verliest hij zich in het andere uiterste, Vlaams stilzwijgend drama.

Zorgt de vertraging die ‘Oud België’ opliep nu niet voor een perfecte timing: hoeveel arbeiders zullen zich nu niet herkennen in de met uitsterven bedreigde revueartiesten?

Crets: Daar is ons nog op gewezen. Jammer natuurlijk voor de mensen, maar doordat deze serie zich in de jaren 70 afspeelt, past ze perfect bij deze onzekere tijden. Al zijn we daar nooit bewust mee bezig geweest. Het was ons meer te doen om het Titanicverhaal: de ondergang is onvermijdelijk, maar het orkest speelt nietsvermoedend voort. Door vooraf het einde weg te geven, kun je een verhaal veel andere lagen meegeven. Een indrukwekkend voorbeeld daarvan vind ik United 93 van Peter Greengrass, over het vliegtuig dat op 9/11 neerstortte in Pennsylvania. Je weet hoe het zal aflopen, maar toch hoop je de hele film dat de passagiers het kunnen verhinderen.

Van den Begin: Je zou kunnen zeggen dat die hechte familie die de artiesten van Oud België vormen, gedoemd is. Maar veel meer vind ik het een verhaal van vriendschap die onder druk komt te staan, ook van afscheid en opgroeien. De onvermijdelijke teloorgang van de revue helpt om het te vertellen.

Jullie zijn de afgelopen maanden teruggekeerd naar de planken met ‘True West’, ‘Pippi Langkous’ en ‘Peter en de wolf’. Onder meer omdat de plannen met de nog te lanceren tv-zender Exqi, waarvoor moederhuis Alfacam aandeelhouder werd in jullie productiehuis Elisabeth nv, vertraging oplopen. Hoe zit het daarmee?

Van den Begin: We zeiden al zo lang tegen elkaar dat we ooit terugwilden naar het theater. De omstandigheden gaven ons nu de gelegenheid. Je moet weten dat die ambitieuze tv-plannen gemaakt zijn op een moment dat er van crisis nog geen sprake was. Wat er zal gebeuren is ook ons niet duidelijk. Frustrerend! Er ligt een aantal projecten klaar, de komende maanden moet nog duidelijk worden wat er gerealiseerd kan worden.

Bij Exqi, waarvoor jullie al de schoolsitcom ‘Kiekens’ maakten, of de VRT?

Van den Begin: We zien wel. We hebben er destijds voor gekozen om niet meer onder exclusiviteit te werken omdat we elke productie willen maken met de mensen die net als ons veel goesting hebben om juist dát te maken. De reden waarom wij destijds met ons ‘boekentaske’ naar de VRT zijn verhuisd, was trouwens omdat Oud België op dat moment niet mogelijk was bij vtm terwijl ze er aan de Reyerslaan wel oren naar hadden. Er is trouwens nooit enige wrevel geweest met de VRT over het niet verlengen van die exclusiviteit, in de huidige crisisomstandig-heden zullen ze er zelfs niet rouwig om zijn.

Met ‘Oud België’ hebben jullie een nieuw niveau bereikt. Is de tijdsgeest gunstig genoeg om op dit elan door te gaan of wordt het lang wachten op een volgende kans?

Van den Begin: Je hoort steeds vaker de kreet dat goedkoper beter is. Terwijl wat wij maken af en toe centen kost. We zijn flexibel, we willen wel tegemoetkomingen doen. Maar we gaan onze broek ook niet afsteken.

Crets: Als er voor een tv-productie niet voldoende middelen zijn, steken we wel een nieuwe theatervoorstelling in elkaar.

Van den Begin: Moet de politiek haar verantwoordelijkheid niet eens nemen? Het debat over wat de taak van de openbare omroep is, laat maar op zich wachten. Behoort een serie als Oud Belgiëtot de taak van de VRT? Ik denk het wel. Een amusementsprogramma als Debby & Nancy? Ook, naar mijn mening. Laten we nu eindelijk eens die vicieuze cirkel doorbreken, die discussie of de grote baas van de VRT nu niet te veel plannen mag hebben of niet te soft mag zijn. Het vreemde is: het ging goed met de VRT, en het gáát nog altijd goed.

Crets: Het lijkt een slang die z’n eigen staart opeet. Het gaat trouwens om meer dan de VRT, die een cruciale rol speelt in een grotere markt. Producent Eyeworks zegt dat er in het buitenland met bewondering naar de kwaliteit van onze films en fictie wordt gekeken. Het is ondertussen in Vlaanderen een niet onbelangrijke industrie geworden. Dan lijkt het me logisch voor de overheid om erin te investeren.

Van den Begin: Het is een zeer broze industrie. Ik begrijp dat het voor iedereen crisis is, maar een paar klappen en we staan weer bij af. De laatste jaren is bewezen dat Vlaanderen het talent heeft, en dat iedereen professioneel bezig is. Dus beleidsmakers: denk goed na! We hopen dat Oud België z’n steentje kan bijdragen om hen hiervan te overtuigen. Kijk eens wat hier mogelijk is: investeer!

OUD BELGIË

Vanaf zondag 3/1 om 20.55 op één.

Door Hans Van Goethem

Van den Begin: ‘Ik ben met iemand anders aan het scenario begonnen. Om hem uit z’n tent te lokken.’

Crets: ‘En ik dacht ook meteen: dat kunnen we samen beter.’

‘Met ‘Oud België’ willen we de beleidsmakers overtuigen om te investeren in Vlaams talent.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content