Op vrijdag 16 oktober brengt Andy Garcia een bezoekje aan het Filmfestival. Hij zal er zowel een Joseph Plateau Honorary Award in ontvangst nemen, als zijn nieuwste film City Island voorstellen. Een gesprek met een filmster die weinig affiniteit heeft met hedendaags Hollywood. ‘Fysiek bloot bewaar ik voor de slaapkamer.’

The Untouchables, Internal Affairs en The Godfather:Part III: weinig acteurs beginnen hun Hollywoodloopbaan met zulke knallers. Op het einde van de jaren 80 leek Andy Garcia een geboren ‘A-lister’. Brian De Palma, Mike Figgis en Francis Ford Coppola bleken lang niet de enige grote regisseurs die met de Cubaanse immigrantenzoon wilden samenwerken. Hal Ashby draaide met hem 8 Million Ways to Die, hij speelde mee in Black Rain van Ridley Scott en Sidney Lumet gaf hem de hoofdrol in Night Falls on Manhattan.

Ondanks Garcia’s ‘ good looks‘, indringende blik en natuurlijke charme bleef de grote doorbraak echter uit. Halverwege de nineties begon hij zich meer en meer te concentreren op kleinschalige projecten die hij dikwijls zelf produceerde. Dezer dagen lijkt Hollywood enkel nog een beroep op hem te doen voor bijrollen in schabouwelijke kinderfilms en Steven Soderberghs Ocean’s-franchise. Kwatongen beweren dat Garcia’s arrogantie zijn opmars deed stuiten, zelf houdt hij er een andere theorie op na:

‘Je zou het misschien niet zeggen, maar ik ben een heel schuchtere man. Veel grote Hollywoodrollen vereisen dat je jezelf fysiek blootgeeft – zeker in de jaren 90 toen erotische thrillers als Basic Instinct hot waren. Zoiets bewaar ik echter liever voor mijn echtgenote in de slaapkamer. (Zucht) Subtiliteit en suggestie staan al lang niet meer in het Tinseltownwoordenboek. ‘Hoe explicieter, hoe liever’, lijken de meeste studiobobo’s te denken. Geef mij maar ‘good old’ Alfred Hitchcock. Die vond dat je na de kusscène niets meer hoefde te tonen. De kracht van de verbeelding wordt dezer dagen zwaar onderschat.’

Ironisch genoeg speelt je dochter Dominik Garcia-Lorido in je nieuwste film een stripper.

Garcia: Mijn dochter wilde heel graag met me samenwerken, maar had één eis: tijdens de stripscènes mocht ik de set niet op. Eigenlijk had ze me die dag het liefst de staat zien verlaten. (Lacht) Kijk, ik kende het script door en door en wist wat ik van regisseur Raymond De Felitta mocht verwachten. Ik was zeker van een smaakvol eindresultaat.

Raymond en jij zijn allebei gepassioneerde muzikanten. Heb je daar tijdens de shoot iets van gemerkt?

Garcia: Samenwerken met een andere muzikant is fantastisch. Het verschaft je een vrijheid die je bij andere filmmakers niet voelt. Raymond en ik delen een voorliefde voor uitgebreide jamsessies en langgerekte improvisaties. Daardoor durfden we tijdens de opnames allebei buiten de lijntjes te kleuren.

In de film geef je een hilarische Marlon Brando-imitatie ten beste. Wiens idee was dat?

Garcia: In de eerste versie van het scenario was de aspirant-acteur die ik speel simpelweg verrukt omdat hij een auditie mag doen voor een film van Martin Scorsese en Robert De Niro. Ik opperde echter dat we die situatie verder moesten uitbouwen. Aangezien iedereen Marlon Brando als de oppergod der acteurs beschouwt, leek het me een leuk idee om van mijn personage een vurige Brandofan te maken. Toen ik hem imiteerde, was Raymond meteen verkocht. (Lacht)

Met Scorsese en De Niro heb je nog geen film gemaakt, maar het lijstje cineasten met wie je wel hebt samengewerkt, is meer dan indrukwekkend. Wie is je het meest bijgebleven?

Garcia: Zo’n vraag kan ik moeilijk beantwoorden. Films maken blijft een intieme aangelegenheid. Als ik te veel details deel, lijkt het alsof ik uit de biecht klap. Natuurlijk lopen er in de cinemawereld heel wat heethoofden rond en het spreekt vanzelf dat het op een filmset wel eens durft te stuiven. Toch heb ik nog nooit samengewerkt met iemand die ik écht onprofessioneel kan noemen. Alle regisseurs – zowel de bekende als de minder bekende – hebben hetzelfde streefdoel: een fantastische prent de zalen insturen.

Mis je jouw Hollywoodhoogdagen niet?

Garcia: (Krachtig) Hollywood maakt dezer dagen films voor één specifieke doelgroep: pubers. Gewelddadige robotten hier, jonge tovenaars daar – mij kan het niet boeien. Noem me gerust ouderwets, maar ik houd van films over herkenbare situaties. Je weet wel: een lach en een traan, personages van vlees en bloed. Ik heb weinig zin om mee te draaien in die mallemolen van opgeklopte emoties en vergezochte verhalen. Begrijp me niet verkeerd: ik respecteer iedereen die in die wereld wel zijn draai vindt.

Je was in 1987 al eens te gast op het Filmfestival van Vlaanderen – Gent. Herinner je je dat bezoek nog?

Garcia: Dat blijft een onvergetelijke ervaring. Het was de eerste keer dat ik op een filmfestival werd uitgenodigd. Ik geloofde mijn oren niet toen ik hoorde dat ik The Untouchables tijdens de openingsavond mocht inleiden. Ik speelde maar een bijrol in Brians film en had nooit gedacht dat mij zoiets zou worden gevraagd. Bovendien is Gent een prachtige stad. Ik herinner me de kleine straten, oude huizen en grachten nog levendig. Melanie Griffith was toen ook van de partij. Als ik me niet vergis, kwam ze Something Wild van Jonathan Demme voorstellen. Ze was toen nog getrouwd met mijn goede vriend Steven Bauer, de acteur die Al Pacino’s makker speelde in Scarface.

City Island

16/10 en 17/10

Door Steven Tuffin

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content