Alles komt terug, of in elk geval toch Sofie Lemaire, sinds kort weer geland op het oude, vertrouwde VRT-nest. Vooralsnog niet op de radio, binnenkort wel aan de zijde van Bent Van Looy in Culture Club, een gloednieuw popcultuurprogramma op Canvas. ‘Ik weet niet of ik wel wil kiezen tussen radio en televisie.’

Ze is pas 32, maar heeft al enige mediatransfers achter de rug. In maart 2012 – een eeuwigheid geleden in tv-termen – ruilde ze de VRT en Studio Brussel in voor Woestijnvis, dat van haar het gezicht van actualiteitsprogramma De kruitfabriek op Vier maakte. Eerder dit jaar keerde ze terug naar de openbare omroep, waar ze zowel voor oude liefde Studio Brussel als voor Canvas rustig achter de schermen kon meewerken aan nieuwe projecten. Aan Culture Club bijvoorbeeld, een nieuwe popcultuurtalkshow die ze dit najaar samen met Bent Van Looy zal presenteren. ‘Ik weet nog hoe ik dacht: “De VRT-mensen gaan mij in de wandelgangen scheef bekijken omdat ik een overloper ben”, ‘vertelt Lemaire, ‘maar iedereen was enthousiast om mij terug te zien.’

Je roots liggen bij Studio Brussel, je trok naar Woestijnvis om het televisievak onder de knie te krijgen. Wat heb je daar intussen over geleerd?

SOFIE LEMAIRE: Heb je een uur of vier? (lacht) Veel. Bij televisie ligt de druk hoger dan bij radio, waardoor de spielerei snel verdwijnt. De belangen en verwachtingen zijn bij televisie ook groter. Dat vind ik jammer want ik heb al gemerkt dat het soms verlammend is voor de creativiteit. Je durft minder. Ik betrap mijzelf er bijvoorbeeld op dat ik bij een brainstorm voor een televisieprogramma veel vaker twijfel: ‘Wat zullen de mensen daar nu weer van zeggen?’ Bij radio doe je sneller gewoon iets, zonder na te denken, want na vijf minuten is iedereen het alweer vergeten. Het voordeel van televisie is dan weer dat je over meer middelen beschikt en je daardoor soms veel meer kunt bereiken. Je kunt samenwerken met heel veel verschillende geesten die zich samen buigen over de uitwerking van een onderwerp, wat het eindproduct vaak spectaculair cooler maakt dan bij radio. Ik weet niet of ik wil kiezen tussen radio en televisie. Eigenlijk is het medium voor mij meer een goestingske van het moment. Mijn corebusiness… (twijfelt) Dat klinkt opeens zo hard. (lacht) Wat ik wil zeggen: ik wil mensen prikkelen met goede verhalen.

Je mag die nu in het cultuurlandschap zoeken. In het Vier-programma Bloot en speren dook je al de geschiedenis in op zoek naar leuke anekdotes, en voor Studio Brussel speurde je destijds naar antwoorden in De wereld van Sofie. Is uitvogelen hoe de vork in de steel zit voor jou een manier om grip op de wereld te krijgen?

LEMAIRE: Ik doe in de media blijkbaar altijd hetzelfde: kennis vergaren. Het is een honger die niet te stillen valt. Wanneer ik mensen interview voor een programma gebruik ik mijn eigen verwondering om de kijker of luisteraar mee te sleuren in die fascinatie voor een bepaald onderwerp. Sommige mensen vragen zich af of mijn nieuwsgierigheid niet vermoeiend is, maar ik word er net heel rustig van. Hoe meer ik te weten kom en hoe meer ik ontdek, hoe kalmer ik mij voel. Wat je van elkaar kunt opsteken, vind ik zo waardevol. Zeker tegenwoordig. Ik las recent in De Correspondent een tekst van theatermaker Freek Vielen, die opriep tot meer afhankelijkheid in de wereld. We hebben jarenlang het individu centraal gesteld, vandaag is het broodnodig dat we elkaar een beetje meer tegemoetkomen. Cultuur kan daar volgens mij een belangrijke rol in spelen.

Culture Club klinkt alvast vertrouwd.Is het een verwijzing naar de vroegere groep van Boy George? Of eerder naar de fuifplek in Gent?

LEMAIRE: Een beetje allebei. (lacht) Maar het verwijst vooral naar wat we met het programma willen doen. De naam ‘Culture Club’ straalt iets opens uit, een clubhuisgevoel: iedereen is welkom. Dat is ook nodig want een cultuurprogramma is geen gemakkelijke opdracht.

Traditioneel doen die het op de Vlaamse buis inderdaad niet zo goed. Is dat iets waar je je zorgen over maakt?

LEMAIRE: Ik maak me zelden zorgen, maar het is inderdaad een realiteit waar je niet blind voor mag zijn. Als mensen het woord cultuur horen, deinzen ze nog te vaak terug. Het lijkt een zaak voor oude, grijze mannen. Wij willen cultuur in de brede zin brengen. Cultuur is veel meer een deel van ons leven dan we denken. De kloof tussen populair en highbrow is misschien niet zo groot als mensen denken, maar we zullen heel goed moeten nadenken over de keuzes die we maken. We willen vooral thema’s behandelen waarvan wij zelf vinden dat ze ergens een meerwaarde hebben. Dan kun je niet zeggen: ‘Beyoncé mag niet meedoen.’ Haar uitsluiten zou absurd zijn. Haar laatste album, Lemonade, was waanzinnig interessant en had zo veel te zeggen over de Black Lives Matter-beweging.

Een onderwerp dat heel erg leeft op de sociale media, niet in de traditionele media.

LEMAIRE: Superinteressant, toch? Sociale media zijn storytelling volledig aan het veranderen. Dat maakt het ook uitdagend voor mij. Ik ben pas 32 en ik voel nu al dat ik moeite moet doen om mee te zijn. De beeldtaal van de nieuwe generatie heb ik niet zomaar in de vingers. Ik weet niet automatisch wat een goede Instagramfoto is en welke hashtag wanneer gepast is. Ik probeer dat heel goed op te volgen, want ik voel dat lineaire televisie op haar einde loopt. We zitten op een punt waarop alles al eens gedaan is en we alles nog eens opnieuw aan het doen zijn. Daarom vond ik het ook belangrijk om voor Culture Club een goed onlineluik in elkaar te timmeren. Een Twitterpagina moet meer zijn dan een uithangbord voor de programmering van die dag, om maar iets te noemen. Zeker voor Canvas, dat toch een iets ouder publiek heeft: als je een jongere generatie wilt bereiken, zul je ze op sociale media moeten ontmoeten.

Een quote die ik zó zou retweeten.

CULTURE CLUB Vanaf 16/9 op Canvas.

Door Anke Wauters

‘Sommigen vragen zich af of mijn eeuwige nieuwsgierigheid niet vermoeiend is, maar ik word er net heel rustig van.’ Sofie Lemaire

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content