Op zijn nieuwste, derde album is het nog even wachten – ‘ergens tussen augustus en oktober’ – maar bij wijze van opwarmertje geeft Stijn de komende weken acte de présence op enkele zomerfestivals.

De podia die Stijn deze zomer aandoet, zullen nog nooit zo groot geleken hebben. Nadat de zelfverklaarde seksjunkie de voorbije jaren met een band achter zich concertzalen en festivals aandeed, trekt hij nu opnieuw resoluut de solokaart. Onder meer Dour en 10 Days Off mogen zich verheugen op de capriolen van deze wandelende one man electro-funk party.

Is het uit economische overwegingen dat je weer alleen de hort op gaat?

Stijn: Het zal wel zijn, de crisis is alomtegenwoordig. Schrijf maar op: ‘Stijn wordt duurder!’ Neen, grapje. Optreden met een groep heeft zijn voor- en nadelen, helemaal alleen spelen heeft enkel voordelen. Om te beginnen is het praktischer. Ik stap in een wagen met de tourmanager, mijn geluidstechnicus, and that’s it. Het scheelt een hoop gedoe. Toegegeven: ik houd graag de touwtjes in handen.

Sta je liever alleen op een podium?

Stijn: Ik ben meer op mijn gemak. Kijk, door met een groep op te treden heb ik publiek gewonnen en publiek verloren. Sommige mensen vonden het geweldig, anderen vonden mijn one man show toch dat tikkeltje beter, intenser misschien. Ik vond het heel leuk om te doen, maar tegelijk voelde het als een beperking. Logisch, ik ken mijn back catalogue achterstevoren en kan volop improviseren als het moet. Dat gaat niet met een relatief nieuwe groep. Daarvoor moet je elkaar door en door kennen en ik speel al zo lang met mezelf. Enfin, je weet wat ik bedoel. (Lacht)

Is het een kwestie van ego?

Stijn: Het is best vleiend om helemaal alleen een daverend applaus in ontvangst te nemen, maar ik heb er absoluut geen probleem mee om dat te delen. Als ik met een groep op een podium sta, maak ik me te veel zorgen. Gaat alles wel goed met de bassist? Is alles oké met de drummer? Je kent dat wel: de één heeft problemen met zijn lief, de ander heeft niet goed geslapen. In privé-omstandigheden wil ik gerust een luisterend oor of een troostende schouder bieden, maar als het show-time is, heb ik daar geen enkele boodschap aan. Daarvoor ben ik te veel een einzelgänger. Ik mis de zogezegde camaraderie van een vaste groep niet.

Ik zag je onlangs een desastreus optreden afwerken op een party in Amsterdam. Vind je het op zo’n moment jammer dat je niet op enkele sidekicks kunt terugvallen?

Stijn: Integendeel! Ik had me nog rotter gevoeld met een groep in mijn rug. Werkelijk alles zat die avond tegen: barslechte techniek, een veel te laag, klein podium en ik begon pas laat aan mijn show. Het merendeel van het publiek was al flink in de wind en stond zich duidelijk af te vragen wat ik daar kwam doen. Ik wist het zelf ook niet goed. Op de koop toe stond er een journalist van Focus Knack in de zaal! (Lacht) Ik heb die avond veel schouderklopjes gekregen, en de organisator heeft zich uitgebreid geëxcuseerd.

Wat doe je als je voor het eerst een zaal binnenkomt?

Stijn: Iedereen een handje geven. Het klinkt misschien lullig, maar ik probeer een zo goed mogelijke indruk te maken. Tenslotte moeten we er samen voor zorgen dat het een fijne avond wordt. Ik groet ook consequent de mensen achter de bar. Dan weten ze meteen wie je bent, dat scheelt als je later op de avond drankjes wilt bestellen.

Nog andere rituelen voor je op moet?

Stijn: Ik geef een kus aan mijn soundmanager. Ons eigen ‘Madonnamoment’. Een zedige kus op de wang, er komen geen tongen aan te pas of zo.

Geen wilde excessen backstage?

Stijn: Toch wel: ik word zeer chagrijnig als er geen bananen in de kleedkamer liggen. Op mijn rider staan geen vergezochte toestanden. Een lokaal streekbiertje, dat is alles. Naast het podium ben ik een brave, ietwat saaie jongen.

Prince

Je album verschijnt pas dit najaar. Ga je deze zomer nieuw materiaal uitproberen?

Stijn: Ik ben niet bang om met gloednieuw materiaal te komen. Ik voorzie twee verschillende sets: eentje met het harde, nieuwe spul en een revue met alle favorieten. Ik kan toch moeilijk het Kneistival ( gratis festival in Knokke-Heist; nvdr) op stelten zetten met keiharde, four-to-the-floor elektrotracks? Daar woont familie van me, er lopen onschuldige kinderen en lieve oma’s rond verdorie! (Lacht)

Welk concert was jouw eerste?

Stijn: Dat moet The Scabs geweest zijn, ergens op de kaaien in Antwerpen. Het had slechter gekund, neen? Ik was negen of tien jaar en mijn broer nam me mee naar Een Concert! Span-nend! Het eerste concert waarvoor ik zelf een kaartje kocht, was Prince in de Amsterdamse Kuip. Precies negentien jaar geleden, drie juni 1990.

Wat is je – behalve de exacte datum – nog van die avond bijgebleven?

Stijn: De spanning die in de lucht hing. Prince had nog geen noot gespeeld, maar de hele zaal lag al aan zijn voeten. Anderhalve meter hoog op hoge hakken, maar een grote meneer.

Hoeveel keer heb je zijne hoogheid al aan het werk gezien?

Stijn: Een keer of vijftig, zestig misschien.

Pardon?

Stijn: Het is een verslaving. Soms zag ik hem meer dan tien keer per jaar spelen.

Hoeveel Prince is er hoorbaar op het nieuwe album?

Stijn: Goh, in twee tracks kun je zijn invloed horen. Journalisten kunnen dus nog maar eens schrijven: ‘Stijn heeft goed naar Prince geluisterd.’ Ik zal ze geen ongelijk geven. Ik vind dat die mens toch het een en ander bewezen heeft, hé. Zijn laatste albums zijn misschien niet meer van hetzelfde niveau, maar dat is geen reden om hem te dissen, zoals Trent Reznor van Nine Inch Nails deed. Give the man a break.

Is Prince de beste performer aller tijden?

Stijn: Hij staat toch minstens in de top vijf. Portishead vond ik ook indrukwekkend, Radiohead is straf, Autechre… Onlangs zag ik Grace Jones in Brussel. Waanzinnig goed! Ik hoop dat ik er op mijn zestigste nog zoveel zin in heb als zij.

Poprockboy

Je bent als voorprogramma met dEUS op tournee geweest. Wat vond je van Regi’s ‘fuck dEUS!’ uitspraak?

Stijn: (Blaast) Ik begrijp al die Belgische artiesten niet die lacherig doen over het succes van dEUS in het buitenland. De enige groep van internationale allure die recht van spreken heeft, is Soulwax, de rest moet hun bakkes houden. En Regi? Ik gun hem zijn succes. Met dEUS op tournee of met Milk Inc, mij maakt het niet uit, ik zou het allebei doen. Regi, waar wacht je op? Ik ben je man!

Hoe zit het met de carrière van Stijn buiten onze landsgrenzen?

Stijn: Daar kennen ze me minder goed, nietwaar? Maar of ik nu in Manchester of in Japan sta, ik verkoop overal dezelfde show.

Vertel eens over Japan.

Stijn: De mythe klopt: het geschiftste publiek ter wereld! Het maakt niet uit wat je doet of wie je bent, ze zijn altijd even enthousiast, op het hysterische af. Als ze achteraf een praatje met je maken, kijk je tegen een muur van gsm’s en digitale fototoestelletjes aan. Zeer bizar. En ja, ik ben er de karaokebars ingedoken. Ik heb er ondervonden hoe moeilijk het is om Beat It van Michael Jackson te zingen.

Ben je van nature een showbeest?

Stijn: Ik geloof van wel, ja. Toen ik nog een klein Stijntje was, stonden ik en mijn broer regelmatig in onze blote flikker op de kast te shaken. Onze ouders moedigden ons nog aan ook. Mijn allereerste podiumervaring was samen met mijn moeder in De Munt. Zij studeerde zang en bracht een opera van Henry Purcell. Dus mocht ik als engeltje mee het podium op tijdens de finale van Dido And Aeneas.

Je broer Raphaël is bekend als dj. Is het showgen bij hem minder ontwikkeld?

Stijn: Als Raphaël goed op dreef is, komt er ook show bij kijken, hoor. Met iets minder grote gebaren misschien, maar het showinstinct is er. Soms vormen we een duo en dan is het alsof we weer samen op die kast staan. Niet in onze blote flikker weliswaar. Net niet.

Durf je al eens een plaat van jezelf in een set te mixen?

Stijn: Ik ben een beroerde dj, het mixen laat ik aan mijn broer over. Soms legt die een instrumentale versie van een nummer op waarover ik live begin te freestylen. De inhoud van onze platenbakken verschilt nogal. Bij mij zit die vol stuff als Destiny’s Child, Justin Timberlake, Madonna, Doe Maar en zelfs Kinderen Voor Kinderen. Tom Barman heeft me daarom eens ‘poprockboy’ gedoopt.

Sex Junkie

Vind je dj’s op festivals geen vorm van oneerlijke concurrentie?

Stijn: Het is niet altijd evident om tussen twee dj’s te spelen. Je probeert als live-artiest een spanningsboog te creëren. Het publiek begrijpt soms niet goed waarom hun feestje plots verstoord wordt door een pipo met een microfoon, die dan nog stiltes laat vallen. Op events als I Love Techno is het altijd even wennen. Je pikt ze er zo uit, de mensen die eens naar ‘die Stijn met zijn groot bakkes‘ komen kijken. Een halfuurtje later staan ze wél met hun aansteker te zwaaien als ik erom vraag. (Grijnst) Dan is het de beurt aan de volgende dj, die met twintig extra decibels de magie verbreekt. (Lacht)

Even terug naar die desastreuze avond in Amsterdam. Je bent van half-Nederlandse afkomst, heb je er daardoor geen streepje voor?

Stijn: Soms wel. Tijdens een gigantisch dancefestival in Nederland stond ik eens in mijn uppie op een belachelijk groot podium, wel vijftig meter breed. Ik was helemaal in mijn element, begon op de conga’s van de act na mij te spelen en riep: ‘Ik moet jullie iets bekennen, eigenlijk ben ik een halve Hollander.’ Tóén had ik iedereen plots wel mee, ja. (Lacht)

Je was in Amsterdam met Koninginnedag, heb je iets gemerkt van het drama in Apeldoorn?

Stijn: Ik wandelde samen met mijn madam gezellig op een rommelmarkt toen we alarmerende geruchten opvingen. Pas in de auto terug naar België hoorden we op de radio wat er precies gebeurd was. Toen ze de klankband van het drama afspeelden, werd het even stil. Halve Hollander of hele Hollander, zoiets gaat tot op het bot.

Wat vindt jouw wederhelft eigenlijk van je imago als ‘Sex Junkie’?

Stijn: Joke was al vertrouwd met mijn alter ego toen ze me leerde kennen. Het is part of the show, dat weet ze. Soms zegt ze wel eens: ‘Doe geen dingen waarvan je achteraf spijt krijgt.’ Dat is zoals je pa die beweert: ‘Ik ben niet kwaad, ik ben teleurgesteld.’ (Lacht) Ze hoeft zich geen zorgen te maken. Ik zei het al: ik ben een brave jongen.

Download nu gratis de nieuwe single ‘Booty’. FOCUSKNACK.BE.

STIJN OP DE FESTIVALS (o.m. 18/7, Open Lucht Theater Rivierenhof, Antwerpen 18/7 Dour festival, Dour 19/7, Francofolies, Spa 20/7, 10 Days Off, Gent

Door Jonas Boel / FOTO’S ISABEL POUSSET

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content