‘Ik probeer liefdevol tegen de schenen te schoppen. Ik zie te graag mensen om ze pijn te doen.’

Ik kijk naar de wereld met mijn hand, en vaak zeg ik er ook dingen mee. Vandaar dat ik niet mijn gezicht tekende voor dit zelfportret, maar mijn hand, mijn oog en mijn potlood. Handen vertellen veel over mensen, vind ik, veel meer nog dan gezichten soms. En met mijn tekeningen zeg ik vaak in stilte wat ik liever niet hardop zeg.

Ik werk alleen op grootvaders wijze, met potlood, aquarelverf en penseel. Toen de computer opkwam, heb ik even getwijfeld: ‘Ga ik binnen tien jaar niet zonder werk zitten als ik niet mee evolueer?’ Maar ik ben blij dat ik toen voor het metier gekozen heb, al is het soms moeilijk. Het handgeschepte papier waarop ik teken wordt sinds kort niet meer gemaakt, daarvan heb ik er snel-snel nog een hele pallet moeten inslaan. En mijn penselen moet ik tegenwoordig in Engeland bestellen, want ook die vind je nergens anders meer.

Ik ben geen provocateur, eerder een luis in de pels. In mijn cartoons neem ik zelden harde standpunten in, ik ga eerder voor de milde spot. Ik probeer liefdevol tegen de schenen te schoppen, ik zie te graag mensen om ze pijn te doen. En vaak maakt fluisteren meer indruk dan schreeuwen.

Met de jaren versmelt ik steeds meer met wat ik doe. Een tijdje geleden stapte een vrouw op me af op café, een psychologe. ‘We hebben aan onze tafel met z’n allen zitten raden wat je doet’, zei ze. ‘We denken dat je kunstschilder bent. Niet met olieverf, maar met aquarel. Juist of niet?’ Dat vond ik toch wel straf: dat ik mijn tekeningen geworden ben.

In wezen zijn al mijn tekeningen zelfportretten. Ze zeggen evenveel over mezelf als over de personen die ik teken, soms zelfs meer. De dikte van de lijnen, het soort kleuren dat ik gebruik, de intensiteit ervan: dat hangt allemaal af van mijn gemoedstoestand. Ook bij andere kunstenaars ben ik daar ontzettend gevoelig voor. De woede, de rust of de melancholie die in een tekening, een schilderij of een beeldhouwwerk vervat zitten – grandioos vind ik dat.

Een tekenaar is nooit tevreden. De perfecte tekening bestaat niet – ze kan ook niet bestaan – en soms is het moeilijk om dat te aanvaarden. Maar misschien is het maar beter zo: het laat iets om naar te verlangen. Opgetekend door Wouter Van Driessche

Opgetekend door Wouter Van Driessche

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content