Karen Elson sierde talloze glossycovers, schreed over catwalks voor alle grote ontwerpers en sloeg met Jack White de vetste vis van het rockmilieu aan de haak. Mooi zijn is echter niet het enige talent van dit 31-jarige model, ten bewijze haar debuutplaat The Ghost Who Walks. ‘Op school noemden ze mij het spook, vandaar.’

‘Geen vragen over Jack White’, peperde iemand van de platenfirma ons in. Dat wordt moeilijk. De voormalige muze van Karl Lagerfeld vormt niet alleen al vijf jaar een droomkoppel met de hardst werkende rockmuzikant, White zat ook achter de knoppen bij haar knappe debuutplaat. Nadat de twee elkaar bij de opnames van een videoclip voor The White Stripes leerden kennen, gaven ze elkaar in 2005 het jawoord. Wij ontmoeten het gezicht van Chanel, Louis Vuitton en Versace in hartje Parijs, op het terras van het hippe Hotel Amour, waar ons glas rosé verbleekt bij Elsons vuurrode coiffure.

Ik ben verzot op Parijs’, klinkt Elson enthousiast. ‘Ik heb hier lang een flatje gehad en er wonen nog steeds veel vrienden van me. Het is een van de vele steden die ik ’thuis’ kan noemen. Omdat ik deze keer mijn eigen ding kom voorstellen, is dat leuk, maar ook beangstigend. Toen ik in Londen een show speelde, voelde ik me voor het eerst sinds jaren erg kwetsbaar. Engeland blijft mijn geboorteland, mezelf blootgeven voor mijn landgenoten was een verwarrende ervaring.’

Je zou denken dat een fotomodel zich makkelijk blootgeeft.

Karen Elson: Ik heb zelfs podiumvrees! Je kunt zingen en poseren niet met elkaar vergelijken. Op een fotoshoot legt de een je haar goed, doet een ander je make-up en zijn de kleren nog eens door iemand anders gemaakt én uitgekozen. Je geeft vorm aan het eindproduct van een lang proces. Met mijn muziek ben ik zélf de creator – I’m putting myself on the line in a different way. Mijn songs zijn kleine stukjes van mezelf die ik op de wereld loslaat. Wat eens een introvert proces was, wordt plots een publieke beleving.

Hoe is het om samen met je wederhelft je songs op band te zetten?

Elson: In Jacks studio voel ik me helemaal thuis. Wat zeg ik, het ís thuis! (Lacht) Zijn studio in Nashville is gevuld met prachtig oud analoog materiaal: de ideale plek om mijn songs leven in te blazen. Als je in zo’n antieke microfoon zingt, klink je automatisch als een doorgewinterde, afgeleefde zangeres – en dat bedoel ik positief. Het klinkt eerlijk, authentiek en wat mysterieus. Net zoals Jack zelf.

Je hebt iets met antieke kleren en vintage spullen. Waar komt die fascinatie vandaan?

Elson: Geen idee. Het is geen toeval dat Jack en ik elkaar vonden, we delen dezelfde interesse voor vervlogen tijden. We zijn een koppel oude zielen in moderne tijden. De eerste artiesten die ik als jong meisje goed vond, waren Nick Cave en PJ Harvey: hedendaags, maar met een nostalgische twist.

Je zoon heet Henry Lee, naar de song van Nick Cave op diens ‘Murder Ballads’?

Elson: Onrechtstreeks wel. Henry Lee is gebaseerd op een oud folkliedje van op de zesdelige Anthology of American Folk Music, een prachtige verzameling muziek uit de jaren 20 en 30. Ik was zwanger toen ik de song opnieuw ontdekte en vond het de perfecte naam voor onze toekomstige zoon.

In de song wordt Henry Lee vermoord door zijn vrouw. Een beetje morbide, neen?

Elson: Die klassieke murder ballads lijken gewelddadig en wreed, maar eigenlijk schuilt er een positieve boodschap in. Het zijn moraliserende verhaaltjes vol berouw, boetedoening en genade. Wie bepaalde grenzen overschrijdt, betaalt daar een prijs voor: dát is de fundamentele boodschap.

Denk je soms dat je in het verkeerde tijdperk geboren bent?

Elson: De hele tijd! Was ik maar een jonge vrouw geweest in de roaring twenties, ik zou de tijd van mijn leven hebben. (Lacht) Het cabaret, de Ziegfeld Follies, de kleren: ik vind het allemaal prachtig.

Je had een vriendin van Louise Brooks kunnen zijn.

Elson: Oh ja, zeker en vast. Al die glamouractrices uit die perio- de zijn oogverblindend. Al schuilde er veel tragiek achter dat klatergouden laagje. Zo was Louise Brooks op het einde van haar leven heel erg bitter. Ze is totaal berooid en in eenzaamheid gestorven. Ze kreeg geen goede kaarten in handen. Veel van die oude sterren hadden een triest leven. Kijk naar Hank Williams, die op jonge leeftijd kapotging aan zijn verslaving. Het leverde wel prachtmuziek op. Hij schreef wat hij leefde.

Wie is het spook uit ‘The Ghost Who Walks’ eigenlijk?

Elson: Het spook, dat ben ik – het was mijn bijnaam op school. Mijn klasgenoten maakten zich toen graag vrolijk over mijn lange gestalte, witte huid en rode haar. Ze zullen vast groen gelachen hebben toen ik net daarom goed mijn brood begon te verdienen. (Lacht).

Jij komt uit de buurt van Manchester, Jack uit Detroit. Waarom zijn jullie uiteindelijk in Nashville neergestreken?

Elson: Ik heb niet meer in Groot-Brittannië gewoond sinds mijn zestiende, ik voel me meer verbonden met Parijs en New York dan met Londen of Manchester. Jack en ik zijn verliefd geworden op Nashville tijdens een road trip. Misschien was het de mythische geschiedenis van de stad die ons aantrok, ik weet het niet. We hadden geen reden om daarheen te verhuizen, het voelde gewoon goed. Nashville is erg rustig en vredevol, alsof je een stap terug zet in de tijd. Een goede plek om een nestje te bouwen en creatief bezig te zijn.

Met welke ogen kijkt de lokale bevolking naar jou?

Elson: Ik ben het vreemde meisje met haar vreemde accent. In hun ogen zijn we een stelletje weirdo’s, The Adams Family van Nashville! (Lacht) De mensen daar zijn erg charmant en oprecht geïnteresseerd in je verhaal, misschien is dat wel de reden waarom er zoveel mooie muziek is gemaakt. Het kan hen niet schelen dat ik model ben, welke modeshows ik gelopen heb of op welke covers ik heb gestaan. Bij de bakker zei een vrouw onlangs tegen me: ‘Wie ben jij ook alweer? You’re that guy’s wife.‘ Zo is het: ik ben die gast zijn vrouw. Meer moet dat niet zijn.

The Ghost Who Walks

Nu uit bij V2.

Voor bespreking zie pagina 37.

Door Jonas Boel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content