Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

Van alle acteurs die in ‘I’m not There’ een stukje Bob Dylan incarneren, is degene die nog het meest op hem lijkt nota bene een vrouw. ‘Bobette’ Blanchett over man, mythe en film.

Een vrouwelijke Dylan: wat was dáár de bedoeling van?

Cate Blanchett:(lacht) Todd Haynes wilde vooral de excentriciteit en het androgyne van Dylans persoonlijkheid blootleggen, die zeker in het begin van zijn elektrische periode en zijn tournee door Engeland – rond 1965 dus – een hoogtepunt kenden. Todd stond er ook op dat we eerst over de film zouden praten vooraleer ik het script las, wat misschien geen slecht idee was (lacht). Toch heb ik bijna onmiddellijk ‘ja’ gezegd, om twee redenen: omdat ik Todds films sowieso geweldig vind. En omdat het zo’n maf en uitzinnig idee was om als vrouw een van de meest iconische mannelijke rockdichters te spelen, dat ik dacht: ‘He just might pull it off.’

Intensieve research gedaan?

Blanchett: Eigenlijk niet. Ik ben meteen na de opnames van Elizabeth naar Canada gereisd en ben zonder veel voorbereiding aan de film begonnen, wat enorm bevrijdend werkte. Ik bedoel: als je Bob Dylan vertolkt, of een ander bestaand personage, weet je op voorhand dat je kritiek zult krijgen. Voor de een zul je hem te veel imiteren, voor de ander zul je te vrij met je rol omgaan. Maar omdat het opzet dit keer zo volstrekt uniek was, viel alle druk gewoon weg.

Heb je Dylan zelf ontmoet?

Blanchett: Oh nee. Dat leek me absoluut geen goed idee. Omdat je ontmoetingen met je helden nooit moet forceren. En omdat het wellicht een te intimiderende ervaring zou zijn geweest. Hij was wel zo vriendelijk me via zijn manager de footage te bezorgen van al zijn persconferenties tijdens zijn Engelse tournee in 1965, wat zeer leerrijk was. En ik heb ook al zijn radioshows nog een keertje herbeluisterd. Echt geweldig hoeveel muziek hij kent, en hoezeer hij open staat voor nieuwe dingen als Beck of hiphop. Dylan blijft gewoon constant evolueren. Vat krijgen op hem is dan ook een onmogelijke opdracht. Het dochtertje van een vriendin van me gaat naar dezelfde school als zijn kleinkind, en blijkbaar komt hij dat regelmatig oppikken in een knalgele Hummer met een sticker waarop ’the greatest granddad in the world’ staat. Kun je je dat voorstellen van de zanger van Like a Rolling Stone? Natuurlijk niet! Zo iemand doorgronden is onmogelijk, vandaar dat ik me maar gewoon intuïtief op de rol heb gestort.

Met succes: in Venetië kreeg je de prijs voor beste actrice.

Blanchett: Dat was een opluchting, want de film is geen logische, chronologische opsomming van feiten en dus weinig voor de hand liggend. Eigenlijk is het veeleer een droom over Dylan, over zijn invloed, zijn inspiratie en zijn muziek. Vandaar de vreemde associaties en de sprongen in de tijd. Dat kan geweldig fascinerend materiaal opleveren, maar het kan ook een hermetisch werkstuk worden waarop men reageert van: ‘What the hell were they thinking?’ Die prijs voelde dan ook in de eerste plaats aan als een erkenning van Todds lef en unieke visie als cineast.

Vond je manager het wel verstandig om aan zo’n klein, riskant project mee te werken? Als filmster heb je er meer bij te verliezen dan te winnen.

Blanchett: We werden niks betaald, alles werd gedraaid op één locatie en er werkten hooguit honderd mensen aan mee. Zo’n film kun je dus niet vergelijken met een immense productiemachine als Elizabeth. Maar minder middelen en mensen, betekent ook: meer vrijheid en meer risico’s. Dat kan het creatieve klimaat alleen maar ten goede komen. Dus wil ik interessante onafhankelijke projecten blijven combineren met grotere studiofilms, wat mijn manager daar ook over moge denken (lacht).

Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content