In het misdaaddrama Rapt! doet regisseur Lucas Belvaux de kidnapping van de Belgische grootindustrieel Baron Empain nog eens over. Maar dan getransponeerd naar de dag van vandaag. ‘Vroeger deden politici tenminste nog moeite om hun banden met de zakenwereld te verbergen.’

Op 23 januari 1978 stonden België en Frankrijk heel even op hun kop toen baron Edouard-Jean Empain – president-directeur-generaal van de industriereus Empain-Schneider – voor zijn woning in Parijs werd ontvoerd. Wat volgde, was een intens kat- en muisspel tussen de politie en zijn kidnappers, die 80 miljoen Franse frank eisten en Empains pink amputeerden om hun eis kracht bij te zetten. Uiteindelijk werd de Belgische grootindustrieel op 28 maart weer vrijgelaten nadat één van de daders was gearresteerd.

Voor Empain was het allesbehalve een blijde terugkeer. Tijdens zijn ontvoering doken immers allerlei smeuïge verhalen in de pers op over zijn liederlijke levensstijl, inclusief torenhoge gokschulden en buitenechtelijke affaires. Door die schandalen viel hij niet alleen bij de publieke opinie uit de gratie, ook zijn directie, politieke vrienden en familie keerden zich van hem af zodat Empain zijn vroegere status nooit meer zou heroveren. ‘Alleen mijn labrador was blij om me terug te zien’, zou hij later opmerken.

De nu 72-jarige Empain probeert al 31 jaar tevergeefs ‘om die slechte polar te verwerken’. Het zal er niet makkelijker op worden nu de Belgische regisseur Lucas Belvaux over zijn ontvoering ook een goeie polar heeft gemaakt. Een historische reconstructie is Rapt! echter niet geworden, wel een intelligent misdaaddrama waarin de regisseur van ondermeer La Raison du Plus Faible (2006) zijn ontvoerde protagonist omdoopt tot Stanislas Graff (Yvan Attal) en de feiten en intriges uit 1978 verplaatst naar de wereld van vandaag.

‘Ik wilde niet in anekdotiek vervallen.’, legt Belvaux zijn strategie uit. ‘ Rapt! gaat niet zozeer over Empain zelf, maar over de kille logica en de barbarij van het kapitalisme en het platte opportunisme van de politiek, de media, het gerecht en zijn familie. Die hebben allemaal getracht om garen te spinnen bij zijn ontvoering en zaten dan ook eerder verveeld met zijn vrijlating. Dat moet voor Empain nog het grootste trauma zijn geweest.’

Je hebt hem dus niet betrokken bij de film?

Lucas Belvaux: Neen. Ik wilde in de eerste plaats een film maken over een menselijke tragedie. Dit gaat over een man die zich de ene dag nog God waant maar de dag erop plots van zijn troon gestoten wordt en alles verliest wat hij altijd als vanzelfsprekend heeft beschouwd: zijn familie, zijn rijkdom en zijn macht. De details van Empains ontvoering, de intriges achter de schermen, de mediaschandalen tot zelfs het verhaal over zijn hond: in grote lijnen ben ik de feiten trouw gebleven maar ik heb me enkel gebaseerd op een tv-documentaire uit de jaren negentig, op Empains boek en op de artikels die ik over de zaak heb gelezen. Mocht ik hem er zelf bij betrokken hebben, dan had ik hem het scenario moeten geven en zou hij me ongetwijfeld ook allerlei instructies hebben meegegeven, ook al gaat het niet echt over hem. Dat wilde ik vermijden.

Vandaar ook dat je Yvan Attal hebt gecast die helemaal niet op hem lijkt?

Belvaux: Precies. Op die manier zit je niet voortdurend met Empain in je kop maar kijk je naar het filmpersonage Stanislas Graff. Ik wilde het verhaal ook naar 2009 verplaatsen omdat het zo meer politiek gewicht krijgt. En omdat ik me op die manier ook niet hoefde te bekommeren om de kostuums, auto’s en decors uit de jaren 70: dat is ook budgettair handig, zeker als je maar 5 miljoen euro te spenderen hebt.

Waarom rakel je dit verhaal na 31 jaar weer op?

Belvaux: Om verschillende redenen. Indertijd dacht ik – zoals zo veel mensen – dat Empain zijn verdiende lot had gekregen. Tot ik in die documentaire zag hoezeer die zaak hem getekend heeft en me realiseerde: ‘Hoeveel geld je ook mag hebben en wat je politieke overtuigingen ook mogen zijn: zo’n behandeling verdient niemand.’ Bovendien is de hele ethische discussie over CEO’s en hun gigantische gages opnieuw in volle hevigheid losgebarsten, zeker nu de kloof tussen arm en rijk alsmaar groter wordt. Verder viel me op dat er in die 31 jaar ook institutioneel niks veranderd is. Het is zelfs nog erger geworden. Vroeger pretendeerde de staat nog te waken over de economie en werden de onderlinge banden tussen de politiek en de zakenwereld nog enigszins verdoezeld. Nu brengt Sarkozy zijn vakantie door op het luxejacht van een bevriend CEO en laat hij zich daar gewillig kieken door de fotografen van Paris Match. Toppolitici, bedrijfsleiders en mediabonzen regelen de zaakjes nog altijd onder elkaar zonder reële inspraak van de burger en daar moeten we ons tegen blijven verzetten. Alleen moeten we daarbij bepaalde grenzen respecteren.

In ‘Rapt!’ toont u nochtans weinig sympathie voor uw personages, ook niet voor de ontvoerde zaakvoerder.

Belvaux: Ik heb ook nog altijd geen greintje sympathie voor Empain, maar wel empathie. Hij was arrogant en machtsgeil, maar daarom verdiende hij het nog niet om te worden ontvoerd, verminkt en vernederd. Ik ben tegen de doodstraf, foltering en andere inbreuken op de mensenrechten. Ik vind niet dat Nicolae Ceausescu en Saddam Hoessein mochten worden terechtgesteld, hoeveel barbaarse misdaden ze ook op hun kerfstok hadden. In Rapt! wil ik kijkers confronteren met enkele grote morele vragen: Mag je kwaad met kwaad bestrijden? Wie heeft er nu eigenlijk gelijk in dit verhaal? De zaakvoerder of zijn vrouw? Niet door de antwoorden op te lepelen, maar door de zaken nuchter te presenteren en de kijker te dwingen zijn eigen positie te definiëren. Vandaar dat het een oncomfortabele, psychologisch agressieve film is geworden.

Je vorige misdaaddrama ‘La Raison du plus Faible’ ging over ontslagen arbeiders die hun fabriek overvallen. Was het de bedoeling om dezelfde sociaal-economische en morele problematiek dit keer vanuit een ander perspectief te benaderen, dat van de ‘vijand’ zeg maar?

Belvaux: Absoluut. Beide films voeren als het ware een dialoog met elkaar. De gemiddelde toeschouwer identificeert zich makkelijker met ontslagen arbeiders dan met een arrogante rijkaard, maar dat was net de uitdaging: zoeken naar het humanisme en de raakvlakken, ook al is het universum dit keer nog zo kil en opportunistisch. Trouwens, met La Raison du Plus Faible heb ik geleerd dat niet iedereen automatisch meer sympathie heeft voor gewone werkmensen. De Amerikaanse kritieken waren bijvoorbeeld een stuk negatiever dan de Europese omdat ik volgens de Amerikanen een oubollige linkse film had gemaakt. Blijkbaar varieert de kijk op het liberalisme en de economische moraal sterk van cultuur tot cultuur, al was er ten tijde van La Raison in Amerika wel nog geen sprake van de huidige crisis.

Heeft de crisis binnen de filmindustrie het lastiger gemaakt om dit soort kritische genrefilms van de grond te krijgen?

Belvaux: Niet voor mij. Ik maak weliswaar geen blockbusters maar mijn films zijn gelukkig rendabel. Het is zoals Claude Chabrol ooit zei. Er zijn drie manieren om films te blijven maken. Of ze moeten geld opbrengen. Of de kritieken moeten geweldig zijn. Of ze moeten geld opbrengen en geweldige kritieken krijgen. (lacht) Ik haal redelijke recettes en krijg meestal positieve kritieken, wat blijkbaar voldoende is.

Over Chabrol gesproken: ‘Rapt! doet nogal aan zijn films denken.

Belvaux: Dat vind ik een compliment. Het is een misdaadintrige in een bourgeoismilieu, met weinig sympathieke personages: dat heeft Rapt! inderdaad met veel Chabrolfilms gemeen, net als de veeleer antinaturalistische manier van acteren en de gestileerde beeldregie. Ik hou nu eenmaal niet van al die zogezegd realistische docudrama’s die je voortdurend op tv ziet. Ik hoop sociaal relevante films te maken die ook nog een filmische puurheid hebben en getuigen van een esthetische visie. Vandaar dat ik naast Chabrol ook enorm veel hou van Bresson en Melville.

Slotvraag: heb je al een reactie gekregen van Empain zelf?

Belvaux: Hij heeft Rapt! drie weken geleden gezien en vond het een juiste en waarachtige film. Hij was er aanvankelijk enorm door aangegrepen maar uiteindelijk heeft hij de film bekeken en geapprecieerd als een normale toeschouwer, zo vertelde hij. Hij was ook helemaal niet misnoegd over de manier waarop hij wordt geportretteerd, ook al is zijn alter ego Stanislas Graff niet meteen een warm en innemend man. Het is ook altijd Empain zelf geweest die in interviews heeft gezegd: ‘Ja, ik heb maîtresses gehad. Ja, ik ben een gokker. Et alors?’ Hij heeft altijd iets Simenonachtig gehad. Zijn stelling was en is: ‘Dit is wie ik ben. Ik ben misschien arrogant geweest maar nu ben ik dat minder. Leer ermee leven zoals ik ermee heb leren leven.’ De zaak heeft hem getekend en hij is iets milder dan vroeger. Al is hij zeker geen linkse andersglobalist geworden. (lacht)

Rapt!

Vanaf 9/12 in de bioscoop.

Door Dave Mestdach

LUCAS BELVAUX: ‘Ik heb geen greintje sympathie voor baron Empain, maar daarom verdiende hij het nog niet om te worden ontvoerd, verminkt en vernederd.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content