Cinema,Maestro! – Visconti, Pasolini, Rossellini: drie Italiaanse grootheden verzameld in een ongelijke box.

Il generale della Rovere

1959

Film: ***

La rabbia

1963

Film: *

Gruppo di famiglia in un interno

1975

Film: ***

Geen extra’s.

Lime-lights Pictures

Doe geen moeite: er zit geen enkele lijn in deze lukrake verzameling van drie Italiaanse films, behalve het feit dat ze gemaakt zijn door drie coryfeeën van de naoorlogse Italiaanse cinema. Twee ervan zijn bijna meesterwerken, de derde is hooguit een interessant curiosum.

Ofschoon de marxistische aristocraat Luchino Visconti pas twee jaar later met L’Innocente zijn afscheidsfilm tekende , is Groepsportret van een familie in een interieur – een term uit de Italiaanse schilderkunst – ontegensprekelijk zijn filmisch testament. Ook al omdat de anders zo discrete Visconti zich overduidelijk vereenzelvigt met de door Burt Lancaster vertolkte Amerikaanse professor in Rome, een van het moderne leven vervreemde estheet. Omringd door zijn geliefkoosde, maar dode objecten en kunstschatten betrekt hij een weelderig palazzo waar de tijd is blijven stilstaan. Maar dan breekt een stelletje excentrieke huurders zijn hermetisch afgesloten universum binnen. Ze slopen niet alleen enkele muren van de lege bovenverdieping die ze innemen, maar brengen ook zijn superieure zelfzekerheid en gemoedsrust aan het wankelen.

Het zootje chique bohemiens bestaat uit een non-conformistische gravin (Silvana Mangano in volle glorie), haar adolescente zoon en dochter van verschillende vaders en een betaalde jonge minnaar die nog op de barricaden van mei 68 heeft gestaan. De professor die net voor hij sterft met de emotionele leegheid van zijn bestaan en met een smartelijke fascinatie voor jeugdige schoonheid wordt geconfronteerd, lijkt wel een nazaat van de getourmenteerde Gustav von Aschenbach uit Death in Venice. Al lijkt Lancaster – anders dan Dirk Bogarde – niet in de zelfopgelegde seksuele repressie te stikken. Hij smeedt net dubbelzinnige affectieve banden met alle mooie indringers – in het bijzonder met de rebelse gigolo, gespeeld door de acteur (Helmut Berger) die ook een tijd Visconti’s minnaar was. Ziek en half verlamd, regisseerde Visconti deze sombere, maar ook verrassend speelse meditatie over een leven als het zijne, vanuit een rolstoel. De fysieke beperkingen bleken niet hinderlijk. Integendeel, ze hebben de claustrofobische mise-en-scène in een gulzig decoratieve ruimte aanzienlijk verrijkt.

Il generale della Rovere heeft net niet de zinderende ruwheid en realistische rauwheid van Roberto Rossellini’s onvergetelijke oorlogsdrama’s ( Roma, città aperta; Germania anno zero, Paisà ), maar collega-regisseur Vittorio De Sica zet wellicht zijn beste vertolking neer als een man die een grootse innerlijke transformatie ondergaat. Hij speelt een mooiprater die zijn charmes gebruikt om munt te slaan uit oorlogsleed, ontmaskerd wordt, achter de tralies vliegt en door de Duitse bezetter wordt gebruikt om het verzet te breken: hij moet zich uitgeven voor een accidenteel gedode partizanenleider om zodoende de identiteit te achterhalen van een andere mythische weerstander. De schaamteloze uitbuiter van andermans ellende gaat dermate op in zijn rol van de heldhaftige verzetsstrijder dat hij in een nobel man verandert, een transformatie die De Sica met een verbazingwekkende zwier, elegantie en ironie brengt terwijl hij stap voor stap zijn eigen graf delft.

FOCUSKNACK Trakteert op FOCUSKNACK .BE

Win 5 boxen van Italiaanse meesterwerken. Zie pagina 6.

Patrick Duynslaegher

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content