VURIG SPOKEN DOOR BERGMANLAND. ‘Bergman had iets dat geen enkele andere cineast had:het toneel’, schrijft Tamm in deze nieuwe biografie overde Zweedse modernist. Meteen een referentiewerk dat heel wat tot nu toe ongepubliceerd materiaal bevat.

Mikael TammDe Rode Kamer, 705 blz., euro37,95

Veel reden tot klagen heeft de geletterde fan van het buitengewone werk en leven van Ingmar Bergman (1918-2007) niet. Er is zijn autobiografie Laterna Magica, aangevuld met Ingmar Bergman: Beelden. Een leven in films, en vorig jaar verscheen ook het kolossale Taschentafelboek The Ingmar Bergman Archives. Een pure en meer complete literaire biografie waarin zowel Bergmans films en toneelvoorstellingen als zijn turbulente privéleven uitgebreid aan bod komen, was er echter nog niet.

Voor wie de enorm productieve Bergman enkel kent van zijn beroemdste films als Fanny en Alexander, Scènes uit een huwelijk of Het zevende zegel, maakt dit in korte en glasheldere zinnen geschreven gepassioneerde portret komaf met enkele simplistische clichés. Zo leeft het idee dat Bergman, zoon van een lutheraanse pastoor, louter een zwaarmoedige ‘religieuze tobber’ was, wiens oeuvre vooral als een ‘reeks verborgen autobiografieën’ geïnterpreteerd moet worden. Zijn fantasie was echter vaak sterker dan de waarheid en hij kon een fantastische entertainer zijn die ‘een innerlijke energie uitstraalde die altijd feest beloofde’.

Natuurlijk sijpelen zijn twijfels, pessimisme en doodsangst door in zijn reacties op de kritieken, brieven en manuscripten, waaruit uitgebreid geciteerd wordt. Maar of Tamm het nu heeft over de vrouwen in Bergmans leven, zijn liefde voor acteurs, zijn vlucht naar Parijs, zijn rol als theaterdirecteur, zijn problemen met de belastingen of zijn eerste, van razernij bulkende maatschappijkritische films over het generatieconflict in de kleinburgerlijke verzorgingsstaat Zweden, de auteur legt altijd heel bevattelijk en vlijtig verbanden.

Zo krijg je een duidelijker inzicht in de complexe persoon Bergman, zijn creatief proces en zijn werk, een voortdurende wisselwerking tussen film en theater. Bergman mag dan nog geëvolueerd zijn van een radicaal enfant terrible en provocerende herrieschopper tot een burgerlijke kunstenaar die op de filmacademie door studenten uitgejouwd werd, eigenlijk, zegt Tamm, is hij ‘zijn hele leven lang een verklede punker geweest die bezeten was van Strindberg zoals een tiener van een popzanger’. Een x-ray waar toekomstige Bergmanbiografen moeilijk omheen zullen kunnen.

Win 2 exemplaren vanDe Lust en de Demonen.Zie pagina 6.

Trakteert op FOCUSKNACK .BE

Luc Joris

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content