Met het beheerste melodrama Le refuge presenteert François Ozon zijn elfde langspeler op evenveel jaar tijd. Een moeilijke bevalling? Toch niet, zelfs niet voor de hoogzwangere hoofdrolspeelster. De Franse veelfilmer over zijn kinderwens, zijn vlijt en de vrouw in Gérard Depardieu. ‘Mannen zijn actie. Vrouwen zijn emotie.’

Mooie mensen, azuurblauwe hemels en prachtige decors. In het gestileerde universum van François Ozon (42) lijken er weinig redenen om bedrukt rond te lopen, ware het niet dat de Franse rasfilmer zijn personages graag aan de meest extreme tragedies onderwerpt. Zo zag Charlotte Rampling haar man spoorloos verdwijnen in het als suspensethriller verpakte rouwdrama Sous le sable (2000). In Le temps qui reste (2005) moest een jonge homoseksuele fotograaf dan weer leren leven met de wetenschap dat hij terminaal ziek was.

In zijn nieuwe film Le refuge, die samen met bovenvermelde titels een soort trilogie over rouwen en verlies vormt, slaat het noodlot opnieuw toe. Deze keer ziet de wispelturige Mousse haar junkievriendje Louis sterven aan een overdosis heroïne, net op het moment dat ze voor het eerst zwanger blijkt.

Gedreven door schuldgevoelens, verdriet en woede vlucht Mousse naar een prachtig landhuis aan de Frans-Baskische kust. Daar hoopt ze zich te kunnen bezinnen over de zin van het leven in het algemeen, en van dat in haar buik in het bijzonder. Tenminste: tot ze ongevraagd het gezelschap krijgt van Louis’ homoseksuele broer Paul.

Veel tijd om aan het scenario te sleutelen had Ozon deze keer niet: hoofdrolspeelster Isabelle Carré was namelijk ook in het echt zwanger. Het liet het Franse goudhaantje toe om eindelijk die film te maken over dood en (weder)geboorte met een actrice die werkelijk in verwachting was.

‘Dat is hoogst uitzonderlijk’, aldus de trotse verwekker van de film. ‘De meeste actrices willen sowieso niet werken als ze zwanger zijn, en Franse verzekeringsmaatschappijen leggen de grens op vier maanden omdat ze het risico niet willen dekken. Vandaar dat ik Isabelle op mijn beide knieën moet bedanken.’

Heb je lang moeten aandringen?

François Ozon: Toch niet. Ze voelde zich kwetsbaar en er waren momenten dat we moesten stoppen omdat ze zich te vermoeid voelde, maar Isabelle is heel nuchter. Bovendien was ze opgetogen over het feit dat haar personage zowat haar antipode is. Mousse is een whitetrashjunkie die rookt en drinkt en geen greintje moederinstinct heeft, terwijl Isabelle het prototype van de verantwoordelijke moeder is. Tijdens de pauzes zat ze meestal over haar buik te wrijven en in babycatalogen te bladeren. (Lacht)

En hoe gaat het nu met haar kindje?

Ozon: Uitstekend. Ze is zelfs net bevallen van haar tweede kindje, een meisje deze keer – zoals in de film. We hebben Le refuge gedraaid in de zomer van 2008 toen ze zeven maanden ver was. Ze wist dat het een jongen zou worden, maar omdat ze niet wilde dat haar zoon later zou denken dat de film over hem ging, stond ze erop dat de verhaal over een meisje ging.

In de proloog heeft ze een platte buik. Hoe gingen de opnames in hun werk?

Ozon: We hebben eerst een week of vier aan de kust gedraaid toen ze hoogzwanger was. De proloog en de epiloog hebben we een half jaar later opgenomen. Toen Isabelle toehapte, was het scenario nog lang niet klaar, maar ik kon de shoot moeilijk uitstellen. Trouwens, Sous le sable heb ik ook in verschillende fases opgenomen. Het voordeel is dat je eerst rustig het middenstuk kunt monteren, om tijdens het tweede deel van de shoot bij te sturen waar nodig.

Je vorige film ‘Ricky’ (2008) ging over een koppel dat een vliegende baby ter wereld brengt, ‘Le temps qui reste’ over een terminaal zieke homo die een kind wil voor hij sterft. Blijkbaar houdt het thema je enorm bezig.

Ozon: Klopt. Al kan ik onderhand geen baby’s meer zien. (Lacht) Als homo zal ik zelf nooit kinderen verwekken, en dat is iets wat me de voorbije jaren regelmatig door het hoofd schoot. In verschillende richtingen tegelijk. Ricky was een komedie over wat een monsterlijk kind bij ouders kan teweegbrengen. In Le refuge helpt het ongeboren leven het hoofdpersonage de dood van haar vriend te verwerken. Dat beide films na elkaar uitkomen is toeval. Met de zwangerschap van Isabelle had ik niets te maken. (Lacht)

Je hebt ooit beweerd dat al je films over de zoektocht naar identiteit gaan en dus heel persoonlijk zijn. Is Paul, de homo die zich over Mousse ontfermt, je alter ego?

Ozon: Toch niet. Het personage is wel voortgevloeid uit mijn twijfels en vragen, maar Paul is onschuldig, timide en onzeker over zijn seksualiteit en zijn plaats in zijn familie. Dat kun je van mij moeilijk zeggen. (Lacht) Ik ben een controlefreak die zijn personages de meest wrede dingen aandoet.

Met uitzondering van ‘Le temps qui reste’ zijn al je hoofdpersonages vrouwen. Draai je liever met vrouwen?

Ozon: Ik zie te veel van mezelf in mannelijke personages, alsof ik voor de spiegel sta. Als filmmaker word je daar ofwel narcistisch ofwel heel erg onzeker van. Het is beter om enige afstand te bewaren. Bovendien vertolken vrouwen innerlijke emoties beter dan mannen. Een vrouwelijk gezicht kan duizend verschillende verhalen vertellen en dat is wat me als filmmaker interesseert: de onuitgesproken emoties en de innerlijke drijfveren. Simpel: mannen zijn actie, vrouwen zijn emotie. Met uitzondering van Gérard Depardieu, die de hoofdrol speelt in mijn volgende film Potiche. Depardieu is eigenlijk een vrouw.

Pardon?

Ozon: (Lacht) Als je zijn Obélixpostuur wegdenkt, is hij heel gevoelig en sensueel. Weinig acteurs hebben dat. Of durven dat. Vandaar dat hij de grootste Franse acteur is.

Is ‘Potiche’ al klaar?

Ozon: Bijna. De film komt in het najaar uit in Frankrijk en wordt hopelijk in september voorgesteld in Venetië.

Dat wordt dan je twaalfde langspeler in evenveel jaar. Vanwaar die vlijt?

Ozon: Ik weet wat ik wil en verveel me snel. Vijf jaar aan een film werken zoals Stanley Kubrick of Terrence Malick zou ik nooit kunnen. Ik voel me meer verwant met Rainer Werner Fassbinder, die er minstens twee per jaar maakte en ook niet bang was om genres te vermengen, zoals ik graag doe. Kubrick en Malick hebben geweldige films gemaakt, maar als je weet waarover je film moet gaan, de visuele verpakking voor ogen hebt en de financiering rond krijgt, dan zie ik niet in waarom het zo lang moet duren. Een film maken is heus niet zo moeilijk – áls hij onder je vel zit tenminste. Maar dat is vaak het probleem: er worden tegenwoordig te veel films gemaakt uit zin en te weinig uit noodzaak.

Het ís toch vaak een kwestie van geld.

Ozon: Tuurlijk. Maar je moet de tering naar de nering zetten. Le refuge is gedraaid op high definition voor 2,5 miljoen euro. Ik mag met Sous le sable, 8 Femmes (2002) en Swimming Pool (2003) dan wel een paar hits hebben gescoord, als je geen luchtige komedies maakt, blijft het lastig om budgetten bijeen te krijgen. Dan moet je het vooral hebben van buitenlandse distributie – gelukkig heb ik die.

Sommige critici vinden dat je in herhaling valt. Is dat niet omdat je soms te snel werkt?

Ozon: Ik schrijf en regisseer al mijn films zelf, dus is het logisch dat bepaalde thema’s terugkeren. Verder zie ik alleen maar voordelen. Je bent gedwongen instinctief te werken, wat de authenticiteit ten goede komt. En blijkt een film kritisch of commercieel tegen te vallen, dan houd je er tenminste geen depressie aan over. Als Le refuge flopt, heb ik straks alweer de release van

Potiche om naar uit te kijken. (Lacht)

Net als je kostuumdrama ‘Angel’ (2007) is ‘Potiche’ in België gedraaid.

Ozon: (Knikt) In Brussel en Vlaanderen. Bij Angel had ik economische redenen: Engeland, waar het verhaal zich afspeelde, bleek te duur. Voor Potiche, een komedie over de jaren 70, had ik veel bakstenen huizen nodig en die vind je makkelijker in Brussel dan in Parijs.

In Brussel vind je wel geen stranden, terwijl die in bijna al je films opduiken, ook in ‘Le refuge’.

Ozon: Ik houd van stranden omdat het ruisen van de zee iets mysterieus en dreigends heeft en omdat mensen er zich ontbloten zonder zich te schamen. Een strand heeft iets sensueels, ritueels en gevaarlijks tegelijk. Als kind was ik ooit getuige van een mysterieuze verdwijning op een strand. Een vrouw vond plots haar man niet meer en die is ook nooit meer opgedoken. Dat gevoel van verwarring en wanhoop is me altijd bijgebleven en heb ik later verwerkt tot Sous le sable. Toch had ik Le refuge liever op het platteland gedraaid. Alleen had Isabelle me twee voorwaarden gesteld. Zoals gezegd moest ze in de film zwanger zijn van een meisje. Plus: we moesten draaien op een locatie waar ze tegelijk met vakantie kon.

In Frankrijk was er kritiek op ‘Le refuge’. Het zou een politiek statement voor het adoptierecht voor homoseksuelen zijn.

Ozon: Het is de rechtse pers die me dat verwijt, maar eerlijk: ik heb er geen seconde aan gedacht. Het zit totaal niet in de film. Ik denk dat ze vooral kwaad zijn omdat ik een moeder toon die niet capabel of sympathiek is, zonder haar te veroordelen. Alsof ik daarmee eigenhandig de traditionele familiewaarden onderuithaal. Ik maak geen boodschapfilms en heb niet de ambitie om de wereld te veranderen, wat niet wil zeggen dat ik mensen niet wil prikkelen of ergens over doen nadenken. Nu goed, voor sommigen is een film al provocatief als niet alles van naaldje tot draadje wordt uitgelegd. Aan die infantilisering weiger ik mee te doen. Ik wil dat de kijker meedenkt.

Vroeger zocht je daarvoor graag de provocatie op met films als ‘Sitcom’ (1998) en ‘Les amants criminels’ (1999). Ben je daar nu niet een beetje het slachtoffer van?

Ozon: Nu zou ik een film als Sitcom nooit meer maken. Toch niet op zo’n directe en sarcastische manier. Dat was een tijdsopname, al heb ik er zeker geen spijt van. Ik vind dat geen enkel onderwerp taboe mag zijn. Alleen moet je de geschikte manier vinden om het te behandelen. Dat is de enige morele verantwoordelijkheid die een filmmaker heeft. Je kunt perfect een film maken over een pedofiel, maar dan liefst geen slapstickkomedie. (Lacht)

LE REFUGE

Vanaf 28/4 in de bioscoop. Voor bespreking zie pagina 31.

Door Dave Mestdach

‘Geen enkel onderwerp mag taboe zijn. Alleen moet je de geschikte manier vinden om het te behandelen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content