Johnny Cash scoorde een laatste hit met een van zijn songs, collega-muzikanten vergelijken hem met Beethoven, en zowel David Lynch, David Fincher als Oliver Stone gebruikten zijn muziek in hun films. Trent Reznor is met Nine Inch Nails een van de terechte headliners van Pukkelpop, al blijft het – ook voor hemzelf – een raadsel hoe hij de jaren ’90 overleefde. ‘Van sommige periodes herinner ik me niets meer.’

Het leven is kort, onze lijstjes zijn dat ook. Nine Inch Nails in een song, een plaat en een clip.

All we are worth is zeros and ones. ‘

Zo simpel zit de wereld nog altijd in elkaar voor Trent Reznor, zanger, componist en eeuwig getormenteerde ziel van Nine Inch Nails. Zelfs op zijn 41e, en zelfs met een obsceen aantal dollars op zijn bankrekening, blijft de Amerikaan onveranderd boos op zijn ouders, zijn klasgenootjes die hem vroeger ‘mietje’ noemden én de rest van de mensheid. Maar de componist van Wish, Head Like A Hole, March Of The Pigs en Hurt vergeef je veel én er zijn verzachtende omstandigheden. Want uiteindelijk wás het niet echt sympathiek van zijn folks om hem na hun scheiding, op zijn zesde, in een godvergeten gat in Pennsylvania bij zijn grootouders te dumpen. En uiteindelijk ís life een geweldige bitch, en gaan we op het einde allemaal dood.

Maar we dwalen af.

Trent Reznor zal de geschiedenisboeken ingaan als de man die begin jaren ’90 zijn meesterwerk TheDownward Spiral ging opnemen in 10050 Cielo Drive in Benedict Canyon. De villa waar volgelingen van seriemoordenaar Charles Manson in 1969 Sharon Tate afslachtten, that is – de hoogzwangere vrouw van regisseur Roman Polanski. Met songtitels als Piggy en March Of The Pigs verwees The Downward Spiral overduidelijk naar de slachtpartij, waarna het woord ‘PIGS’ in Tates bloed op de voordeur werd geschreven. Maar toen Trent Reznor voor die verwijzingen conservatief én ruimdenkend Amerika over zich heen kreeg, bleef hij op aanraden van zijn manager en zijn platenfirma de, ahum, vermoorde onschuld spelen. ‘Ik huurde het huis zonder te weten wat er zich precies had afgespeeld’, klonk het weinig overtuigend. ‘Ik wilde niet opnemen in een steriele studio, en dat huis leek gewoon het meest geschikt. Het was absoluut niet mijn bedoeling om die vreselijke tragedie uit te buiten.’

Maar Trent Reznor is veel meer dan een asociale freak met een ietwat foute fascinatie voor seriemoordenaars. Trent Reznor is óók de man die Johnny Cash met Hurt zijn laatste hit bezorgde én de klassiek geschoolde pianist die door Dave Grohl met Beethoven werd vergeleken – ‘de componist, niet de hond’. Trent Reznor is óók de man die gevraagd werd om muziek voor Lost Highway, Se7en en Natural Born Killers te componeren, en de man die door Time Magazine werd uitgeroepen tot een van de invloedrijkste muzikanten aller tijden. Trent Reznor is óók de man die Marilyn Manson uitvond, de man die remixes voor David Bowie mocht maken én de man die met The Downward Spiral de Sgt. Pepper’s van de grungegeneratie maakte. Een ijzingwekkende helletocht van een plaat, waarop gesamplede zweepslagen te horen waren, citaten van Nietzsche, en gitzwarte overpeinzingen à la: ‘I hurt myself today, to see if I still feel / I focus on the pain, the only thing that’s real.’

Mr. Self Destruct

Maar na The Downward Spiral begon Trent Reznor in zijn eigen mythe van Mr. Self Destruct te geloven, en raakte hij op spectaculaire wijze de pedalen kwijt. Hij ging eerst aan de fles en vervolgens aan de cocaïne en aan Courtney Love, en vond het daarna nodig om vijf jaar aan een ontzettende sof van een dubbelalbum te sleutelen – The Fragile. In die tijd liep ook het gerucht dat hij bij Courtney Love een tweede kind had verwekt, dat hij al zijn instrumenten had verkocht om zijn dealers te kunnen betalen, én dat hij na ‘een ongelukje met heroïne’ een paar dagen lang tussen leven en dood had gezweefd.

‘Het is moeilijk om aan die periode terug te denken’, zucht Trent Reznor een intensieve afkick- en fitnesskuur later. ‘Ik ben heel, heel ver heen geweest. Zo ver, dat ik me van bepaalde periodes met de beste wil van de wereld niets meer kan herinneren. Intussen ben ik zes jaar clean, maar er gaat geen dag voorbij zonder dat ik denk: ‘Waarom heb ik zolang gewacht om grote kuis te houden, to clean up my act and get my shit together?

Ja, waarom?

Reznor: Ik was bang, hé. Na rehab ging ik in therapie, en daar bleek dat ik een sociale angststoornis had. Plots begon ik te snappen waarom ik elke keer een halfuur boven het toilet hing voor ik het podium op moest. Ik was gewoon bang – doodsbang – om onder de mensen te komen. Pas als ik een paar glazen wodka naar binnen gegoten had, of genoeg verdoofd was door ander spul, had ik de indruk dat het beter ging. Ik was gewoon een lafaard. Een schijtlaars. En het duurde helaas ontzettend lang voor ik dat onder ogen durfde zien.

Er werd geschreven dat je aan drugs ging omdat het nu eenmaal bij je aura van Gekwelde Kunstenaar hoorde.

Reznor: Dat was wat ik mezelf graag wijsmaakte, ja. ‘Ik maak luide rockmuziek, zonder Class A drugs gaat dat niet.’ De valse romantiek van Mr. Self DestructI really bought into that. Terwijl: zelfvernietiging is helemaal niet romantisch, hé. Toch niet als het concreet wordt. Jezelf kapot maken als artistiek concept heeft nog wel iets. Maar zodra het te concreet wordt, is er absoluut niets glamoureus meer aan. Je kop door je gat schijten omdat je te veel van this or that genomen hebt, je ziel uit je lijf kotsen … Not so very glamourous.

Nick Cave zei toen hij junkie af was: ‘Ik durf er niet aan denken hoeveel meer en betere songs ik had geschreven zonder drugs.’

Reznor: Dat drugs je creativiteit zouden stimuleren, is inderdaad de grootste misvatting aller tijden. Op het hoogtepunt van mijn verslaving maakte ik The Fragile. Tweeënhalf jaar lang zat ik daar in de studio aan te prutsen. Zeven dagen op zeven, vierentwintig uur op vierentwintig. Op die plaat zullen wel vondsten staan waar ik nuchter niet was opgekomen. Kan niet anders, gezien de hoeveelheden alcohol en drugs die ik toen in mijn systeem stopte. Maar als ik er nu naar terugluister, hoor ik toch vooral de kansen die ik liet liggen, because I was too out of my fucking mind. Ik wil niet klinken alsof ik volledig gehersenspoeld ben door de AA en de NA(Alcoholics Anonymous en Narcotics Anonymous; nvdr.), maar ik kan niet zeggen hoe blij ik ben dat ik mijn hersens herontdekt heb. Helder kunnen nadenken – het hééft iets. (lacht)

Rollercoaster van Roem

Trent Reznor mag dan al zes jaar van de drank en de drugs af zijn, de marathonsessies bij zijn psychiater hebben duidelijk hun sporen nagelaten. Vaak verkondigt hij dingen die zelfs naar Amerikaanse norrmen ontstellend zinledig klinken. ‘I still have a lot of anger to draw from, but anger is inspiration’ – dat soort pseudodiepzinnige onzin. En als hij het over de roem heeft die hem onverhoopt te beurt viel na The Downward Spiral, spreekt hij zonder blikken of blozen over ‘De rollercoaster van de roem die me naar omhoog zwiepte en dan aan een duizelingwekkende snelheid terug de grond in boorde’.

Ik zeg hem dat ik het altijd vreemd gevonden heb dat uitgerekend zo’n extreem album als The Downward Spiral hem halfweg de jaren ’90 tot superster bombardeerde. Hij knikt instemmend – verlegen, bijna.

Reznor: Ik snap het zelf nog altijd niet echt goed wat er toen gebeurd is. Ik had niet eens verwacht dat ik meer dan vijfhonderd stuks van die plaat zou verkopen, laat staan vijf miljoen. Zeker na die hele Mansonrel. Ik verwacht nu nog soms dat iemand gaat zeggen: ‘Wacht eens even, that Nine Inch Nails dude – die mocht helemaal niet beroemd worden. Dat was een vergissing.’ (lacht) Ik herinner me nog dat ik me excuseerde toen ik de mastertapes ging afgeven bij mijn platenfirma. ‘Het spijt me, echt waar. Er staan geen singles op, of andere songs die jullie investeringen kunnen rechtvaardigen. Maar jullie zullen het hiermee moeten doen. Zelfs met de beste wil van de wereld kan ik hier niets meer aan veranderen.’

‘The Downward Spiral’ bracht je naar Hollywood, waar je zowel met David Fincher (‘Se7en’) werkte als met Oliver Stone (‘Natural Born Killers’) en David Lynch (‘Lost Highway’). Is David Lynch zo vreemd als zijn films laten vermoeden?

Reznor: David Lynch is de coolste mens op aarde. En compleet bezeten door zijn werk. Toen hij bij me langskwam voor Lost Highway, zei hij al na dertig seconden: ‘Waar is de studio, dat we kunnen beginnen?’ En nog voor ik het licht had kunnen aanknippen, was hij al zijn eerste scène aan het beschrijven. ‘Een politieauto zet een achtervolging in op de snelweg. En er is een doos. En in die doos zit een slang. En het geluid dat ik daarbij hoor, is …’ Redelijk intimiderend, allemaal.

Na de opnames van ‘The Downward Spiral’ bouwde je een studio bovenop een oude begraafplaats in New Orleans. Stormschade geleden?

Reznor: Een beetje waterschade aan een paar oude synthesizers. Maar het zou bijna grotesk zijn om daarover te klagen, in vergelijking met wat anderen daar meegemaakt hebben. Het meeste van mijn materiaal lag opgeslagen in een loods. Een paar maanden voor de orkaan Katrina was ik terug verhuisd naar Los Angeles, vandaar. Maar ik jankte me wel de ogen uit het hoofd toen ik de beelden op de televisie zag. En ik was razend op de president. Ongelooflijk dat zoiets kon gebeuren.

Knuffel van God

De president: dat is de nieuwe pispaal van Trent Reznor sinds hij zijn leven weer op een rijtje heeft. ‘Ik heb de mensheid lang genoeg met mezelf verveeld’, liet hij in interviews optekenen, toen hij zijn comebackplaat With Teeth vorig jaar aan de mensheid voorstelde. ‘Het is hoog tijd om mijn blik van mijn navel te halen, en me voor politiek te interesseren. Ik moét wel, met alles wat er in dit land aan het gebeuren is.’ Maar of hij daarom ook een sciencefictionplaat over de Apocalyps moest maken, zoals hij eerder dit jaar met Year Zero deed, is een heel andere vraag. ‘Come on down my friend / It’s time to meet your master’, klinkt het in een van de teksten. En dat is so not waarom wij op ons zestiende fan werden van de man.

Maar live blijft een nuchtere Reznor wél nog altijd potten breken. Zeker nu hij naar eigen zeggen enkel nog geïnteresseerd is in ‘de twee uren op het podium’, en niet meer ‘in de zes uren decadentie achteraf.’ Twee jaar geleden was Nine Inch Nails op Rock Werchter al een van de hoogtepunten van het festival. En dat zal op Pukkelpop, te oordelen naar twee triomftochten eerder dit jaar in de Ancienne Belgique, wellicht niet anders zijn.

Een paar jaar geleden zei je in ‘Rolling Stone’: ‘Rock & roll has taken a very big shit.’ Ben je intussen alweer wat optimistischer?

Reznor: Niet echt, vrees ik. Ik blijf wel goeie muziek ontdekken, zoals onlangs nog Arcade Fire. Maar voor het overige blijft het huilen met de pet op. Het grote probleem is dat platenfirma’s alleen nog maar Xerox-rock willen uitbrengen. Muziek die een identieke kopie is van andere muziek die al populair is. En daarom horen we nu al jaren niks anders meer dan doorslagjes van Franz fuckin’ Ferdinand. Zou je geloven dat ze zelfs mij vroegen of ik niets in die trant kon maken? Geen wonder dat mensen muziek beginnen stelen.

Zelf ben je onlangs 41 geworden, aan de oude kant om bepaalde teksten nog geloofwaardig gezongen te krijgen. Zie je jezelf hier nog lang mee doorgaan?

Reznor: Niet tot het pijnlijk of belachelijk wordt, in elk geval. Maar toch nog even. Ik speel wel al een tijdje met het idee om een paar Nine Inch Nails-songs helemaal uit te kleden, en helemaal alleen in een akoestische versie te spelen. Ik en mijn piano, meer niet. En ik wil ook al lang eens een instrumentale plaat opnemen. We zien wel.

Johnny Cash heeft je getoond hoe het moet met zijn magistrale bewerking van ‘Hurt’, een van de mooiste covers aller tijden. Zijn er ook foute Nine Inch Nailscovers gemaakt?

Reznor: Helaas wel, ja. Heb je ooit van Trixter gehoord? Een overjaarse hairmetalgroep die zo’n gruwelijke bewerking van Terrible Lie maakte dat ik ze desnoods had willen betalen om ‘m niét uit te brengen. (lacht) En Devo, nochtans één van mijn favoriete groepen aller tijden, maakte ooit een ver-schrik-ke-lij-ke versie van Head Like A Hole. Maar Johnny Cash maakte alles goed. Hurt in zijn versie, met die prachtige, doorleefde stem van hem, dat was precies … een knuffel van God.

Door Wouter Van Driessche

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content